We besluiten om met de becak Malang te verkennen. Albert regelt er zeven. Remco is niet fit en besluit het te laten bij een bezoekje aan een kleermaker om van zijn in Yogyakarta gekochte sarongs shirts te laten maken (hij vindt ook nog een kapper, waar een kapster hem onder onbedaarlijk gegiechel voor het lieve sommetje van ongeveer een euro weer kortwiekt) en Merette en Roos delen een becak.
Het is een erg leuke manier om de stad in te gaan. Met gevaar voor eigen leven laveren de becaks door het verkeer, maar het gaat altijd goed. Het mag dan heel druk zijn op de wegen, mensen houden wel rekening met elkaar. Als een becak wil invoegen, trappen de automobilisten op de rem en laten hem er tussen. Kunnen we in Nederland nog wat van leren.
We beginnen op het alun alun, het grote plein midden in de stad. Daar staan een paar oudere Indonesische mannen met een Nederlander te praten. Een van de mannen demonstreert trots zijn Nederlands en zingt het aloude ‘Overal waar de meisjes zijn’ gevolgd door het Wilhelmus.
Ik loop al een aantal dagen met de geschreven kaarten rond die naar Nederland moeten worden gestuurd. Gelukkig is hier een postkantoor. Met enorme rijen! We kopen er – met enige moeite (hoeveel zou er nu op moeten naar Belanda, de juffrouw achter het loket heeft eigenlijk geen idee… )- de juiste postzegels en gaan dan gezamenlijk plakken. Want met één postzegel per kaart zijn we er niet! Nu maar hopen dat de kaarten over zijn voordat wij thuiskomen.
Vlak bij het plein ligt Toko Oen. Een ijssalon die vanaf 1930 gevestigd is in Malang: ‘Toko OEN die sinds 1930 aan de gasten gezelligheid geeft’. Hét trefpunt van oudsher voor de Nederlanders. Leuk idee dat opa en oma hier vroeger ook met hun kinderen hebben gezeten. Natuurlijk bestellen we er ijs. En koffie.
De becakrijders besteden hun tijd nuttig als ze op ons wachten: ze doen een dutje in hun becak.
We vervolgen onze weg naar de Jalan Buring. Daar, op nummer 7, staat het huis dat in de jaren dertig van mijn opa en oma was. Albert belt aan en ja: er zijn mensen thuis. En we mogen ook best even binnen kijken. Voor ik het goed en wel besef staan we binnen. Gek idee dat mijn vader en tante Jeanne hier vroeger speelden en woonden. De stad is enorm gegroeid, het huis lijkt niet heel veel veranderd. Er is wel een flink stuk bij aan gebouwd.
De familie die er nu woont, woont er al sinds 1970.
Merette huilt dikke tranen. ‘Mis opa.’ Ze voelt met al haar voelsprieten dat het ook voor ons een emotionele plek is.
Met de becaks rijden we over de Ijen Boulevard, een brede straat waaraan nog heel veel koloniale huizen staan.
We zijn nog op tijd terug voor een rustige middag in het hotel. De meiden gaan zwemmen, maar houden het niet lang vol, want het water is heel koud. Het zwembad ligt midden in het hotel en er is weinig zon. Als Renate vraagt of er wel ergens een plekje in de zon te vinden is worden ze meegetroond naar het dak van het hotel. Het is echt een dak, geen terras, en dus heel ongezellig. Maar zon is er wel en dus nestelen ze zich voor een tijdje op de handdoeken in de zon…
Meer foto's van Malang
Geen opmerkingen:
Een reactie posten