zaterdag 28 december 2013

Kampala

Nee, dit zijn geen nieuwe verhalen… Maar onze belevenissen in Oeganda van afgelopen jaar.
Voor iedereen die het nog leuk vindt om ze te lezen en wat van de foto’s te zien!

 

Kampala, we zijn er tijdens onze vorige bezoeken aan Oeganda doorheen gereden. Een keer in een van de winkelcentra geweest en een laatste avond doorgebracht bij de Casia Lodge.
We hebben gezien hoe druk het er kan zijn, je staat er vaak en veel in de file en het krioelt er van de mensen. Dat is niet heel gek, er wonen meer dan een miljoen mensen.
Dit jaar verblijven we er een paar dagen, een mooie gelegenheid dus om er eens wat meer rond te kijken.
We ontmoeten Julius, onze gids, voor de dagen in Kampala, maar vooral voor de rondreis die we daarna gaan maken. De dagen in Kampala kunnen we met hem overal naar toe.
We beginnen met een ‘rondje’ Kampala. René en ik zijn een beetje gewend aan de drukte, maar Gerda en Gerard kijken hun ogen uit. Wat een gekrioel van mensen.
Van alles wordt er meegesleept op boda boda’s en de fietsen, en er is van alles te koop.
 
 
Er is een meubelboulevard, een straat met alleen maar autospullen en straten met winkels waar werkelijk van alles verkocht wordt. En natuurlijk de Kabalagala, de straat die nooit slaapt en waar het uitgaansleven 24/7 doorgaat.
Ook wij komen ogen (en oren) te kort. Het blijft een feest om in deze stad rond te rijden (vooral met chauffeur).
 
               
Taxipark
Een van de leukste plekken om te bekijken is het Taxipark. In een enorme kuil staan werkelijk duizenden matatu’s (taxibusjes) bij elkaar. Er is – volgens onze westerse begrippen – plaats voor acht passagiers. In Oeganda vindt men dat er zeker 14 personen in passen. Dat staat op de buitenkant. In de praktijk gaat een matatu niet rijden als er niet minstens 20 mensen in zitten. En dan rekenen we kippen, geiten, matrassen en trossen matokebananen niet mee.
 
 

Er lijkt geen enkele logica te zitten in het park, maar schijn bedriegt, iedereen weet er prima de matatu te vinden naar de juiste bestemming.
 
Kasubi Tombs
Oeganda heeft weinig cultuur. Althans, in stenen en gebouwen. Voor mooie tempels moet je hier niet zijn.
Maar in Kampala staan de Kasubi Tombes. Nou ja, eigenlijk staan ze er niet, want in 2010 is de grote tombe grotendeels afgebrand. In 22 minuten, zo vertelt ons de gids, was er niets meer van over. Dat is op zich niet verwonderlijk aangezien ze helemaal bestaan uit de traditionele bouw, een houten skelet, dichtgesmeerd met klei en koeienpoep en een enorm dak van gedroogd gras. Dat wil wel branden!. Vermoedelijk is de brand aangestoken door een Al-Shabaab aanhanger, maar er is nooit een dader opgepakt.
 
 
In de grote tombe liggen wel nog steeds vier koningen van het koninkrijk Boeganda, kabaka’s, begraven. En de tombes zijn in 2001 opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Daar moeten we dus wel heen!
Julius rijdt ons naar de berg Kasubi, waar de tombes liggen. We kopen een kaartje en lopen via het Guard House naar binnen. Het Guard House en nog een paar andere huizen (waaronder het Royal Drum House) zijn gelukkig wel bewaard gebleven. Nog steeds bewaken familieleden van de koningen de ingang van het complex.
Met een gids beginnen we de rondleiding in een hut met enorme portretten van de vier koningen die in de tombe begraven liggen. Daar krijgen we een presentatie over het leven van de koningen: met keurig gelamineerde foto’s!
 

De grote tombe - Muzibu Azaala Mpanga  - is 1881 gebouwd als paleis voor de koning, maar al een paar jaar later in gebruik genomen als begraafplaats. Er rusten vier koningen: Mukaabya Mutesa I Kayiira, Mwanga II Basammula-Ekkere, Daudi Cwa II en Sir Edward Mutesa II.
Voor de Boeganda zijn de tombes een spiritueel, politiek en sociaal symbool van hun koninkrijk. Het is een belangrijke religieuze plaats waar de kabaka's en andere vooraanstaanden regelmatig eeuwenoude rituelen uitvoeren.
 
 
Midden op het terrein ligt  de Fire Place, waarin altijd een vuurtje brandend wordt gehouden. Er is ook een hut voor tweelingen, die door de Boeganda als heel speciaal worden beschouwd.
Rondom de grote open plek liggen allemaal huisjes en hutten. Vroeger woonden daar de vrouwen van de koning, nu wonen er nog steeds – volgens de gids – familieleden van de koning. Want hoewel Oeganda een president heeft, zijn er nog steeds koningen in Oeganda. Officieel hebben ze politiek niets in te brengen, in de praktijk hebben ze nog steeds veel invloed.
Volgens onze gids is de huidige koning van Boeganda een weldoener voor de bevolking en geven ze heel veel geld aan goede doelen.
 
 
Het hoofdgebouw wordt inmiddels herbouwd. Met hulp van de Oegandese staat, zoals beloofd door president Yoweri Museveni. Er wordt hard gewerkt aan de wederopbouw en als alles goed gaat moet het gebouw in 2014 weer in zijn oude luister zijn hersteld.
 
 
Jammer genoeg zijn er wel veel voorwerpen verloren gegaan bij de brand. In een fototentoonstelling op het terrein is een overzicht van de schade na de brand en een aantal van de voorwerpen.
We wandelen tot slot nog even in de omgeving van het complex, waar zich het Oegandese villageleven voor ons ontrolt: een bijzondere gewaarwording dat dat in Kampala te vinden is!
 
Gezellig in Kampala
We logeren in het Orchidea Guesthous in Kampala. Simpel, maar schoon, netjes en heel ruim. Ontbijt wordt ’s morgens geserveerd in Café Roma, het Italiaanse restaurant dat op hetzelfde terrein ligt.
Prima voor elkaar dus!
En natuurlijk gaan we elke avond leuk (en lekker) uit eten.
De eerste avond vertrekken we naar The Bay, een restaurant dat aan het Victoriameer ligt. Zo gauw het een beetje donker wordt, zitten we heerlijk met een drankje bij het kampvuur.
 
 

De tweede avond eten we bij de Khana Khazana, een Indiaas restaurant. We hebben er al veel over gehoord en het is dan ook zoals we verwachten: verrukkelijk! Allemaal een apart gerecht, zodat we zeven verschillende gerechten kunnen proeven. Het is te veel, maar gelukkig is het in Kampala heel gewoon om de restjes in te laten pakken en mee te nemen. Daar doen we Martin een groot plezier mee!
 

Vrijdag, onze derde dag in Kampala, nemen we een kijkje in het kantoor van Matoke Tours. Leuk om kennis te maken met de collega’s van Renate en haar werkomgeving.
 
 
Daarna brengt Julius ons naar Speke Resort, een conferentiehotel met een enorm zwembad. De laatste dag in Kampala kunnen we hier lekker uitrusten voor onze safari begint.
Speke is een buitengewoon luxe complex. Het is heerlijk, maar voelt ook altijd nog een beetje raar om in zo’n luxe omgeving te verblijven in een land dat nog zo veel armoede kent.
We liggen heerlijk aan het 50 meter bad (dat voor ‘jeweetmaarnooit’ een reddingsboot op de kant heeft liggen). Beetje zwemmen, beetje lezen, lekker drankje, dit is wat je noemt vakantie!
 
 
Inmiddels zijn we erachter gekomen dat we ook zaterdag nog in Kampala zijn, we hebben ons een dag vergist. Dat betekent een extra avond om een lekker restaurant op te zoeken en een dag extra relaxen.
We drinken wat in de MishMash, een van de uitgaansgelegenheden waar Renate veel komt (en die Roos ook goed kent, van haar bezoekjes in Kampala) en gaan dan naar Jazz Ville, een restaurant met live muziek.
Als we het gevonden hebben blijkt er weinig parkeerplek te zijn. Maar dat geeft niet, Julius parkeert de bus ‘gewoon’ ergens op een soort stoep, precies tussen twee poorten in. Op zijn Oegandees.
De avond is een cadeautje! We moeten 10.000 shilling betalen om binnen te komen, want ja, een band kost geld. We vinden een lege tafel en bestellen een drankje. De muziek begint om 9 uur. Als het over is blijkt dat we op een prachtige plek zitten om over het Oegandese publiek – dat echt voor de muziek is gekomen – heen op het podium te kunnen kijken. De Code9Band begint met een paar heerlijke rocknummers en jaren zestigmuziek. Het kan de Oegandezen nog niet zo bekoren, maar wij wagen er een dansje aan! Tot grote vreugde van de Oegandezen, die het buitengewoon kunnen waarderen dat die mzungu’s willen dansen.
 
 
Als de klanken van Shakira’s Waka Waka de zaal in geslingerd worden komen ook de Oegandezen in beweging. En tja, dan leggen wij het toch echt af: wat kunnen die Afrikanen swingen!
 
 
Natuurlijk gaat Merette met een van de zangers op de foto. Die traditie moet je in Oeganda gewoon voortzetten!
Al met al: een avond om in te lijsten!
 
 
Dan breekt wel de laatste dag aan in Kampala. En omdat Renate en Martin (en collega Caroline) vrij zijn (zaterdag) gaan we lekker nog een dagje naar dat heerlijke zwembad. 
We eten ’s avonds bij Café Roma, dat op hetzelfde terrein ligt als ons guesthouse (we zijn er niet achter of het ook echt één bedrijf is). Merette gaat met Martin en Renate mee naar huis, en wij zijn klaar om met z’n vieren aan de rondreis te beginnen!

Meer Kampalafoto's.
Meer Kasubifoto's.
Gezellige foto's...
 


 

dinsdag 17 december 2013

Nipt testen


En alweer is de test in het nieuws: nu omdat aanstaande ouders (vaak met medeweten van artsen/verloskundigen hier) de NIPT-test in België laten doen, omdat het hier alleen mag als de moeder een verhoogd risico heeft, terwijl in België iedereen die zwanger is de test mag aten doen. In Denemarken heeft dat inmiddels geleid tot een beduidend lager aantal kinderen met Down Syndroom dat wordt geboren en in Nederland maakt men zich daar ook zorgen over. Vandaar de programma's op TV met mensen met Down, die gemaakt worden om te laten zien dat mensen met Down best veel kunnen, maar die dan ook weer een buitengewoon eenzijdig beeld geven (namelijk dat van de buitengewoon mondige persoon met Down die kan praten, lezen, schrijven, werken, relaties aangaan enz. lees daarover deze blog nog maar even: http://monicasmening.blogspot.nl/2014_03_01_archive.html ) waardoor het beeld ook weer vertroebeld wordt: want heus: zo zijn ze dan ook weet niet allemaal!


Als testen er zijn, vind ik dat elke vrouw dezelfde kansen moet krijgen om daar gebruik van te maken. Het mag niet zo zijn dat opleiding, financiën, afkomst daarin een rol spelen (al zal dat altijd deels wel zo zijn). Wat ik verder van testen vind, kun je lezen in mijn blog van (inmiddels) 13 jaar geleden. En nee, er is nog steeds niks nieuws onder zon...


http://www.nu.nl/algemeen/3655871/zwangere-vrouwen-kunnen-april-2014-nipt-test-doen.html


Ook niet met deze nieuwe nipt-test. Lees mijn blog van 12 (!) jaar geleden. Behalve dat we 12 jaar verder zijn, Merette niet meer op school zit en ik nu nog niet veel reacties heb gehoord van belangenverenigingen heb ik er niks aan toe te voegen…

Testen (2001)

Het Syndroom van Down is weer eens in het nieuws. De Gezondheidsraad gaat minister Borst adviseren elke zwangere vrouw een bloedtest aan te bieden.
Met deze bloedtest kan een verhoogde kans op een aantal afwijkingen bij het ongeboren kindje aantonen. Een van die afwijkingen – en waarschijnlijk de meest tot de verbeelding sprekende – is het Downsyndroom.
Wanneer de test een verhoogd risico aangeeft kunnen de aanstaande ouders beslissen of ze vervolgens willen laten testen of de afwijking daadwerkelijk bij hun kindje aanwezig is, zodat ze eventueel tot een abortus kunnen overgaan.

Er komt vrijwel meteen een reactie van een aantal belangenverenigingen. Zij zijn niet blij met het advies, bang dat ouders een te negatief beeld wordt voorgespiegeld van een kind met Downsyndroom. De meeste mensen denken dat het gaat om mensen met een ernstige verstandelijke handicap en dat terwijl momenteel 50% van de kinderen met het Downsyndroom naar een gewone basisschool gaat.
 

Beide zaken stemmen tot nadenken. Maak je beslissingen makkelijker door elke zwangere vrouw een test aan te bieden? Ik denk het niet. Het wordt moeilijk om niet te laten testen. Dat betekent dat wanneer ouders een kindje krijgen met het Syndroom van Down er een aantal mensen in hun omgeving zich af zal vragen waarom dat kindje is geboren. Het hoeft immers niet meer? Je kunt het toch laten testen?
Ja dat kan. Maar dan? Een abortus? Ik heb bij Merette niet kunnen kiezen. Ik was 28 toen ze geboren werd. Een paar betweters riepen nog dat het vast van Tsernobyl kwam, maar toen daar de zaak de lucht in ging was ik al 7 maanden zwanger. Uit testen achteraf bleek dat Merette een ‘toevalstreffer’ was. Gewoon pech!
Maar wel een verhoogd risico op nog een kindje met het Downsyndroom. En we wilden zo graag een derde, voor onszelf, maar ook voor Merette en haar grote zus.
En ja, ik heb (samen met haar vader) besloten tot een test. Omdat we dachten dat twee kinderen met het Downsyndroom toch wel erg zwaar zou worden. Maar wat was dat zwaar. Je wilt graag een kind, maar je verbindt er wel meteen een voorwaarde aan. Ik heb het een van de moeilijkste beslissingen in mijn leven gevonden. Gelukkig waren de chromosomen van onze jongste compleet, niet te veel, niet te weinig.  En na negen maanden bleek ook de rest allemaal te kloppen; een gezonde derde dochter.
Dan het verhaal van de 50% die de gewone basisschool bezoekt. Het lijkt mij wat veel, maar ik heb daar geen cijfers over en kan dat aantal niet beoordelen. Wat ik wel weet is dat ze allemaal (een heel enkele uitzondering misschien daargelaten) een speciaal programma volgen op die school en niet bepaald met een acceptabele citotoets de school verlaten. Om van een vervolg al helemaal niet te spreken. Ik ben er van overtuigd dat het op sommige scholen heel goed kan gaan, maar ik weet ook zeker dat voor heel veel kinderen met Downsyndroom het speciaal onderwijs de beste plek is. Merette gaat inmiddels acht jaar naar een ZMLK-school en zit daar uitstekend op haar plek.



Cognitief is ze absoluut niet sterk, maar ik weet dat als in groep 3 met kerst de hele klas had kunnen lezen en zij niet, ze daar erg ongelukkig van zou zijn geworden. Wij hebben de beslissing genomen haar op school geen uitzondering te laten zijn. Ik heb die beslissing regelmatig moeten verdedigen: ‘want ze kan toch wel naar een gewone school?’.
Het testen maakt me ook bang. Moeten ouders zich straks gaan verdedigen omdat ze ofwel niet laten testen ofwel besluiten hun kindje met een eventuele handicap geboren te laten worden en een plek te geven in hun gezin? En wanneer zeggen de verzekeringsmaatschappijen: ‘Sorry mevrouw, meneer, maar hier betalen we niet voor, u had het toch kunnen laten testen?'

  

Begrijp me goed, ik kan me een abortus in het geval er een kindje met een ernstige handicap op komst is heel goed voorstellen, maar niemand mag ouders ertoe dwingen.
Merette geniet met volle teugen van het leven. En ik? Ik ben stapelgek met haar. En ja, ik had haar graag zonder dat extra chromosoom gehad, want nee, het is heus niet altijd makkelijk om haar en de twee andere meiden op te voeden.
Maar op Moederdag hoort Merette in de auto een gedichtje op de radio van iemand die zegt de allerliefst moeder van de wereld te hebben.
Twee armpjes knellen om mijn nek. ‘Nee ikke, jij de liefste mama!’
Ik heb niet hoeven kiezen. Gelukkig maar!



zaterdag 7 december 2013

Waar 50 jaar vriendschap je al niet brengen kan!


Nee, dit zijn geen nieuwe verhalen… Maar onze belevenissen in Oeganda van afgelopen jaar.
Voor iedereen die het nog leuk vindt om ze te lezen en wat van de foto’s te zien!

En dan, op een dag, kom je tot de conclusie dat je ‘zomaar’ 50 jaar vriendinnen bent. Of in elk geval dat je elkaar meer dan 50 jaar kent. Ongeveer drie en vier jaar oud zijn we, als we buurmeisjes worden in de President Steynstraat in Deventer. De eerste jaren is er geen sprake van ‘best friends’, maar zijn we ‘gewoon’ buurmeisjes. We zitten niet bij elkaar op school en buiten spelen doen we veel, maar dan wel met alle kinderen uit de buurt. En dat zijn er nogal wat. We springen touw, hinkelen, verstoppen ons, badmintonnen en gooien stoeprandje. En dat zijn nog maar een paar van de spelletjes die elk kind in die tijd speelde. In de winter zijn er spannende glijbanen in de straat.

Naarmate we ouder worden, verandert het contact een beetje. Tijdens de middelbare schoolperiode (ook ieder op een andere school, ik keurig op het katholieke school en jij op het openbare Alexander Hegius, want je vader is een fervent voorstander van openbaar onderwijs) doen we af en toe dingen samen. Maar nog steeds niet heel veel.

Dan zijn we klaar om het ouderlijk nest te verlaten. Onze partners komen in beeld en wat is het leuk als blijkt dat zij het heel goed met elkaar kunnen vinden! De band wordt hechter. We krijgen banen, trouwen, kopen huizen, krijgen kinderen en delen veel, heel veel met elkaar. Vreugde, maar ook verdriet. We hoeven elkaar niet veel te zien, maar weten elkaar altijd te vinden als het nodig, nuttig of gewoon leuk is. En het is heerlijk dat we heel erg veel van elkaars levens weten, omdat we toch ongeveer letterlijk met elkaar zijn opgegroeid.

En dan kom je dus tot de ontdekking dat die vriendschap meer dan 50 jaar duurt. Dat moeten we vieren toch?
We besluiten elkaar een reisje cadeau te geven. Samen naar een leuke stad, of een paar dagen strand, we zien wel. De mannen mogen mee. We moeten alleen nog even de tijd vinden om dat plan tot uitvoering te brengen.

René en ik zijn twee keer in Oeganda geweest. Niet zomaar, maar omdat Renate daar is en we er een stichting hebben. Dan komt de vraag: ‘Kunnen we niet een keer samen?’
En zo loopt ons stedentripje uit op een drieweekse reis naar Oeganda; waar 50 jaar vriendschap je al niet brengen kan!



Bagage, heel veel bagage…

Maar liefst 46 kilo bagage mag er mee. Per persoon. En ook nog 12 kilo handbagage. We gaan met z’n vijven. Merette gaat ook mee, en blijft, als we met z’n vieren een rondreis door Oeganda maken, bij Renate. Dat betekent dus dat maar liefst 100 kilo extra bagage mee kan.

Daar moet iedereen die het hoort heel hartelijk om lachen, maar er staat echt wel een paar kilo in de logeerkamer: ik heb nog 300 T-shirts van de Bernardussschool van de Zwaluwenburg, er is nog steeds wat hockeykleding, ik laat zelf T-shirts maken en er komen altijd van verschillende kanten nog wel kleding en knuffels om mee te nemen. Bovendien laat ik me niet onbetuigd bij drogist en warenhuis om leuke en lekkere spulletjes te kopen voor het Babieshome en alle lieve mensen die ik weer ga zien.

Renate heeft sinds april een eigen appartement in Kampala en kan ook nog wel het een en ander gebruiken. (‘Mam, ga je “toevallig” nog naar Ikea? Want daar hebben ze zulke leuke papieren lampen, die zijn niet zo zwaar…’ Ik ga nooit “toevallig” naar Ikea, alleen als ik echt iets hebben moet, maar vooruit….) Natuurlijk moet er kaas mee, en koffie. Shampoo en crèmespoeling. Want die rare fratsen zijn echt voor “mzungu’s” en dus heel erg duur.

Gerda en Gerard halen twee volgepakte, met ducktape dicht geplakte tassen op (van die lelijke van plastic, maar die wegen niks en zijn hiervoor dus buitengewoon handig!) bij ons op, een paar dagen voor we vertrekken. Zij gaan met de trein naar Schiphol. Nu maar hopen dat het allemaal in de taxi past (en dat doet het, de taxichauffeur rijdt ze zonder blikken of blozen tot ongeveer op het perron van het Zwolse station).

Wij gaan met Merette met de taxi naar Schiphol, en hebben gezegd dat er veel bagage is, dus wij krijgen de zes koffers en tassen plus handbagage makkelijk mee…
Ruim op tijd is alles ingecheckt en zitten we achter de douane aan de koffie...

Renate, Martin en een vergeten koffer...

Zonder problemen arriveren we in Entebbe. Alle bagage is mee, visa vlot geregeld, wij zijn klaar voor Oeganda.
Op Entebbe staat Renate – natuurlijk – op ons te wachten. Niet alleen, ze is er met Martin, haar vriend. Het is de eerste keer dat we elkaar zien en spreken en dat is best spannend. Voor ons, maar vooral voor Martin, die ineens geconfronteerd wordt met de ouders en zus-met-beperking van zijn vriendin en meteen ook met een paar vrienden van die ouders.
Er is een auto die ons naar ons guesthouse in Kampala brengt én een door Martin en Renate gehuurde auto. Die hebben we allebei hard nodig om zeven personen, tien grote koffers en tassen en alle handbagage te vervoeren.
Hoewel… tien koffers en tassen? Er is er een op Entebbe achter gebleven, de koffer van Merette. Dat betekent dat de jongedame geen pyjama heeft. Daar is ze, op zijn zachtst gezegd, niet blij mee.
Haar prachtige, Hollandse schilderij, cadeau voor Renate zit ook in die koffer, en nog een heleboel andere zaken die ik niet wil missen. Dat vertel ik nog maar even niet.
Martin en Renate rijden daarom terug naar de luchthaven. De koffer staat er nog. Het kost wat moeite, maar uiteindelijk mogen ze hem meenemen. Ik ben heel blij met het sms’je dat ik krijg en Merette moet het voor een nachtje met een T-shirtje doen…

Cadeautjes

We slapen heerlijk en genieten van een gezellig ontbijt met z’n vijven. We pakken een beetje uit en dan is het wachten op Renate.
De eerste cadeautjes – waaronder het schilderij – mag Renate vast uitpakken. Voor de rest gaan we naar haar huis. Het blijkt een ruim appartement te zijn, met twee balkons en zelfs twee badkamers. Daar kan je prima wonen!
In de woonkamer pakken we alles uit wat er uit Nederland is meegekomen, van dekentjes voor op de bank tot lampen, van afwasborstels (want die kennen ze niet in Oeganda) tot diepvriesbakjes en van kaas tot opbergdozen.





Alle spullen voor het Babieshome en de cadeaus voor vrienden en bekenden stoppen we weer in tassen, die moeten over een kleine twee weken met Renate mee naar Jinja.
We eten die avond heerlijk aan het Victoriameer bij The Bay. Beginnen met een drankje bij het kampvuur.




Foto's











































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































































zondag 1 december 2013

Fotoalbum…

De fotoalbums van de reis in 2012 zijn nog niet af. Steeds geprobeerd, beginnetje gemaakt, maar op een of andere manier altijd te druk met andere dingen; werk, vrijwilligerswerk, er is altijd wat te doen.
Omdat de vakantie van 2013 toch wel heel bijzonder was wilde ik dat album voor de verjaardag van mijn vriendin af hebben.
Natuurlijk dreigt dat te mislukken. De foto’s zijn wel uitgezocht, maar er moet nog van alles worden geschreven.

Dan heeft Albelli een uitdagende aanbieding: een album van ruim € 150 voor € 75. Daar moet je dan een bon voor kopen (en dus meteen betalen) en die blijft zes weken geldig.
Zal ik wel of zal ik niet? Het scheelt een boel geld. Dus… ik zal.

Aan de hand van de foto’s schrijf ik mijn teksten. Albelli is nieuw voor mij, dus ik moet af en toe even zoeken naar de juiste knoppen. Maar ruim op tijd voor de bon en net op tijd voor de verjaardag ben ik klaar. Het album blijkt nog net iets mooier te kunnen als ik nog wat meer betaal, maar vooruit: ik ben dol op die albums, dus dat kan er ook nog wel bij. Tenslotte heb ik al € 80 korting in de pocket.

Ik verstuur het album en de digitale versie is al snel beschikbaar. De tekst is dan niet echt leesbaar, maar dat geeft niet; leuk om toch even te kijken.

Vrijdag moet het worden verzonden, en dan maar hopen dat het er zaterdag ook echt is.
Alleen.. het blijft hangen op ‘klaar voor afdrukken’.  Ik twitter én ik bel naar Albelli. Tja, het is zó druk dat ze helaas niet op tijd kunnen leveren. ‘Zet dan op de site dat de levertijden kunnen afwijken’, sputter ik teleurgesteld. Ik krijg een bon van € 10. Da’s aardig.
Dan krijg ik een mail: er is iets mis gegaan met het album en het wordt opnieuw gedrukt. Want de kwaliteit moet optimaal zijn (dat ben ik met Albelli eens, als je het album gewoon moet betalen kom je een aardig eind in de richting van de € 200. Daar wil ik wel een perfect album voor hebben).

Enfin, het is toch niet meer op tijd om op zondag mee te kunnen pronken, dus ik wacht nog even af. Het wordt donderdag en tot mijn stomme verbazing krijg ik weer een mailtje dat er iets is misgegaan en dat het album opnieuw wordt gedrukt. Dus ik bel weer…  Ja, heel vervelend allemaal, maar het is niet anders… Pffff. Opnieuw een mailtje: ik krijg 25% van de rekening terug. Dat is óók aardig, maar de rekening bedroeg nog geen € 35, omdat ik de bon al weken geleden heb betaald. Dus mail ik toch maar even terug, dat ik dan wel verwacht dat ik 25% van bon én rekening krijg. Bijna per omgaande een mail terug: ik krijg de € 35 terug. Dat is meer dan 25%. Je kan zeggen wat je wil: bij Albelli snappen ze wel wat ze met klachten moeten doen.

Diezelfde donderdagavond weer een mail: het album is verzonden. Vrijdag komt het. En ik kan u vertellen… het overtreft mijn verwachtingen! Prachtig dik papier, je kan het helemaal plat openleggen en de kleuren zijn helemaal zoals ik had gehoopt.
Ik heb er even op moeten wachten, maar ik ben helemaal blij!



Enne… de verhalen van Oeganda? Die zal ik nu zo langzamerhand op deze blog ook gaan vermelden. Voor de liefhebbers!

vrijdag 15 november 2013

Deventer: Home of Football




In de jaren ’70 kom ik er veel: de Adelaarshorst. Niet alleen tijdens de wedstrijden van Go Ahead Eagles, maar ook naar de trainingen. Samen met een paar vriendinnen en klasgenoten.
Jaren ’70 hoor ik u denken… Jawel, de jaren van Mario Vuskovic, Jan van Deinsen, John Oude Wesselink, Kees van Kooten, Cock Rijkens en noem er nog maar een paar. En natuurlijk van trainers Barry Hughes (die net voor ik het cluppie ontdek Go Ahead heeft omgedoopt tot Go Ahead Eagles) en Leo Beenhakker. Regelmatig bezorgt hij ons – naïeve, brave pubers als we zijn – rode oortjes met zijn taalgebruik op het trainingsveld: wat kan díe man vloeken!

Van mijn ouders mag ik niet naar een voetbalwedstrijd. Ordinair, gevaarlijk, rellen, daar heb je als keurige GGC-leerling niks te zoeken. Zelf hebben ze niks met voetbal, dus snappen ze ook totaal niet wat ik er aan vind.
Maar naar een vriendin mag ik wel. En laten nu twee vriendinnen in de Tjoenerstraat wonen. Bijna op het voetbalveld. Een buitengewoon handige bijkomstigheid.

Geld om naar de wedstrijden te gaan heb ik niet, maar de eerst jaren is dat geen probleem. Beetje kletsen en flirten met de kaartjescontroleur aan de Vetkampstraat, kopje koffie mee (want de moeder van de vriendinnen aan de Tjoenerstad snapt het heel goed) of iets lekkers en ach, dan mogen we wel kijken. Die tribune is meestal niet vol, dus daar passen we best bij. Gedoe met clubcards, pasjes, draaihekken en controles is er niet. Voetbal is – meestal – gewoon gezellig.

Later – als ik vriendjes heb gemaakt met voetbalsupporters – is er altijd wel eentje die een ‘dameskaart’ voor me wil kopen. Voor de helft van het geld mag je een extra seizoenkaart kopen voor een dame die – af en toe of elke wedstrijd – met je mee wil. Dat geld kan ik nog net bij elkaar sprokkelen en vanaf die tijd sta ik meestal aan de B-side. Staan ja, want stoeltjes zijn er dan alleen nog aan de hoofdtribune. Ik zie er alle topclubs voorbij komen en dat levert prachtige wedstrijden op. Die niet zelden slecht aflopen voor de bezoekers want: ‘Eagles uit, altijd lastig…’

Voetbal is een mannenzaak; er staan weinig meisjes en vrouwen, dus vallen we nog op. In positieve zin, want ondanks de reuring die er dan ook al wel is, heb ik me er nooit een seconde onveilig gevoeld. Als er al eens lastige uitsupporters zijn (gewoon op dezelfde tribune, het ‘uitvak’ is nog niet uitgevonden) hoeven die met geen vinger naar ons te wijzen, want dan komen de heren van de B-side wel even een handje helpen.

Ik ben er een keer met een heel (Zweeds) rolstoelbasketbalteam. Wedstrijd tegen Ajax, dus uitverkocht. Er zijn niet voldoende plekken meer bij het hek en een aantal mensen wil er niet weg (iedereen kan over een rolstoel heenkijken, maar toch). Dat duurt niet lang. De mannen van de B-side hebben in no time alle rolstoelers op een prima plek.

Er komen in die tijd nog buitenlandse ploegen op bezoek. Op mijn bruiloft verschijnt een die hard Queens Park Rangers fan, speciaal voor het feest overgekomen. We schrijven met elkaar en dus lijkt een uitnodiging op zijn plek, maar ik heb nooit gedacht dat hij ook echt zou komen!

Ik tref een echtgenoot die ook niet zo veel met voetbal heeft. De jaren erna is er geen tijd (en geen geld, crisis in de jaren ’80, weet u nog?) voor een seizoenkaart.
Vorig jaar heb ik er weer een. Met enige regelmaat ga ik met een van mijn dochters naar een wedstrijd. Aan het eind van het seizoen is het tijd om de kaart te verlengen, maar door een drukke tijd komt het er niet van. En dan… is mijn cluppie (want dat is het toch gebleven al die jaren) ineens gepromoveerd.

Voetbal leeft weer in mijn mooie stad! Alle seizoenkaarten zijn uitverkocht tegen de tijd dat ik even tijd heb om met erin te verdiepen, dus ik moet het doen met de radio.
Maar wat is het heerlijk om weer elke week in ‘Langs de lijn’ de verslagen te horen over de Eagles. Om, bij mooi weer en een mooie pot voetbal, de supporters in de Vijfhoek te kunnen horen! Op twitter al het commentaar van de fans te kunnen volgen.
Als ik dit schrijf is de wedstrijd tegen Feyenoord net afgelopen. ‘Mijn’ Eagles heeft een punt gehaald. Dat cluppie handhaaft zich wel en ik hoop op een seizoenkaart voor komend seizoen. En Feyenoord heeft het maar weer bewezen: Eagles uit, altijd lastig!


 
 
 

zondag 29 september 2013

Glutenvrij, bier en 2018…


Roosmarijn heeft coeliakie. Na negen maanden huilen en afvallen komen we daar (nu 24 jaar geleden) achter. Ze weegt nog maar 6,5 kilo als ze 15 maanden is en huilt hartverscheurend, de hele dag. Eindelijk vinden ze op het consultatiebureau dat ik met haar naar de kinderarts moet. Die neemt haar meteen op: het begin van een spannende drie weken.

In die drie weken wordt ze getest op allerlei mogelijke nare aandoeningen waaronder Hirschprung, Cystic Fybrosis (waar ze al eerder op is getest, want het zit in de familie, maar toch….) en nog een paar andere. Zonder resultaat. Behalve dat ze al maar zieker wordt. De kinderarts weet eigenlijk niet meer waar hij moet zoeken en heeft nog één optie: coeliakie, een darmziekte waarbij je niet voldoende darmvlokken aanmaakt, waardoor je lijf niet voldoende voedingsstoffen op kan nemen.

De meeste kinderen (en volwassenen) hebben bij deze ziekte last van diarree, maar obstipatie (waar Roos veel last van heeft) kan ook. We moeten met haar naar de VU, waar een darmbiopsie wordt gedaan. Vooruitlopend op de uitslag krijgt ze in het Deventer Ziekenhuis een sonde met glutenvrije (en lactosevrije) voeding. ‘Want’, zo zegt de kinderarts, ‘als het dit niet is, weet ik niet meer waar ik nog naar zoeken moet.’
Een paar dagen later komt de uitslag: Roos heeft coeliakie. Een ernstige, ongeneeslijke darmziekte, maar als je je zorgvuldig aan een glutenvrij dieet houdt, kan je er wel 100 mee worden.

Nét aan de sondevoeding...
Geen buikpijn meer, en dus kan ze lachen!
Dat dieet valt nog niet mee. Geen brood, koekjes, pasta, paneermeel, pepernoten, taart, en nog heel veel meer dingen niet.  Gluten (een eiwit in tarwe, gerst, rogge, haver en spelt) zit werkelijk óveral in. In snoep, in vleeswaren, in ongeveer alles wat kant en klaar is. Koken wordt er bepaald niet eenvoudiger op, vooral ook omdat de kans op ‘besmetting’ heel groot is. Roer een keer met de lepel door je eigen pasta en gebruik hem dan per ongeluk in de glutenvrije pasta en die pasta is niet meer glutenvrij. Allemaal glutenvrije pasta eten is geen optie, daarvoor is het veel te duur. Het dieet is zelfs zó duur dat mijn ouders de eerste jaren bijspringen met een maandelijkse bijdrage.
Enfin, in combinatie met een peuter met Syndroom van Down en een gezonde kleuter is het beslist een vermoeiende combi.
Gaandeweg wennen we aan het dieet;  Roos en ik. Ik word heel handig in het verzinnen van alternatieven en het ervoor zorgen dat ik altijd iets te eten voor haar bij me heb. Het is niet altijd leuk: kom je onverwacht Zwarte Piet tegen, mag je toch echt geen pepernoten (en dan zul je net zien dat de Bakpiet die dag de glutenvrije exemplaren is vergeten) en de traktaties op school zijn meestal niet glutenvrij. En zelfs de keren dat ouders rekening houden met haar dieet gaat het nog wel eens fout. Keurige glutenvrije nibbits om een dropveter; maar ja, die dropveter mag dan niet en dus de hele traktatie niet meer. Dat is niet altijd makkelijk uit te leggen want: ‘Joh, een beetje gluten kan toch vast geen kwaad?’ Wel dus. Akelige complicaties zijn: onvruchtbaarheid, verhoogd risico op verschillende vormen van kanker, depressies, osteoporose en dan noem ik er nog maar een paar. Het lijstje verandert trouwens met enige regelmaat. Er is echt maar een remedie: geen gluten!


Een paar maanden zonder gluten... dát helpt!
We houden ons keurig aan het dieet. Bakken glutenvrij brood op de camping, nemen veel eten mee (want dan hoeven we in het buitenland niet zo te zoeken) en eten over het algemeen weinig uit pakjes en zakjes.

Dan komt de tijd van uitgaan. En dus van bier…
De NCV (Nederlandse Coeliakie Vereniging) raadt het drinken van bier af. Omdat niet gegarandeerd kan worden dat het geen gluten bevat. Maar ja, wat doe je als je op scouting zit en gaat studeren? Dan is een biertje toch wel hét drankje. Dus drinkt ze bier. En wij bespreken een compromis: ze zal het overleggen met de (dan nog kinder)arts. Bij alle controles zijn haar bloedwaarden (en alle andere waarden, ik heb er geen verstand van) helemaal ok. En dus vindt de kinderarts het biertje prima, zolang haar bloed ok blijft. (Waarbij even moet worden opgemerkt dat Roos tot haar 20e onder behandeling is geweest van de kinderarts. Dat u niet denkt dat ze in Deventer alcohol promoten bij jonge kinderen....) Ik kan me prima vinden in die afspraak.


Roos gaat op kamers, naar het buitenland op vakantie en uiteindelijk ook om te studeren. Bloedwaarden blijven helemaal ok. Als ze in haar masterjaar tussen een aantal maanden Thailland-India en Oeganda een paar weken thuis is, gaat ze een keer extra op controle, omdat ze zelf aangeeft dat ze bijna zeker weet dat er wel eens iets is misgegaan met het dieet (alles keurig in het Thais op papier, maar als de kok niet lezen kan heb je er niet veel aan). Ze heeft heel goed opgelet, letterlijk vaak in de keuken gekeken, maar het is gewoon niet altijd te controleren. En natuurlijk heeft ze ook wel eens last van haar darmen gehad, maar komt dat nu gewoon van het andere eten (net als bij mensen zonder coeliakie) of heeft dat met het dieet te maken? Bloedwaarden kunnen het aantonen.




Glutenvrij brood op Schiphol!
Inmiddels is er veel te koop.
En die zijn – wederom – helemaal in orde. Sinds ze klein was, zijn al die onderzoekjes een stuk geavanceerder geworden, op de computer is een waslijst aan gegevens te zien die zelfs aangeeft dat ze wel heel veel groente eet. Da’s niet zo gek, want dat is lekker glutenvrij. Wel fijn om te weten dat ze dus probleemloos de wereld kan verkennen en overal in staat is goed gezond en toch glutenvrij te eten. En van het bier zegt de arts: ‘In een willekeurige horecagelegenheid krijg je waarschijnlijk met een hap lucht meer gluten binnen dan met je biertje, dus daar zou ik me maar niet druk om maken!’

Een paar weken geleden gaat ze weer voor haar jaarlijkse controle naar de MLD-specialist.
Alle waarden die onder de 10 moeten zitten zijn minder dan 1. ‘Ik weet niet zo goed wat ik met jou moet’, vindt de arts. ‘Zo lang als je bij me komt (dat is inmiddels een jaar of vijf) is alles prima in orde. Zullen we afspreken dat je in 2018 weer eens terug komt? Bij eventuele klachten natuurlijk eerder, maar daar gaan we niet van uit.’
2018! Dat is over vijf jaar. Daar neemt ze maar een biertje op!



zaterdag 21 september 2013

Over KLM, lange adem en hoe de aanhouder wint…


Als we in 2012 terug zijn in Nederland, de bagage is uitgepakt en de eerste wassen draaien Twitter en Facebook ik een beetje met de @KLM over de vertraging http://monicasmening.blogspot.nl/2012/09/dames-en-heren-we-hebben-een-klein.html. Vriendelijke reacties: wat vervelend allemaal en ik moet snel contact opnemen met de Customer Service.

Op internet ben ik natuurlijk al een beetje aan het nakijken wat me te wachten staat; mijn ervaringen van zeven jaar geleden zijn niet bepaald positief, dus ik kom graag goed beslagen ten ijs.

De Verordening (EG) Nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van de gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 stelt dat ik recht heb op een compensatie van € 600 per ticket. Ook bij vertraging. Dat laatste heeft het Hof van Justitie nogmaals bepaald op 19 november 2011 en geldt alleen niet als er ‘buitengewone omstandigheden’ in het geding zijn zoals: een sneeuwstorm, een oorlog of een vulkaanuitbarsting. Een technisch probleem is geen ‘buitengewone omstandigheid’, dat is het probleem van de luchtvaartmaatschappij; zij moeten er voor zorgen dat het vliegtuig in orde is. Hoe vervelend dat ook kan zijn en hoe blij ik ook ben dat ze niet vliegen als het toestel niet in orde is: het EHvJ heeft deze uitspraak gedaan, ik heb hem niet bedacht.

Diverse organisaties bieden aan om mij te helpen bij het indienen van een claim: blijkbaar zijn luchtvaartmaatschappijen niet heel bereidwillig om te betalen en wijzen ze in eerste instantie elke claim af. Maar hé, ik vloog met onze Nationale Trots, als er nu toch een uitspraak ligt van het EHvJ, zullen ze zich daar toch wel aan houden?

Ik probeer een klachtenformulier in te vullen via de KLM-site, maar dat lukt niet. Via Twitter krijg ik een telefoonnummer en via het telefoonnummer een mailadres waar ik mijn klacht kan indienen.
Ik stuur een brief met uitleg en deels gebaseerd op de voorbeeldbrieven van internet.
Een kopie ligt klaar voor de rechtsbijstandverzekering, voor je weet maar nooit. Op donderdag verstuur ik de mail en op vrijdag heb ik al antwoord. En wel precies het antwoord waar ik op internet al voor gewaarschuwd ben.

‘Wij hebben uw verzoek nader bestudeerd. Wij stellen ons op het standpunt dat er bij vertragingen volgens de EU Verordening 261/2004 zorg en assistentie moet worden aangeboden, maar geen compensatie hoeft te worden betaald. Dat volgt uit de tekst en de totstandkomings-geschiedenis.
Ten overvloede merken wij nog het volgende op. Vlucht KL 537 was vertraagd vanwege een benzinelekkage aan de motor, hierdoor is er een nachtstop ingelast in Kigali.
Aangezien er sprake is van een buitengewone omstandigheid die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden komt u hoe dan ook geen compensatie toe.’

Ik krijg wel Award Miles (op een account waar ik – tot op de dag van vandaag - niet bij kan) en het vriendelijke verzoek om vooral snel weer met KLM te gaan vliegen.

Toch raar dat de KLM de teksten zo anders leest dan dat ze zijn bedoeld. Want volgens tekst, totstandkomingsgeschiedenis én jurisprudentie hebben we wel degelijk recht op compensatie en valt ook een benzinelek (hoe vervelend ook) niet onder ‘buitengewone omstandigheden’. Jammer dat de KLM dat niet wil inzien. Nu moeten we dan alsnog het traject met de rechtsbijstandsverzekering in.
Ik krijg heel snel een uitgebreide brief van DAS, onze verzekering. Ook zij vinden dat ik recht heb op compensatie en denken ook dat de jurisprudentie daar aanleiding toe geeft. Wel geven ze eerlijk en duidelijk aan dat de rechter tot een andere conclusie zou kunnen komen. En dat we er rekening mee moeten houden dat het een langdurige zaak kan worden.
Eerst wordt met een brief geprobeerd de KLM over te halen alsnog over te gaan tot vergoeding. Niemand is verbaasd als de KLM blijft volhouden dat het een ‘buitengewone omstandigheid’ is.

In oktober 2012 bevestigt het Europese Hof nogmaals dat technische problemen niet mogen worden aangevoerd als ‘buitengewone omstandigheid’; bij een langdurige vertraging hebben we gewoon recht op € 600 per ticket.
Er gaat weer een brief naar de KLM, je zou verwachten dat ze na deze hernieuwde uitspraak wel overstag gaan. Maar nee. Hetzelfde verhaal. Geen compensatie.
Enfin, zo gaan er nog de nodige brieven heen en weer tussen DAS en de KLM. Andere luchtvaartmaatschappijen betalen inmiddels uit, KLM houdt voet bij stuk.
Ruim een jaar na de vlucht besluiten we – samen met DAS – dan toch echt over te gaan tot dagvaarding.
Deze wordt  - in concept – naar de KLM gestuurd; ze krijgen nog één kans om te betalen. Doen ze dat niet binnen 7 dagen dan moet de rechter een uitspraak doen. Binnen een paar dagen reageert de KLM met het volgende bericht:


Geen enkel woord over de geschiedenis van het afgelopen jaar. Geen excuus, of een ‘bij nader inzien vinden we toch dat…’ Gewoon de simpele constatering dat we op grond van de EU Verordening 261/2004 recht hebben op een compensatie van € 600 p.p. Dat wisten wij een jaar geleden al! Maar de KLM had er daadwerkelijk een conceptdagvaarding voor nodig om tot dezelfde conclusie te komen. Blijkbaar gaan ze er vanuit dat de meeste mensen niet zo’n lange adem hebben.
Inmiddels staat er € 1800 op een rekening bij DAS te wachten om overgeboekt te worden naar ons. (Dank voor de prima service bij deze rechtsbijstandverzekering.)

Geloof me: ik had liever gezegd: ook als er een probleem is kan je prima terecht bij de KLM. Jammer dat het bedrijf dat niet waar wil maken. Maar... het oude spreekwoord houdt stand: de aanhouder wint. Ook van de KLM!

Fijn... als-ie het doet...