maandag 16 november 2009

Helemaal heppie

Sinds we ons hebben aangemeld voor Wat vindt Nederland zit Roosmarijn in het adressenbestand van Talpa.
Een week of twee geleden zit daarin een mailtje dat er in Groningen een speciale voorstelling is van Holiday on ice met Spirit of the World.
Alle kinderen die op een Heppiekamp zijn geweest met René en Natasja Froger zijn – met de hele familie – uitgenodigd om te komen kijken naar de show én een verrassingsoptreden. Wat dat optreden is kan je natuurlijk op je vingers natellen nu René Froger met zijn zoons het Heppielied heeft uitgebracht.
Blijkbaar is de zaal niet vol met alle Heppiekids want wij kunnen – tegen een heel schappelijk prijsje – kaarten kopen. We moeten er wel al om 11 uur op zaterdagmorgen voor in Groningen zijn…
Maar ja, Merette heeft René Froger hoog op haar verlanglijstje staan en Natasja ook! Dat is voor het eerst, maar blijkbaar heeft ze indruk gemaakt met haar enthousiasme en inzet op de Heppiekampen, kampen voor kinderen die een vakantie even heel goed kunnen gebruiken.
Dus melden we ons aan.
Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik vorig jaar met ‘Geen cent te makken’, in eerste instantie heel sceptisch was, maar de Frogers hebben heel erg veel aandacht voor de Voedselbank weten te genereren op een heel goede manier.
Ik heb nog geen Heppie-uitzending gezien, maar ik denk dat ze ook een goede kans maken om het voor elkaar te krijgen dat er een Heppiehotel komt: een speciaal hotel waar heel veel kinderen die het hard nodig hebben een weekje onbezorgd vakantie kunnen vieren. Petje af voor de familie Froger!
Gewapend met twee rozen rijden we zaterdagmorgen naar Groningen. Alle Heppiekids en familie worden – onder toeziend ook van enorme camera’s – opgewacht door Natasja Froger. Ze kent ze allemaal bij naam en maakt met iedereen een praatje. Merette schuift voorzichtig naar voren. En jawel, voor ze het weet staat ze gezellig te kletsen met Natjasja en natuurlijk mag ze op de foto. ‘René en de jongens zie je straks hoor, veel plezier!’ lacht Natasja.
Merette heeft geen idee wat haar te wachten staat, ik heb het Holiday on ice verhaal niet kunnen uitleggen. Maar als de voorstelling een keer is begonnen komt ze ogen te kort!
Het is een fascinerend schouwspel.
Voorlopig hoogtepunt is ‘This is the moment’ life gezongen door René en met een ijsdans door een van zijn zonen met een prachtig meisje.
Net voor de pauze wordt er een kleed midden op het ijs gelegd. En jawel: René en zijn drie zonen zingen – op de schaats (maar wel op het kleed) – het Heppielied. Merette straalt.
Als de hele show is afgelopen wordt het optreden herhaald. Merette ziet nog net kans om René Froger haar tweede roos te geven als hij van de ijsbaan afgaat. Ze krijgt een knuffel en een zoen, maar het gaat heel snel, tijd voor een foto is er niet.
Dat valt dan toch even tegen. Als blijkt dat Natasja nog aan het handtekeningen uitdelen is wil ze daar nog wel even heen. Als we dan toch echt de zaal uit moeten vraagt ze aan Natasja of René nog komt. Op hetzelfde moment staat hij achter Natjasja, ziet Merette en zegt: ‘Dankjewel voor je mooie bloemen. Hoe gaat het met jou?’ Merette ziet haar kans schoon en draait zich meteen naar papa René met fototoestel: foto gescoord, missie geslaagd…
Daar word je toch helemaal heppie van!



En voor de liefhebbers...

zondag 8 november 2009

Gewoon omdat-ie zo mooi is...



Ik kreeg hem via Hyves, dit prachtige filmpje. Wel even spannend, maar het loopt gelukkig goed af. (En voor alle moeders onder ons...ik kan zó met Nikki meevoelen.....)

maandag 2 november 2009

Plukjes...



Ze heeft het mooist haar van de wereld. Het is dik, rood (en dan dat rood van een kastanje die net uit de bolster komt in de zon) en het krult een beetje.
Dat is op zich al mooi, maar is bij een jonge vrouw met Down Syndroom heel bijzonder.
Als ze klein is, is het net Pippi Langkous. Vlechtjes, staartjes, een paardenstaart, het kan allemaal. Ik heb veel ervaring: drie meiden met lang haar (blond, rood en donker), dan leer je het wel.
Als ze naar school gaat wordt het lastig: er is geen tijd om het daar na de douchebeurten na gym en de zwemlessen goed te verzorgen. Zelf kan ze dat ook niet echt en ik besluit – met pijn in het hart – het kort te laten knippen.
Vier jaar geleden gaat ze ‘wonen’. Ik zie mijn kans schoon: hier willen haar begeleiders best vlechten en kammen. We laten het groeien. Vlechten het in, steken het op, of laten het los, met een haarband.
Alleen: mevrouw heeft een hekel aan plukjes. Als het haar is ingevlochten, moet het helemaal strak naar achteren in het elastiek. Hoe we ook proberen uit te leggen dat juist die speelse, losse plukjes zo leuk staan en dat Renate dat toch ook heeft (meestal wil ze alles wat haar oudste zus heeft ook, maar voor de plukjes gaat het niet op), ze heeft er een ongelooflijke hekel aan. De hele dag is ze in de weer met knipjes, de plantenspuit en de borstel. Vaak moet het haar opnieuw worden ingevlochten omdat ze vindt dat er te veel losse plukjes zijn. Soms is het om stapeldol van te worden dat eindeloze gefrunnik. Eigenlijk wil ze het wel kort. ‘Stekkeltjes?’ stel ik voor. Maar nee, dat hoeft dan ook nog niet. Gelukkig, stel dat ze ja had gezegd.
Dan vindt de begeleiding in haar badkamer allemaal losse plukjes haar: ze is zelf met de schaar aan de slag geweest. Als ik haar daar op aanspreek (ik doe net alsof ik het zelf gezien heb, de begeleiding heeft afgesproken het niet aan mij te vertellen) wil ze er niet over praten. ‘Moeilijk’ is haar conclusie. Ik probeer uit te leggen dat plukjes afknippen niet de oplossing is: ze groeien immers weer aan. Maar dat is te abstract. Ze weet maar al te goed dat het niet goed is wat ze heeft gedaan, maar de plukjes zijn sterker.
Ze moet naar de kapper (lees: de buurvrouw). Die constateert dat ze in haar nek aardig in de weer is geweest met de schaar.
Ok, dan moet er toch iets gebeuren. We besluiten tot een boblijn. Niet echt kort, de haarband blijft nodig, dus het door mij gevreesde jongenskopje komt er niet. Nu nog even kijken hoe het zit als het niet mooi in model is geföhnd door de kapper. Ze is er zelf helemaal blij mee. Ik moet nog wel even wennen...

woensdag 28 oktober 2009

Hoera de wereld vergaat niet!!

Volgens een oude Mayakalender zou de wereld vergaan op 21 december 2012. Volgens ene Johan uit een klas van de reünie gebeurt er in oktober 2011 volgens diezelfde Mayakalender iets dat de wereld geheel op zijn kop zet: oude waarden verplaatsen, maar maken nog wel plaats voor iets nieuws. Die nieuwe wereld is overigens wel alleen toegankelijk voor een select groepje uitverkorenen. En passant beweert hij ook nog even dat kanker in stand gehouden wordt door de farmacie en dat het journaal ons alleen maar onwaarheden vertelt: het nieuws is een groot complot en alles wat we zien en horen is beslist niet waar, te beginnen met de aanslagen van 9/11 en het klimaatverhaal van Al Gore.
Complotten zijn het allemaal, verzinsels om ons zand in de ogen te strooien. Nou snap ik nog dat je de farmaciewereld in de schoenen wilt schuiven dat ze erg graag producten willen blijven verkopen, maar waarom ik moet geloven dat de CIA zelf zo ongeveer de Twin Towers in is gevlogen ontgaat mij volledig. Maar goed: ieder zijn ding.

Maar goed: die Mayakalender. Ze waren beslist heel slim die Zuid-Amerikaanse indianen. Ze berekenden (en bouwden) de prachtigste dingen en eigenlijk weet nog niemand hoe ze dat konden doen met de – in onze ogen – beperkte middelen die hen ter beschikking stonden.
Dat geeft toch te denken over hun kalender die de scheppingsdatum (11 augustus 3114 voor Christus) aangeeft en vertelt dat op 21 december 2012 het einde van een tijdperk is aangebroken.

Maar…er is weer hoop! Andreas Fuls, aardwetenschapper van beroep, heeft een fout ontdekt in de kalender. Op basis van een oude Mayatabel waarop de standen van Venus staan en nieuw ontdekte inscripties en voorwerpen heeft hij nu berekent dat Mayakalender pas stopt op 21, 22 of 23 december 2220.
Gelukkig! Kunnen we gewoon weer plannen maken voor 2013.

PS: Overigens denkt deze meneer Fuls dat de Maya’s na het einde van de kalender gewoon beginnen met een nieuwe kalender. Kijk daar hou ik van: het glas is gewoon halfvol!

zondag 25 oktober 2009

Seizoenen

De wintertijd is ingegaan. Er zijn veel mensen die mopperen: bah, vroeg donker, koud, regen, ik wou dat het al weer zomer was.
Ik heb er geen last van. Ik houd van het voorjaar, met zijn frisse groen, de jonge dieren en de kleuren van de bollen. Ik houd van de zomer (als er het niet al te warm is, want daar kan ik niet heel goed tegen) met zijn lange avonden, de vogels die je ’s morgens wakker zingen, de vuurkorf en de koele wijntjes. Ik houd ook van de winter: Sinterklaas, kerst, oud & nieuw. Cadeautjes, kaarsen, lekker eten en het gevoel van ‘lekker thuis’. Kou (doe mij maar het weer van de Elfstedentocht!), heerlijk!
En ik houd van de herfst. Met zijn regen, hagel en wind. Maar vooral: met zijn prachtige kleuren in de zon.
Ik zou niet kunnen aarden in een land waar het altijd mooi weer is. Juist de afwisseling van de seizoenen maakt mij heel gelukkig. Wat bof ik toch dat ik in Nederland geboren ben…

zondag 11 oktober 2009

Sedoomvedown


Mongooltje, Mongool. Jaren lang werd dit woord gebruikt om mensen met het Syndroom van Down aan te duiden. De ontdekker van het syndroom: Dr. John Langdon Haydon Down stelde vast dat mensen met het Syndroom van Down uiterlijke overeenkomsten vertoonden met de bewoners van Mongolië. de scheefstaande ogen, het vaak platte achterhoofd, je ziet ze terug bij de enige echte Mongolen van deze wereld: de bewoners van het land Mongolië.
Toen Merette geboren werd – 23 jaar geleden – werd het woord mongooltje nog vaak gebruikt om haar syndroom aan te duiden. Dat was niet vervelend bedoeld en dat heb ik ook nooit zo ervaren. Zelf heb ik het woord nooit gebruikt. Merette heeft het Syndroom van Down. Een syndroom dat inhoudt dat ze bepaalde uiterlijke kenmerken, 47 chromosomen en een verstandelijke beperking heeft. Ze lijdt er niet aan, ze heeft het. Ze is niet haar syndroom, ze heeft een syndroom.
Dat is soms moeilijk genoeg. Voor ons, maar ook voor haar. Want ze kent het woord Mongool maar al te goed, met als het woord Syndroom van Down. Ze herkent het ook als ze andere mensen tegenkomt met DS. ‘Die is gehandicapt’, constateert ze dan. ‘Wat heeft-ie dan?’ vraag ik meestal. ‘Weetniet’ zegt ze schouderophalend. ‘Jawel Merette, dat weet je best!’ ‘Sedoomvedown’, mompelt ze dan, want ergens ervaart ze het toch als iets wat niet helemaal goed is. ‘Ja Merette, en dat heb jij ook’, zeg ik dan. ‘En dat geeft helemaal niks, want je bent lekker mijn Merette. En wij vinden dat helemaal niet erg, dat hoort gewoon bij jou.’
Zelf zal ze het woord Mongool overigens nooit gebruiken. Niet omdat wij haar dat geleerd hebben, ze doet het gewoon niet.

Mongool wordt gebruikt als scheldwoord, vaak met het woord achterlijk er nog even fijntjes voor gezet. Voor mij valt het als scheldwoord in dezelfde categorie als ‘vuile hoer’ (omdat je toevallig een vrouw bent) of ‘kankerlijer’ (als je iets doet wat een ander niet aanstaat). Ik heb lieve vriendinnen verloren aan kanker en wordt laaiend als ik het woord hoor. Mijn kinderen hebben deze woorden in elk geval nooit gebruikt en als ik het hoor zal ik kinderen (en volwassenen) er altijd op aanspreken. Dat geldt wat mij betreft ook voor het woord Mongool.
Natuurlijk weet ik dat het niet persoonlijk is bedoeld. Dat het wordt gezegd door mensen die Merette (of een ander Downtje) niet kennen (want dan laat je het wel uit je hoofd). Ik weet dat schelden gebeurt uit onmacht en uit woede en meestal door mensen die niet beter weten.
Maar het doet wel pijn. Nog steeds. Zoals René zegt: ‘het snijdt door je ziel’. (En hij hoort het nogal eens op het schoolplein…)
Altijd als ik het hoor (of lees) denk ik aan mijn prachtige, sociale dochter. Aan alle moeite die we hebben gedaan om van haar een leuke volwassene te maken, die lekker in haar vel zit en – op haar manier – een waardevolle bijdrage levert aan onze hectische maatschappij. Door wie ze is, door wat ze doet. Door haar levensvreugde (want als er iemand geniet van het leven is het Merette wel).

Die vanmorgen ziet dat er aardappelen klaar staan om geschild te worden (maar de juiste pan zat nog in de vaatwasser) en meteen roept ‘ik schil aardappelen voor jou!’ En die twee minuten later druk in de weer is met de dunschiller: tong uit haar mond van inspanning ‘want dan hoeft mama dat straks niet meer te doen’.
Vanmorgen lees ik het woord op Hyves. Achteloos gebruikt door iemand die boos is vanwege een gestolen fiets. Iemand die goed is in taal en van wie je beter zou verwachten dan dergelijk taalgebruik te bezigen op internet en twitter.
En hoe ik ook probeer me ervoor af te sluiten: het doet pijn. Het snijdt door mijn ziel. Dat gaat nooit meer over….

vrijdag 9 oktober 2009

Celebrate love and life!

Ik heb Sjoukje nooit gekend. Maar in november 2008 sluipt ze mijn leven in.
Op 20 december staat ons familiekerstdiner gepland. Beetje vroeg, maar dat komt doordat een deel van de familie de kerstvakantie in Afrika gaat doorbrengen.
Dan belt mijn broer: of het erg is dat het diner niet doorgaat? Sjoukje, een studie- en muziekvriendin wordt 40 en geeft een feest onder het motto: 'Celebrate love and life'. En de kans bestaat dat het meteen haar laatste verjaardag is want ze heeft A.L.S. Een zeer progressieve ziekte die de zenuwbanen aantast die de spieren aan moeten sturen. Al je lichaamsfuncties vallen uit en uiteindelijk houden ook je ademhalingsspieren er mee op.
Sjoukje is zwanger van haar derde kind als de eerste verschijnselen zich openbaren, maar pas na haar zwangerschap wordt de diagnose gesteld: een onherroepelijk doodvonnis.
Daarbij valt ons kerstdiner in het niet. Natuurlijk moeten ze naar dat feest!
Vlak na haar verjaardag in december is Sjoukje te zien in De wandeling, een tv-programma van de KRO. Het is een hartverscheurend verhaal: een echtpaar met drie jonge kinderen, waarvan de moeder in een rolstoel zit (en op haar verjaardag nog net met twee handen haar glas champagne kon vasthouden) en langzamerhand de totale controle over haar lichaam verliest.
Ze heeft een blog op hyves en vanaf dat moment ben ik een trouwe lezer.
Sjoukje overlijdt in juni, een paar dagen voor de eerste verjaardag van haar jongste dochter.
Een kleine maand ervoor heeft Han, haar man haar aangemeld bij Persoon van het jaar.
Daar kun je mensen nomineren (ik kan het woord nomineren bijna niet meer uit mijn computer krijgen, maar voor deze keer…). Het gaat er niet zozeer om om Sjoukje op die eerste plek te krijgen (want die heeft haar eerste plek bij heel veel mensen al lang binnen…), maar om meer bekendheid voor A.L.S. De ziekte is weinig bekend en dat betekent simpelweg dat er ook weinig geld is voor onderzoek.
Vanaf die tijd stem ik trouw. Elke dag. Dat mag op die site.
Sjoukje staat bovenaan, met meer dan 60.000 stemmen. Elke dag is er een trouwe groep mensen die op haar stemt, maar die groep is wel veel kleiner geworden dan dat hij in juni-juli van dit jaar was. Zo gaan die dingen. Sinds een maand hebben fans van Michel Jackson de site ontdekt. Hij dreigt haar in te halen.
Omdat ik zo’n bewondering heb voor Han en Sjoukje en weet hoe belangrijk het is voor heel veel andere A.L.S. patiënten wil ik iedereen wijzen op de site waarop Han alle blogs van Sjoukje heeft gezet, bijgehouden sinds ze die fatale diagnose kreeg.
Nee, ik roep niemand meer op om te stemmen (ik zou niet durven), maar als je de onbedwingbare behoefte voelt… Het kan met deze link. Het kost je elke dag een minuutje (kan de Telefoongids nog wat van leren). Ik blijf het doen tot het eind van het jaar.

zaterdag 3 oktober 2009

Kees


Hij is amper een week of zes als hij bij ons komt in 1992: een grijs gestreept katertje met witte voetjes en een witte bef. Hij komt van een boerderij en zijn moeder moet met een bezem in bedwang worden gehouden om haar kitten te kunnen pakken. ‘Waar begin je aan, die wordt nooit tam’, krijg ik van veel kanten te horen, ‘een boerderijkat went niet in een huis.’
We hebben twee katten op dat moment, Julia en Sweety, maar het lijkt ons leuk voor de meiden om een kitten in huis te halen zodat ze samen kunnen opgroeien.
We noemen hem Kees. Niet omdat we dat nou zo’n fantastische naam vinden voor een kater, maar omdat het een van de weinige woorden is die Merette kan uitspreken.
Kees gedijt prima in het drukke gezin. Nooit krabt of bijt hij iemand. Als het hem allemaal te druk wordt gaat hij gewoon weg, zoekt een plekje waar de kinderen hem niet kunnen vinden en komt weer tevoorschijn als de rust is weergekeerd.
Groot wordt hij niet, hij blijft er uit zien als een jong katje. Maar stoer is hij wel: er komt geen vreemde kat in de tuin als hij dat niet wil. Hij jaagt ze er allemaal met verve uit, een enkele uitzondering – hij heeft zo zijn voorkeuren – daargelaten.
In ons oude huis zit hij altijd op René te wachten als hij thuis komt van school. Op de parkeerplaats, die een meter of 50 van ons huis ligt. Met een ‘prrrt’ geeft hij een kopje en wandelt mee naar huis.
Een weekend Centre Parcs lijkt even in een drama te eindigen: Kees is onvindbaar als we thuiskomen. Gelukkig zit hij in het asiel.
Als we in 1999 verhuizen is hij de eerste dag dat hij naar buiten mag verdwenen. We zoeken hem overal en op een gegeven moment horen we hem roepen. Hij zit ergens op een enorme zandberg in het hoge gras en wacht keurig tot René hem daar af komt halen.
Als de twee oude dames er niet meer zijn komt Saartje, een kleine lapjespoes. Saar krijgt verschillende keren een nestje. Dat kan hem niet bekoren en in eerste instantie blaast hij naar de kittens en keert ze vervolgens de rug toe. Als de kittens de mand uit komen en het huis gaan verkennen, probeert hij ze te laten schrikken door heel erg te blazen en te slaan, maar na een dag legt hij zich bij het onvermijdelijke neer en keurt ze geen blik meer waardig. Dat een paar van de kittens bij ons blijven wonen, vindt hij geen probleem. En die ene die bij de buren gaat wonen, mag ook altijd gewoon bij ons in de tuin komen. Toch een beetje familie…
Vlakbij ons huis is een bushalte. Als Kees behoefte heeft aan een extra knuffel, kuiert hij naar de bushalte en geeft kopjes aan mensen die op de bus staan te wachten. Ik ben wel eens bang geweest dat hij in zou stappen, maar dat heeft hij nooit gedaan.
Eigenlijk heb ik altijd gedacht dat Kees niet oud zou worden. Toen hij klein was, heeft hij twee keer enorme blaasproblemen gehad en is er zelfs even sprake van geweest dat de dierenarts een meisje van hem moet maken. Met dieetvoer gaat het uiteindelijk prima. Kost een paar cent, maar dan heb je ook wat…

Stiekem wordt hij ouder, vijftien, zestien jaar. Hij wordt een beetje doof en is niet meer zo heel snel. Maar kan nog steeds vol overgave achter vliegjes aan springen in de tuin en spelen met blaadjes die van de bomen vallen. En natuurlijk genieten van het zonnetje, want elk straaltje zon gebruikt hij om in te liggen soezen.


De laatste maanden wordt hij heel mager. Gaat heel veel drinken. Hij drinkt graag uit de kraan (van kleins af aan gedaan), maar nu wil hij dat de hele dag.
En hij krabt, tot bloedens toe soms. Naar de dierenarts dus maar. Die kijkt bedenkelijk. ‘Zeventien…tja, dat is wel heel oud. Dan krijgen ze last van ouderdomsverschijnselen en daar kan ik niet altijd meer wat aan doen. Maar ik kan nog een hormoonkuurtje proberen voor het krabben.’
Dat helpt, het krabben houdt op. Maar het drinken wordt meer. Het lijkt wel of hij alleen nog maar drinkt en plast.
Dan houdt hij ook op met eten. Zacht voer gehaald, maar ook daar heeft hij weinig zin meer in. Voor een stukje kip en een eidooier komt hij nog wel bij me, maar zelfs dat eet hij niet meer van harte. Ook zijn gezellig ‘prrrrt’ laat hij niet meer horen als je hem aanhaalt.
Op een ochtend valt hij om als hij probeert te lopen. Dan is voor mij de maat vol. Dit wil ik niet. Een kat hoort te spelen en te genieten van het leven. Dit magere, kleine hoopje kat heeft geen plezier meer. Ik bel de dierenarts en ook hij vindt dat het nu waarschijnlijk tijd is om hem een spuitje te geven.
Met pijn in ons hart pakken we de reismand en brengen Kees naar de dierenarts. Die bekijkt het magere lijfje en bevestigt wat hij al dacht: Kees is oud en op.
Een half uurtje later staan we buiten. Met lege mand (en een bekeuring omdat de parkeermeter het niet deed en we niet verder wilden zoeken…).
Het is de juiste beslissing: een dier waar je zo veel plezier aan hebt beleefd, gun je een rustige, pijnloze dood. Dat heeft hij aan ons verdiend. We hebben hem ruim 17 jaren had en hij heeft het goed gehad bij ons. Verstandelijk is het allemaal heel makkelijk te beredeneren.
Nu spookt er al dagen een heel zoet kattenliedje door mijn hoofd. Ik weet niet waar ik het van ken, maar ik kom er niet van af:
‘Nou mag iedereen beweren, ’t was een doodgewone kat, maar wat hebben wij elkaar toch vele jaren lief gehad…’

woensdag 30 september 2009

Geen woorden


Ik ben erg van de woorden. En maar heel soms ben ik het eens met het gezegde: Een beeld zegt meer dan 1000 woorden....
Maar nu wel! Want zeg nou zelf: wat moet ik hier nou over vertellen?
Dit is puur, ongecompliceerd plezier!

zondag 6 september 2009

Wat vindt Nederland?


Een paar weken geleden: Jack Spijkerman roept teams van drie personen op om mee te doen aan zijn nieuwe programma ‘Wat vindt Nederland?’ Melig roepen Roos en ik dat we daar vast heel goed in zijn en dat we ons maar eens op moeten geven.
Als we het op een zondagavond weer voorbij zien komen kruipen we achter de pc en geven ons op. We zijn anderhalf uur bezig met invullen…
De volgende dag belt Talpa: kunnen we woensdag komen voor een casting? We moeten wat schuiven, maar het lukt.
We moeten allerlei vragen invullen en ook vertellen wat we met het flinke geldbedrag gaan doen dat we kunnen winnen. Indonesië nog maar een keer met z’n allen. En dan ook nog even een leuk bedrag brengen bij ‘ons’ lepradorp.
Met z’n drieën moeten we vervolgens voor een camera bedenken wat de mening is van het Nederlandse volk over stellingen die we krijgen voorgelegd. Of we daarbij ook onze eigen mening moeten geven is niet heel duidelijk, maar we toeteren hem er af en toe wel tussen door.
Volgens Renate vinden ze ons hartstikke leuk, maar John de Mol himself moet het filmpje nog bekijken. Binnen twee weken krijgen we bericht.
Twee weken later worden we gebeld: ja, we waren hartstikke leuk. Maar… de meeste mensen durven toch niet echt een mening te geven voor de camera en dat is toch echt wel de bedoeling. Dus heeft meneer de Mol in al zijn wijsheid besloten dat hij het spelletje wel gaat spelen, maar met bekende Nederlanders. Of we wel een keer een uitzending willen bijwonen. Mogen we op de eerste rijen, dan kan Jack Spijkerman ons nog wat vragen…
Afgelopen zaterdag rijden we naar Weesp. Gelukkig wordt ons hier wel verteld wat er gaat gebeuren. We zitten inderdaad vooraan, niet vanwege onze geweldige casting, maar vanwege het feit dat Roos daar kaartjes voor krijgt. Als we zitten willen ze eigenlijk wel weer dat Renate en Merette naar achteren verhuizen: te veel jonge mensen op de eerste rijen. We schuiven onderling een beetje, maar blijven wel bij elkaar zitten. Merette wil ie Bekende Nederlanders echt niet van de achterste rij bekijken!
Dennis van der Geest is teamleider van team 1, samen met zijn vader en zijn broer. Het andere team wordt aangevoerd door Heleen van Royen. Brrr… daar heb ik nou hélemaal niks mee! Merette ook niet, maar dat is logisch. De familie van der Geest is veel interessanter: drie mannen, vlak voor je neus. Ze maakt snel contact, krijgt knipoogjes en een hand van Jack Spijkerman.
Het is een leuk programma, met soms heel verrassende meningen van het Nederlandse ‘volk’. Jack komt niet met vragen bij ons (zijn we toch niet leuk genoeg?) maar we amuseren ons prima. John de Mol is aanwezig en bemoeit zich nadrukkelijk met het programma, hij geeft aanwijzingen en lijkt behoorlijk streng.
Merette moedigt haar team fanatiek aan (voor de oplettende kijker is dat af en toe ook wel te zien), maar helaas: ze verliezen van de dames.
Als het afgelopen is wil Merette toch echt met Dennis van der Geest op de foto. Dat mag: met zijn broer en de beker erbij. Dan met Jack Spijkerman. Dat mag ook.
En dan…krijgt ze van Dennis van der Geest de beker die ze net gewonnen hebben. Mag ze meenemen. Ze is er even helemaal stil van. Echt waar? Echt waar.
Renate en Roos willen dan nog wel even proberen of Merette ook nog met de echte baas van Talpa op de foto mag. Geen probleem (nu zijn geld nog).
Met de beker in de hand loopt Merette mee naar de auto. Ze nestelt zich in het midden op de achterbank, de beker stijf vasthoudend. ‘Is-ie echt?’ vraagt ze voor alle zekerheid. ‘Ja hoor, hartstikke echt’, verzekeren we haar. ‘Ik heb nog nooit een beker gehad’, verzucht ze. ‘Maar nou wel!’
Hebben we toch gewonnen!

zondag 23 augustus 2009

Caught in Popstars

Mailtje van Renate: ‘Mam, ik heb een mailtje gestuurd naar SBS om te vragen of ik met Merette naar een opname van Popstars kan. Ze wil zó graag Gerard Joling zien en ze vindt het vast ook leuk om eens te zien hoe het gaat’.
Leuk idee.
Nog een mailtje: ‘Nou het kan, maar al aanstaande zaterdag. Gerard Joling is er en we moeten daar maar even vragen of ze hem kan ontmoeten, dat kunnen ze nog niet zeggen. Maar ik ben op Lowlands, dus kan jij er heen? Want ik weet niet of het voor een andere zaterdag ook zo makkelijk gaat. Vraag ik er wel een kaartje bij voor papa.’
Ik heb heel andere plannen voor die zaterdag, want mijn opruimvakantie is geslaagd, maar ik heb nog wel een aantal schrijfklussen liggen die af moeten. Maar ja, Gerard Joling en Merette, die kans kan ik niet laten lopen. Toch? Nee dus.
We worden om half twee verwacht bij ’t Spant in Bussum en het kan een lange dag worden. Meer weet ik niet, zelfs niet om welke opnamen het gaat.

Donderdagavond wil ik Merette bellen met het grote nieuws, maar ze is me voor. ‘Ik heb Jannes gezien!’, gilt ze door de telefoon. ‘En een kus gegeven! En op een kameel gezeten!’ Zomerfeest op De Lathmer. Na een beetje na- en doorvragen kom ik erachter dat ze al drie dagen aan het feestvieren is geweest op het terrein van De Lathmer. Jammer dat ik het niet wist, dan had ik iets meer begrepen van haar verhaal. Maar dat Jannes er was bewijst de volgende dag de foto op de voorpagina van het regiodeel van de Stentor: ze loopt naast Jannes in een vrolijke polonaise. Voorpagina gehaald zonder dat ik erbij was. Kind van haar moeder.


Ik vertel dat we naar Popstars gaan en dat Gerard Joling er ook is. Daar is ze even stil van, want Jannes is fantastisch, maar kan niet tippen aan Gerard Joling. Dat is het echte werk! We spreken af dat ik bloemen haal en dat we haar zaterdagmorgen ophalen.
We zijn rond kwart voor een in Bussum. We begrijpen (van zenuwachtige ouders in de rij) dat er nog 22 kandidaten zijn en dat er tien moeten overblijven voor de liveshows. Om half twee gebeurt er niks. Het is warm in de rij en we hebben honger en dorst. Ik ben ervan uitgegaan dat ’t Spant in deze behoeften gaat voorzien, maar ja, we kunnen er niet in. Pas tegen half drie gaat de deur open. De organisatie mag blij zijn dat er niemand bevangen is door de hitte. We moeten telefoons en camera’s afgeven. Dat doe ik braaf. Mijn mobiel en mijn camera. René's mobiel zit in mijn ene zak en het kleine cameraatje in mijn andere. Ik weet dat de kans op een meet & greet met meneer Joling niet groot is, maar als het gebeurt zal dat niet zijn terwijl ik zonder camera zit!
Binnen blijkt er wel in onze vochtbehoefte te kunnen worden voorzien, maar er is helemaal niets te eten… Als dat nu in de uitnodiging had gestaan, dan had ik voor een paar broodjes gezorgd. Voor de twee toiletten staan we vervolgens meer dan een half uur in de rij. Het duurt tot half vijf voor we eindelijk de zaal in kunnen. Geen idee waarom het zo lang duurt, communiceren is duidelijk niet de sterkste kant van Popstars. Het is dat ik het Merette niet kan aandoen, maar oh, wat was ik graag naar huis gegaan. Met rammelende maag nemen we plaats in de zaal. Beetje achteraan en aan de zijkant. Merette heeft inmiddels al aan verschillende mensen verteld dat die mooie roos toch echt alleen voor Gerard is. Ze lijkt beet te hebben als een aardige man van de crew vertelt dat hij eens zal kijken of er iets te regelen valt. We zien hem niet meer terug.
Henk Jan Smit, Patricia Paay en Maurice Wijnen komen op als jury. Merette vindt het leuk om ze in het echt te zien. Nance en Gerard Joling zijn er wel, maar ze hebben in de zaal geen grote rol, dus we zien ze weinig. We klappen en juichen braaf op commando voor alle wannabe-popstars die voorbij komen. Na ruim een uur zijn er mensen die naar het toilet moeten. Of naar huis willen, omdat het inmiddels over zessen is. Ze mogen er niet uit. De deur van de opnamestudio blijft stijf gesloten. Alleen voor een driejarig jongetje dat echt heel nodig moet wordt een uitzondering gemaakt. Slimme actie, dweilen is ook niet alles.
Het wordt een gênante vertoning. Steeds meer mensen willen weg, maar mogen niet. Wij bekijken het met stijgende verbazing. Ben je een zaterdagmiddag uit, wordt je compleet gegijzeld. Caught in a trap called Popstars.
Merette vindt het allemaal nog prima en hoopt nog steeds op een ontmoeting met Gerard. Ze raakt nu aan de praat met een van de meisjes van de crew. Zij belooft na de opname te kijken of ze iets kan regelen. Als het programma – met nog een verlenging omdat de jury vier kandidaten nog een keer wil horen – is afgelopen loopt het tegen zevenen. Alle toeschouwers – behalve de familie – moet (mag) de zaal uit. De uitslag blijft geheim, want het is niet de bedoeling dat die bekend wordt voor de uitzending. Of wij nog even willen blijven? Dat willen we. We verlaten de zaal via een andere uitgang dan de rest van het publiek en wachten op de terugkeer van het meisje. Na een paar minuten komt ze terug. ‘De hele crew is aan het eten. Je mag mee naar beneden en dan komt Gerard even bij je.’
Beneden stellen we ons een beetje verdekt op om te voorkomen dat iedereen in de gaten heeft wat er gebeurt. En dan… is daar Gerard Joling. Merette valt compleet stil. Gelukkig heeft hij daar zelf geen last van. Hij knuffelt en zoent en kletst gezellig weg. De roos vindt hij prachtig. En natuurlijk mag er een foto gemaakt worden. Wel twee, voor alle zekerheid.
Met een blije Merette nemen we afscheid. Ze heeft honger, ze moet naar de wc (maar die zijn kapot(!)), maar het geeft allemaal niks. Ze heeft er zeven uur op moeten wachten, maar haar missie is geslaagd. Haar dag, wat zeg ik, haar hele weekend, kan niet meer kapot! Mijn schrijfwerk? Ach dat ligt er morgen ook nog wel…

donderdag 13 augustus 2009

Glamorous

Ik heb een klantenkaart van Douglas. Want ik ben verslingerd aan lekkere luchtjes. Make-up is minder aan mij besteed. Ik vind het wel leuk, maar ben er niet heel handig mee.
Door die klantenkaart krijg ik ook altijd aanbiedingen. Tegen de feestdagen heel handig (en ze blijven de winkel waar je cadeautjes het allermooist worden ingepakt, ik snap niet dat andere winkels daar nog geen voorbeeld aan nemen. Voor mij echt een reden om daar mijn cadeau-inkopen te doen!) en soms is een van mijn favoriete luchtjes in de aanbieding. Verder doe ik er niet heel veel mee. Een paar weken geleden lag er een kaart in de bus. Ik kon me laten opmaken en dan glamourfoto’s van mezelf laten maken. Zie je het voor je?
Maar het maakte me wel nieuwsgierig: hoe zou ik er uit zien met een goed aangebrachte make-up? Tot mijn eigen verbazing maak ik een afspraak. Maandag 10 augustus word ik verwacht.
De bewuste maandag heb ik spijt als haren op mijn hoofd. Ik wil niet opgemaakt, het is me veel te warm. En ik wil al helemaal niet op de foto, want daar word ik meestal ook niet vrolijk van. Maar ja… ik heb wel betaald…
Roos roept: ‘Tuurlijk ga je! Ik kom kijken hoor, ik wil toch naar de stad.’ René wil me wel wegbrengen (en dus ook mee) en Renate komt ook wel even kijken als het kan.
Ik meld me keurig op tijd. Een kleine, Aziatische vrouw maakt foto’s in een rap tempo. Er is een soort podium opgesteld met veel glitter en zilver. Brrr. Bij het maken van de laatste foto laat ze het slachtoffer van dat moment languit liggen en maakt dan een foto. Dan kom ik helemaal niet meer overeind…
Roosmarijn is inmiddels ook gearriveerd. ‘Zo’n leuke jurk gezien mam! Maar je moet wel even mee kijken. Want hij is met stippels en bloemen en nog wel duur ook. Maar ik vind hem heel gaaf.’ Ze bekijkt het gedoe met make-up en fotografie. ‘Wil je ook?’vraag ik. Er is plaats en ja, ze wil wel. Renate komt de winkel binnen. ‘Ik wil niet hoor. Ik heb het vorig jaar wel gezien. Knalpaarse lippenstift. Ik ben daar een beetje gek!’ Dan ziet ze de fotografe aan het werk. ‘En een beetje op de grond liggen zeker, echt niet!’
Maar…ik wil eigenlijk wel op de foto met twee mooi opgemaakte dochters. Het kost wat moeite, maar ze laat zich overhalen. ‘Maar geen paarse lippenstift en ik ga ook niet op de grond liggen!’
Ik ben als eerste aan de beurt. Eerst mijn haar, maar daar is weinig mee te beginnen. Fijn hoor, krullen van jezelf, maar je kan er niks mee. Er is wel iets wat mijn kroeskrullen in bedwang moet houden, daar ben ik wel in geïnteresseerd, dus ik mag een paar proefjes mee (enne…het werkt!). Daarna de make-up. Bruin laagje, groene oogschaduw, een trilmascara (krijg ik toch wat vreemde associaties mee, zo’n vibrerend borsteltje op je wimpers…) en een superglanzende lipgloss. Toch lijk ik nog wel een beetje op mezelf…
Roosmarijn krijgt donkerblauw aangezette ogen, Renate blauw en een prachtig roze lippenstift.
Dan de foto’s. De fotografe geeft in snel Engels, vriendelijk aanwijzingen. Beetje voorover, schouder hier, hand daar, nee niet duwen, hoedje op (nee echt niet, ik heb geen hoedenhoofd), (nep)bont stola om. Ik doe braaf wat ze zegt. Gelukkig hoef ik niet te liggen…
Roos wel en Renate ook. Ze doet het zonder protest. Nog even met z’n drieën op de foto en dan zijn we klaar. De foto’s worden (allemaal, en het zijn er veel!) getoond op een groot scherm. Als je er een niet mooi vindt kun je hem laten deleten. Natuurlijk komen we uit op een flink aantal foto’s, want vooral die van de meiden zijn prachtig! En wat heerlijk om met twee van zulke mooie meiden op de foto te staan!
Flink wat euri’s armer en een boel foto’s rijker staan we ver na sluitingstijd buiten. Strak in de make-up gaan we een hapje eten op De Brink. Naar het jurkje van Roosmarijn gaan we woensdag maar even kijken.
Maar kijk en oordeel zelf: heb ik geen prachtige dochters?



En natuurlijk is ook deze dame prachtig: het mooiste meisje met Down Syndroom van de wereld. Misschien moet ze de volgende keer ook maar mee, wie weer laat ze zich wel overhalen als ze haar zussen ziet.

woensdag 12 augustus 2009

‘Weekendje’ Scheveningen

Het dreigt heel warm te worden. Omdat Merette ook vakantie heeft is dat een mooie gelegenheid om met haar het strand op te zoeken. Ik mail het Skotel in Scheveningen. Dat is het hotel dat hoort bij de internationale Hogere Hotelschool in Den Haag. Ik ben er eerder geweest (bij het 25-jarig ambtsjubileum van H.M. Koningin Beatrix waar ik voor was uitgenodigd) en het ligt heerlijk dicht bij het strand. Bovendien hebben ze daar een eigen parkeerplaats waar je voor het woeste bedrag van € 5 mag parkeren.
Helaas is er geen plaats op woensdag of donderdag, maar vrijdag is er wel een kamer. We boeken; al wordt er onweer voorspeld, we nemen de gok. Als het dan zaterdag niet zulk mooi weer is kunnen we naar Sealife en Madurodam toch?
Donderdag zijn de stranden in Nederland nauwelijks bereikbaar en overvol. Het ziet er niet aanlokkelijk uit en de verhalen over de eindeloze files stemmen ook niet vrolijk. Vroeg weg dus maar.
In Scheveningen is het allesbehalve druk op het strand; er zijn zelfs strandtenten die niet eens de moeite hebben genomen om de ligbedden uit te zetten. Wij wagen het erop. Echt heel zonnig wil het niet worden, het is al met al goed toeven op het strand. We drinken koffie, lunchen met een lekker broodje en natuurlijk gaan Merette en ik even zwemmen. Koud. Verder lezen en kleuren we ons de dag door. Heerlijk.
Aan het eind van de dag is René verbrand (hoezo smeren, er was toch bijna geen zon?) en heeft Merette een beetje kleur.
Er staat een lekker windje als we naar het hotel lopen om te gaan douchen. We horen dat het in de rest van Nederland niet te harden is van de hitte. Toch een goede keus gemaakt!
’s Avonds dineren we bij de Crazy Piano’s op de boulevard. Heerlijk eten en drinken en tout Scheveningen wandelt aan je voorbij. Geloof me, daar is heel wat te kijken!
Na het vuurwerk om tien uur wandelen we terug naar het Skotel, een tikje rozig van de verrukkelijke witte wijn en de glaasjes port.



De volgende dag is het – tegen alle verwachtingen in – prachtig weer. We gaan met de tram naar Madurodam. Onderweg proberen we Merette uit te leggen wat dat is Madurodam. Ze is er al wel eerder geweest, maar dat is lang geleden. We krijgen het niet uitgelegd, Madurodam is abstracter dan je op het eerste gezicht zou denken…
Het is er druk en we dwalen uitgebreid langs de huisjes, kerken en andere zaken. Merette vindt het leuk en herkent ook wel een aantal dingen. Hoogtepunt is de klompenfabriek uit Borne (nooit geweten dat er iets te beleven viel in Borne) waar ze – na het offeren van wel een hele euro – twee Delfts Blauwe klompjes uit een vrachtwagen mag vissen.



Na Madurodam gaan we naar Sealife: genieten van prachtige vissen en andere zeebeesten en –planten. We wandelen onder de haaien door tot groot plezier van Merette.
Het is inmiddels eind van de middag en nog steeds heerlijk weer. We besluiten nog maar een keer te gaan eten aan het strand, het is vakantie nietwaar? De prijzen op de menu’s van de strandtenten liggen een flink stuk hoger dan bij de Crazy Piano’s en uiteindelijk belanden we – tot groot plezier van het personeel – aan hetzelfde tafeltje op het volle terras. Niet meer echt aan de drank - want we moeten nog wel naar huis – maar wel heerlijk in het zonnetje genieten we van het eten.
Dan gaan we op huis aan. Net voorbij Amersfoort zien we in noordelijke richting een enorm donkere band bewolking dreigend boven de horizon hangen. In Deventer was het weer allesbehalve mooi: somber en benauwd.
Hebben wij even geboft!

zondag 2 augustus 2009

Doorstuurmailtjes en De Deventer Sportploeg

Ik heb een hekel aan doorstuurmailtjes. Als ze grappig bedoeld zijn vind ik ze meestal vrij plat, niet mijn soort humor. Ze vragen met om lid te worden van vreemde sites op het gebied van voetbal (gratis t-shirt bij weet-ik-veel hoeveel leden); ze willen dat ik een mail binnen zoveel tijd naar een aantal andere mensen doorstuur opdat ik (en al mijn door mij met de mail verblijde vrienden) mateloos gelukkig word (en als ik hem niet doorstuur overkomt mij ernstige rampspoed); ik krijg een berichtje van een vermist kind of een vermiste hond met het verzoek om dat naar iedereen door te sturen, of ik krijg een mail over enge virussen: ik moet vooral oppassen voor een of ander virus dat alle bestanden in mijn computer zal opeten als ik het open (en doordat iedereen het naar iedereen doorstuurt wordt het vanzelf spam). De berichtjes en de sites waar ik heen moet blinken meestal niet uit door goed taalgebruik (dat is heel netjes uitgedrukt) en ik word per definitie geen lid of vaste bezoeker van een site waarvan de bezoekers en beheerders er een sport van maken om in een zin minstens zes spel- en stijlfouten te maken.

Maar heel soms zitten er wel leuke, nuttige of ontroerende berichtjes bij. Petities rondom sociale of milieuonderwerpen die me wel aanspreken en die ik dan ook meteen ga ondertekenen, de vlam van Amnesty die op mijn hyves heeft gebrand of zomaar een leuk filmpje. Ik kijk dus wel degelijk naar al die berichtjes die ik binnenkrijg. Ik stuur ze alleen meestal niet verder.

En nu…doe ik het zelf! Een oproep. Aan iedereen die het maar horen wil (en ja, dus ook aan degenen die het niet willen horen. Want ik heb een oproep die me zó na aan het hart ligt dat ik iedereen wel wil toeschreeuwen: stem! Nu! Op de Deventer Sportploeg!
Wat is er aan de hand?
De meeste mensen die mij kennen, kennen ook Merette, mijn middelste dochter met Down Syndroom. Ze zwemt al jaren (vanaf haar vierde) bij De Klup en ze gymt bij SVOD. Maar er zijn natuurlijk veel meer sporters met een verstandelijke beperking. In Deventer kunnen ze op dit moment behalve zwemmen en gymmen ook voetballen, tafeltennissen en judoën. Ze doen dat bij ‘gewone’ verenigingen in de stad en betalen daar zelf hun contributie. De Deventer Sportploeg helpt verenigingen bij het laten sporten van sporters met een beperking. We (want ik zit in de werkgroep van de DSP) zijn nog bezig om meer verenigingen te bewegen hun deuren te openen voor sporters met een beperking. Binnenkort begint Daventria met atletiektrainingen.
Wij proberen met een aantal sporters ook buiten hun eigen vereniging om leuke dingen te doen. Een keer per twee jaar doet een grote afvaardiging mee aan de Special Olympics, een tweedaags toernooi ergens in Nederland waar meer dan 1200 sporters met een verstandelijke beperking meedoen (en ongeveer evenveel vrijwilligers). Deelname als een grote Deventer Sportploeg kost geld. Dat hebben mensen met een verstandelijke beperking in Nederland helaas niet al te veel. De DSP probeer dat via acties en sponsoren bij elkaar te krijgen. Zo is het ons ook gelukt om een voetbalteam naar Portugal te laten gaan om daar aan een internationaal toernooi mee te doen. Door dit soort activiteiten krijgen de sporters heel veel waardering én maken ze kennis met allerlei mensen en gebeurtenissen waar ze enorm van genieten.

Nu heeft de Telefoongids een fantastische actie. Per regio mag je ‘een goed doel’ nomineren. Mensen kunnen daarop stemmen en de doelen met de meeste – goed beargumenteerde - stemmen krijgt een mooi geldbedrag. Voor de Deventer Sportploeg een prachtig begin van het budget voor de Special; Olympics in 2010.
En dus… heb ik iedereen in mijn mailbox een mail gestuurd. En iedereen op mijn hyves een berichtje. Al mijn collega’s een mailtje. Met het verzoek om te stemmen en om iedereen in hun omgeving ook op te roepen te stemmen. Want als het om ‘mijn’ sporters zijn kan ik schaamteloos lobbyen: ik wil bovenaan eindigen in onze regio!
Elke dag check ik de site van de Telefoongids. En eigenlijk… valt het me een beetje tegen. Allerlei mensen waarvan ik had verwacht dat ze meteen zouden stemmen zie ik niet terug op de lijst. Hoe kan dat nu? Inmiddels begrijp ik dat je alleen in je eigen regio mag stemmen (is creatief op te lossen, ik wil niemand aanzetten frauderen, maar kom op: wees een beetje creatief), maar ook van vrienden, kennissen en collega’s uit de regio vind ik weinig terug.
Ik informeer voorzichtig bij een aantal mensen. Sommigen geven toe dat ze nooit reageren op dit soort mailtjes (goh?) en laten zich overhalen als ik ‘Het Goede Doel’ uitleg. Anderen vinden dat ze te veel informatie in moeten vullen (naam, adres en telefoonnummer, niks wat ze toch niet al weten bij de Telefoongids), maar het grootste probleem blijkt hem te zitten in de site van de Telefoongids zelf! Je moet een mailadres opgeven (dat weten ze inderdaad nog niet altijd) en op dat mailadres krijg je een mailtje terug. Pas als je dat hebt bevestigd, staat je stem (of je nominatie zoals de site het noemt) geregistreerd. Als je geen mailtje terugkrijgt is er iets niet goed gegaan. Als je je mail wel bevestigd hebt vind je jezelf terug in de lijst onder de nominaties, met je argumenten.

Dus…ik doe het nog een keer. Ik ga weer heel veel mensen een mailtje sturen, ik ga via mijn Hyves oproepen én ik schrijf een blog. Meer kan ik er niet aan doen. Doen jullie mee?

Nog even de spelregels:
breng hier je stem (de site noemt het een nominatie!) uit. Je komt dan meteen uit bij de Deventer Sportploeg. Daar staat een rode knop (Nomineer dit goede doel) en via die knop kom je bij een invulveld. Vul zoveel mogelijk in!
Je moet vertellen waarom je vindt dat de Deventer Sportploeg jouw stem verdient (bedenk maar iets leuks, kijk voor inspiratie op de site van de Deventer Sportploeg) en waarvoor het geld gebruikt gaat worden (de Special Olympics in 2010).
Bij contactpersoon en telefoonnummer hoef je niets in te vullen.

Als alles goed gaat krijg je een mail waarin wordt gevraagd je stem te bevestigen: doe dat alsjeblieft wel, want anders telt je stem niet mee. Pas als je jezelf terug vindt in de lijst bij de Deventer Sportploeg heb je echt gestemd. Krijg je geen mail: doe het hele trucje dan gewoon nog een keer….

En voor iedereen die nu nog niet is overtuigd: kijk even naar deze foto’s! Als je dan nog niet om bent kan ik er niks meer aan doen…

zondag 14 juni 2009

Over de Pop(pers)

De kaartjes liggen al maanden in de kluis en nu is het dan zo ver: Merette gaat – met 9 begeleiders – naar de Poppers. Geen idee waarom ze zo’n moeite heeft met deze T, maar voor ons bestaan de Toppers niet meer.
Om vijf uur ’s middags staat de Cambiobus voor de deur. Bij het station pikken we nog vier medebegeleiders op en er komt er eentje met de trein naar Amsterdam. Past dus allemaal precies.
Tim voorziet iedereen van roze boa’s en hoedjes: wij zijn er klaar voor. Als we keurig geparkeerd staan en arriveren bij de Arena moet Merette plassen. Gelukkig staan er van die hokje buiten. Als ze binnen is wordt René Frogers ‘Eigen huis’ gedraaid en iedereen kan meegenieten van een luid: ‘Een vers kopje theeeeeeeeeee!!!!’ uit het toilet tot groot plezier van de wachtende rij.
We hebben zitplaatsen, want tja, zo lang staan is vast niks voor Merette. (Sinds de Regiotap, waar ik 7 (!!!!) uur met haar heb gestaan weet ik beter, maar toen waren de kaartjes al gekocht.)
We zitten een uurtje op onze plekken als er wordt afgeteld en jawel: daar komen ze: in een open dubbeldekker rijden de drie heren – met de dansers – naar het podium.
En dan begint het feest… Ruim anderhalf uur gaat iedereen uit zijn dak. Merette zingt alle Nederlandse liedjes mee (en bijna alle Engelstalige) en wij natuurlijk ook. Na de pauze gaat het allemaal vrolijk verder.
Marieke, Madelon (ha, ik zou wel een paar foto’s aan haar leerlingen willen laten zien, wat zouden die genieten van zo’n vrolijke juf) en Renate verkopen (op het herentoilet, want de Arena blijft een voetbalstadion met veel te weinig damestoiletten, gelukkig mag Merette meestal wel voorkruipen want als zij moet, moet ze ook meteen…) hun boa’s voor € 80. Benzine- en parkeergeld terugverdiend.
Merette staat halverwege het tweede deel met een zilveren nepmicrofoon tussen vier identiek geklede heren die allemaal met zonnebril en microfoon alles meezingen.
Via grote schermen krijgen we een prima blik op de heren en ze is ervan overtuigd dat Gordan naar haar – en naar haar alleen – geknipoogd heeft.
Overigens heeft hij in haar ogen ook een minpuntje: als hij ‘zijn’ Lisa’s ‘Halleluja’ inzet, vindt ze dat dat niet mag: dat is immers het lied van Lisa. En gelijk heeft ze, want Lisa zingt hem er in het laatste deel van het nummer compleet en totaal uit. Wát een stem!
Johnny Logan komt langs, Robert ten Brink en Rob de Nijs.
Het dak van de Arena is gelukkig nogal stevig, het is blijven zitten.
Nu mag je van de Toppers vinden wat je wilt: maar wat een feest. Iedereen lacht, zingt, danst en heeft plezier. Er valt – voorzover wij meekrijgen – geen enkele wanklank: een avondje Toppers is gewoon gezellig.
En Merette? Die heeft de avond van haar leven. Elke keer verbaas ik me weer over het feit dat ze de teksten kent van zoveel liedjes. Praten kan ze maar moeizaam, maar alle teksten zitten feilloos in dat koppie.
Renate en Roosmarijn komen om beurten naast haar staan want hoe leuk de Toppers ook zijn: zoals Merette geniet heeft niemand die avond genoten. Merette is voor ons de grootste Popper…

woensdag 6 mei 2009

Hand van God?

Ik zit – op Bevrijdingsdag – lekker te werken achter mijn eigen pc. Kopje koffie erbij, radio op mijn favoriete zender (Radio 1) en schrijven maar. Radio 1 om half elf in de ochtend betekent de EO met ‘Dit is de dag’. Er zit een moeder die – met haar vier kinderen – vlak achter De Naald heeft gestaan op Koninginnedag. Ze vertelt van de schrik en het ongeloof bij het drama dat zich daar afspeelde. De dankbaarheid dat de naald – waar ze met haar gezin vlak achter stond – de auto in zijn dodelijke vaart stuitte en daardoor niet nog meer slachtoffers maakte.
Behalve moeder is ze ook kindertherapeute en gezinscoach en ze legt uit hoeveel impact een gebeurtenis als deze kan hebben op het gevoel van veiligheid van kinderen, ook als deze kinderen te jong zijn om zich te realiseren wat er op dat moment gebeurt. Ze geeft aan dat het belangrijk is om goed op kinderen te letten die vlak bij de plek des onheils zijn geweest of die het hebben gezien op tv.

Dan reageert een andere moeder via de telefoon. Ook zij stond met haar kinderen achter de naald. Ook haar gezin bleef erger bespaard doordat de auto op het monument botste. Zij heeft haar kinderen verteld dat ze God heel dankbaar moeten zijn dat ze zijn gespaard. Dat God wel heel erg veel van hen moet houden omdat hij ervoor zorgde dat de auto net op tijd stopte.
Weer ben ik verbijsterd. En boos, Heel erg boos! De auto stopte zeven mensenlevens en vele (zwaar)gewonden te laat. Hield God dan niet van die mensen? Van hun familie? Hoe kan je als ouder in vredesnaam je kinderen uitleggen dat de ene mens voor jouw God blijkbaar belangrijker is dan de andere? Dat jij gespaard bent omdat God van jou houdt? Dat God boven met een vinger aanwijst: die wel en die niet?
Als God bestaat – en helaas heeft het leven mij daaraan steeds meer doen twijfelen – dan heeft hij alle mensen lief: niet de een meer dan de ander. Die God beslist niet met een vingertje vanaf zijn (haar?) wolk: die wel en die niet.
Die God huilt in zijn hart om wat mensen elkaar aandoen of om wat mensen overkomt.
Nee, dit was niet de hand God. Dit was een heel trieste actie van een wanhopige, gestoorde mens. Met afschuwelijke gevolgen. Niet meer, niet minder.
Met de kinderen van die mevrouw heb ik medelijden. Want als het leven hen ooit tegenzit – en dat gaat onherroepelijk ook hen overkomen – dan hebben zij geleerd om te denken dat dat veroorzaakt wordt door de hand van een God die niet meer van hen houdt…

donderdag 30 april 2009

Verbijsterd…

Ik heb Roosmarijn naar het station gebracht. Ze gaat, samen met Renate en een heel stel anderen Koninginnedag vieren in Amsterdam.
Als ik terug ben zitten Merette en René voor de tv te kijken naar de Koninklijke familie in Apeldoorn.
Merette geniet en haalt herinneringen op. Want toen koningin Beatrix een aantal jaren geleden in Deventer was stonden wij met de neus vooraan in het rolstoelvak. Een hand van en een praatje met de koningin, Máxima die met Merettes tekening later op tv te zien is (en ook op een foto die ik heb gemaakt, maar het moment van overhandigen heb ik gemist) en (en voor wie zich die enorm verregende dag nog voor de geest kan halen) al weer op weg naar huis voordat het echt begon te hozen.
Ik heb Oranjetompoucen gehaald en dat vindt Merette wel het toppunt van feest.
Ze hangt gezellig op de bank en geniet van het vrolijke schouwspel op de tv.
En dan…een klein, zwart autootje. Dwars door het publiek. Schrik en ongeloof. We zien mensen gereanimeerd worden en realiseren ons: dit is goed fout.
Ik zet de tv op een andere zender: niet alles is geschikt voor Merettes ogen.
Ik zet boven de tv aan en René wandelt heen en weer tussen mijn kamer en de woonkamer. Beneden luistert hij naar de radio, boven pikt hij wat tv-beelden mee. Merette kijkt inmiddels ‘lekker’ naar haar favoriete cartoonzender en gaat ‘gewoon’ om half een eten. Zo hoort het.
Ik bel even naar de meiden in Amsterdam. Daar is het volop feest, maar ik druk ze op het hart de stemming in de gaten te houden. Ik wil er niet aan denken dat het een aanslag is, maar het is bijna onmogelijk dat het een ongeluk zou kunnen zijn. Ze beloven me meteen naar huis te komen als het niet gezellig is of dreigt te worden. Verder storten ze zich voorlopig toch maar in het feestgedruis.
Als ik de laatste woorden hier tik, hoor ik de berichten dat er inmiddels een lijkwagen op het plein staat in Apeldoorn.
Dit wordt een totaal andere Koninginnedag dan iemand zich had kunnen voorstellen.
Ik ben verbijsterd…

maandag 13 april 2009

zondag 12 april 2009

Pasen

Ze is bijna 23. En ze wil eieren zoeken. Elk jaar vergeet ik eieren te kopen en moet ik op het laatste moment nog zien dat ik ergens een zak grote chocolade-eieren vandaan tover, want die hebben ze niet bij mijn winkels aan de overkant. Gelukkig is Roosmarijn nog in Utrecht vrijdag. Zij moet nog de stad in en kan een zak eieren regelen.
Eerste paasdag is ze natuurlijk wakker voor ik de eieren in de tuin heb kunnen ‘verstoppen’, maar dat is al wel vaker gebeurd en dat vindt ze geen probleem. Ze kijkt niet eens meer verwachtingsvol de tuin in.
Ik douche, kleed me aan en stuur Merette naar boven om te douchen. Dat geeft mij de tijd om de eieren in de tuin te leggen. Ik help haar met haren drogen en aankleden en dan is ze klaar.

‘Eieren zoeken?’ vraagt ze. ‘Tuurlijk Merette, ga jij maar eieren zoeken.’
Roos is beneden en doet de tuindeur voor haar open. Ze ziet meteen een paar eieren liggen (ik leg ze altijd lukraak maar een beetje neer, dat interesseert haar helemaal niks; het gaat om het idee). Ze kijkt naar Roos en constateert: ‘Jaja, ikke douchen, mama eieren verstoppen!’ Hoezo heeft ze niet door wat er gebeurt…
Ze scharrelt een paar minuten door de tuin en heeft dan de eieren wel gevonden. Nu nog gourmetten en dan zijn de paasdagen wat Merette betreft weer helemaal geslaagd!

maandag 6 april 2009

Lente!

Niet veel tijd voor een uitgebreid verhaal, maar hier zeggen beelden meer dan 1000 woorden!
't Is lente...

zondag 29 maart 2009

Down met Johnny

Ik ben geen fan van Veronica. Kijk zelden naar de zender en heb niet het gevoel dat ik iets mis. Maar nu ben ik gevallen. Als een blok. Voor Johnny de Mol. En voor zijn programma Down met Johnny.
In eerste instantiewas ik behoorlijk sceptisch over het programma. Ik heb een geweldige dochter met Down. Toen ze 22 jaar geleden werd geboren werd er vaak gedacht dat mensen met Down (of een andere verstandelijke beperking) nauwelijks iets konden. Nu word ik wel eens een beetje moe van het idee dat je gezin bijna niet compleet is als je geen Downtje hebt (ja, dat is gechargeerd, gelukkig wel).
Ik moet bijna wel kijken als er een programma met een titel als dit op tv komt. Want ik kan ervan op aan dat ik er op word aangesproken.
Dus heb ik gekeken, inmiddels heb ik alle drie de afleveringen die er zijn geweest gezien.
En ik ben onder de indruk. Diep onder de indruk kan ik wel zeggen! De manier waarop de hoofdpersonen worden gefilmd is zó respectvol, maar tegelijkertijd ook gewoon zó leuk: het is puur genieten. En voor mij bij tijd en wijle ook heel ontroerend en herkenbaar. De tranen van Marika als ze twijfelt of ze wel ooit zelfstandig kan wonen, de twijfel bij Angeliek ‘of ze wel kinderen mag’ en de verveling van Mirthe als ze stil moet staan als portier. Al deze dingen zie ik terug bij mijn eigen dochter. En dan hebben we het nog maar niet over het hoge knuffel- en zoengehalte!
Johnny knuffelt, zoent, lacht en kletst met zijn hoofdpersonen op een heel natuurlijke manier. Hij laat zien wat ze allemaal kunnen, maar praat ook over moeilijke levensvragen en schuwt daarbij diepgaande problemen niet.
Mijn dochter kan niet lezen, niet schrijven en ook maar moeizaam praten. Vooral dat laatste beperkt haar in de communicatie met de wereld om haar heen en maakt haar soms heel verdrietig.
Maar… ze woont ‘op kamers’. Gewoon in een huis in de wijk. Dat doen haar zussen ook. Dat die dat niet doen met 24-uurs begeleiding, ach dat is een klein detail nietwaar?
Ze werkt: ze maakt prachtige keramiek, ze schildert en maakt kaarsen. Dat zij daarvoor geld mee moet brengen zal haar een zorg zijn. Sterker: ze weet het niet eens en wij maken haar niet wijzer. Het geld dat ze uit kan geven ‘verdient’ ze met werken. Soms ‘mag’ ze werken op zaterdag (de winkel is dan open) en dat is feest, want dan heb je op maandag een snipperdag. Lekker als iedereen wel moet werken!
Dat alles zie ik terug bij Johnny de Mol in zijn Down met Johnny. Ik word er helemaal blij van! Als hij nog eens hoofdpersonen zoekt voor een nieuwe serie: ik heb een heel leuke in de aanbieding.

Katten

Vier katten hebben we momenteel. Merk: huis-tuin- en keuken. Natuurlijk hebben we heerlijke mandjes en spannende palen met zachte kussentjes voor ze neergezet. Maar ja… ’t zijn katten hè?
Dus liggen ze het liefst op plekken die wij daarvoor niet hadden bedacht. Op je toetsenbord bijvoorbeeld. Heel fijn als je even lekker wilt werken.
Met de oud-papierbak en de printpapierdoos kan ik wel leven. Lastig alleen dat mijn oud papier nu even niet welkom is…