woensdag 23 juli 2014

Vandaag…


Het is dinsdagmorgen 23 juli, tien uur. Op dit moment hoor ik op Schiphol te zijn. Bagage ingecheckt (ja natuurlijk ook die drie keer 23,5  kilo extra) en lekker aan een kop koffie in afwachting van het vertrek van KL535 naar Entebbe. Samen met mijn broer en mijn bijna 80-jarige moeder. Op weg naar een heel bijzondere vakantie in Oeganda en Kenia (want wie kan er nou zeggen dat-ie de 80ste verjaardag van haar moeder viert met haar broer en de bijna-jarige zelf in Afrika), op weg naar ‘mijn’ Bulungikinderen en vooral: op weg naar mijn kind, mijn oudste dochter, die ik nu al weer een jaar niet gezien heb. Vanavond zal ik haar eindelijk weer kunnen vasthouden.
Maar ik zit thuis, achter mijn pc. Deze blog - die ik niet tikken wil - te tikken.

Een ruime week geleden bel ik – zoals bijna elke dag – mijn moeder. Ze voelt zich niet zo lekker en heeft slecht geslapen. Ze slaapt bijna elke nacht slecht, dus dat is geen verrassing. Het is warm, daar kan ze niet goed tegen, dus dat ze zich niet zo lekker voelt, doet ook nog geen alarmbellen rinkelen. Bovendien moet ze haar koffers pakken voor de reis, en dat is iets waar ze altijd erg tegenop ziet. Een reden te meer om je niet zo lekker te voelen.

Maar dit keer geeft ze aan dat ze druk op haar borst voelt, al een paar uur. Dát triggert wel. ‘Bel even de huisartsenpost’, vraag ik haar. Voor de zekerheid. Min of meer in de veronderstelling dat we dan misschien even langs moeten komen en dat dan waarschijnlijk zal blijken dat ze inderdaad gewoon moe is en last van de warmte heeft.
Niets blijkt minder waar: de huisartsenpost is ook getriggerd en stuurt een ambulance. Het ambulancepersoneel constateert een hartinfarct en voor ik het weet zit ik in de ambulance die met loeiende sirene over de dijk van Deventer naar Zwolle scheurt (mocht ik ooit een omscholing nodig hebben: ik ben niet voor ambulancechauffeur in de wieg gelegd…). Ze moet gedotterd en hoe eerder dat gebeurt, hoe meer de schade beperkt zal worden.
In Zwolle aangekomen rennen we in draf door het ziekenhuis naar de dotterafdeling. Een uurtje later is ze klaar en ligt – redelijk monter, want de druk op de borst is weg – aan allerlei toeters en bellen op de afdeling hartbewaking.
Om een lang verhaal kort te maken: via de hartbewaking in Deventer en daarna nog twee nachtjes de ‘gewone’ afdeling, is ze na een paar dagen weer terug in haar eigen huis. Met een flinke dosis medicijnen en afspraken voor nazorg, een scan en fysiotherapie. Een beetje moe nog (en het is nog steeds warm…), maar verder eigenlijk best in orde.
Ze mag de eerste zes weken niet autorijden en van vliegen kan de eerste maanden geen sprake zijn.

In de kleine week dat ze in het ziekenhuis ligt, ren ik van hot naar haar en probeer tussentijds ook nog te werken, er moet nog een en ander af. Dat lukt; vooral omdat er een hele dag gepland was voor overleg. Die dag maak ik niet mee, omdat ik grotendeels in Zwolle zit, maar tussendoor en ’s avonds nog wel een paar uurtjes kan werken. Er blijven die donderdag nog een paar kleine dingen liggen, maar ach… tijd genoeg nu om die thuis in het weekend even af te maken.

Want geen vakantie naar Oeganda en Kenia. Dat is jammer. Heel jammer. Toch? Maar er zijn ergere dingen op de wereld, houd ik me voor. Een paar weken geleden heeft de zoon van lieve vrienden zelf een einde aan zijn leven gemaakt. Tijdens zijn crematie bedenk ik dat hij en mijn oudste dochter maar een paar weken in leeftijd schelen. Ok, dan baal ik wel eens dat ze zo ver weg zit, maar ze is er wel ‘gewoon’. En ze doet wat ze graag wil doen (en wat ik helemaal begrijp). Dus moet ik niet zeuren dat er 7000 kilometer zit tussen haar en mij.

En ja, het is (veel) te druk op mijn werk, en ja, ik heb me een beetje verslikt in de vrijwilligersklussen en het werk voor mijn eigen tokootje, maar ik houd me steeds voor dat dat straks allemaal goed komt als ik lekker drie weken op vakantie ga. Natuurlijk moet ik daar nog van alles voor doen, maar hé, ik heb nog vijf dagen vrij voor ik weg ga, dus dat komt ook goed.
Denk ik dan nog. Nu niet meer. Want de vakantie gaat dus niet door. Dat is jammer. Heel jammer. Toch? Maar er zijn ergere dingen op de wereld. Als we donderdag uit het ziekenhuis naar huis rijden horen we dat er boven Oekraïne een vliegtuig is neergestort. Bijzonderheden zijn dan nog niet bekend. Die komen in de loop van de volgende dagen. En zijn erg, heel erg. Dát zijn de erge dingen van deze wereld.

Vandaag is een dag van nationale rouw. Voor al die slachtoffers en vooral voor al die ontredderde nabestaanden die in een klap hun geliefden, vrienden, collega’s en buren kwijt zijn. Ik hoor de schrijnende verhalen op de radio, zie de vreselijke beelden op tv. En ik voel heel erg mee met de mensen die het betreft.

Maar ergens diep in mij zit mijn eigen verdriet; vanavond hoor ik in Entebbe te zijn. Bij Renate. En hoe ik me ook voorhoud dat er veel ergere dingen op de wereld zijn, ik raak dat gevoel niet kwijt….