dinsdag 20 november 2012

Hoera! We hebben hem!


Ik lig nog in bed even naar de radio te luisteren en hoor dat Peter R. de Vries getwitterd heeft. Er is een 100%  DNA-match in de zaak Vaatstra. Hoera! De dader is een 44-jarige man die uit Oudwoude komt, een klein dorp vlak bij het geboortedorp van Marianne Vaatstra, het meisje dat 13 jaar geleden is vermoord.
Even later is ook de vader van Marianne op de radio en hij bevestigt dat het OM hem heeft gebeld met het nieuws dat er een match is in het verwantschapsonderzoek. Niet van een verwante, maar van de dader zelf. Nee, hij kent de dader niet, maar zijn (klein)kinderen en de kinderen van de verdachte kennen elkaar wel...
Het OM wil dan (terecht) nog geen commentaar geven omdat er nog een tweede onderzoek moet plaats vinden.

Peter R. is euforisch (en waarom ben ik niet verbaad?). De vader van Marianne kan eigenlijk nog maar amper geloven dat na 13 jaar de moord op zijn dochter lijkt te zijn opgelost.
Natuurlijk wordt meteen geprobeerd inwoners van Zwaagwesteinde op het nieuws te laten reageren. En oh, wat zijn ze allemaal blij! De vlag kan in top!

Ik hoor het aan en vraag me af of deze inwoners nog weten dat ze 13 jaar geleden allemaal met de vingers wijzen naar het AZC in de buurt. Daar moest de dader wel vandaan komen. Ook als uit een DNA-onderzoek blijkt dat de moordenaar een blanke man moet zijn - en dus niet een van de asielzoekers kán zijn - verandert die mening niet. Niemand kan (en wil) zich voorstellen dat de moordenaar misschien wel in de buurt woont.  Dat het misschien wel een Fries is. Dat ze hem
misschien wel kennen.

In de afgelopen dertien jaar is de vader van Marianne altijd aandacht blijven vragen voor de moord op zijn dochter. Terecht wil de familie graag weten wie het heeft gedaan. Terecht is hij blij als eindelijk ook juridisch is geregeld dat er een DNA-verwantschapsonderzoek kan worden uitgevoerd. Terecht is hij blij als heel veel mannen zich aanmelden voor het onderzoek. Het is zo ongeveer de laatste kans om er ooit achter te komen wie de dader is.

De dader lijkt nu gevonden. Een 100% DNA-match is voor het Openbaar Ministerie mogelijk nog niet voldoende bewijs; hij telt wel zwaar. Hij lijkt de dader te zijn: een man van 44, vader van een paar kinderen. Zijn ouders leven nog. En naast al die euforie denk ik… het zal je maar gebeuren. Dat je ineens te horen krijgt dat jouw vader met grote waarschijnlijkheid  de moordenaar is van ‘Marianne’ de naam die iedereen daar in de omgeving kent. Het zal je maar gebeuren: dat je als echtgenote te horen krijgt dat jouw man; de vader van jouw kinderen, een 100% DNA-match heeft met een moordenaar en dus waarschijnlijk die moordenaar is! Het zal je maar gebeuren: dat je als ouders te horen krijgt dat jullie zoon vermoedelijk een onschuldige zestienjarige tiener heeft verkracht  en vermoord.  Niet gisteren, niet vorige week. Maar dertien jaar geleden. Een meisje wiens naam en trieste levenseinde iedereen in de omgeving kent. De man die dertien jaar lang ‘gewoon’ echtgenoot, vader en zoon is geweest blijkt haar moordenaar. Dat is toch niet te bevatten?

Het recht moet zijn beloop hebben. Het is goed dat de ‘zaak Marianne Vaatstra’ waarschijnlijk is opgelost. Maar wat mij betreft is er geen enkele reden voor de blijdschap van de heer De Vries en al helemaal  geen reden om ook maar ergens de vlag voor uit te hangen.

Deze zaak kent alleen maar verliezers. En mijn hart huilt voor die onbekende familie die ineens geconfronteerd is met een moordenaar als familielid…

woensdag 24 oktober 2012

Nederlandstalig

Merette is dol op Nederlandstalige muziek. Frans Bauer, Jan Smit, Guus Meeuwis, Marco Borsato, Nick en Simon, BlØf, Jannes, Paul de Leeuw, we hebben ze allemaal al eens ‘in het echt gezien’.
Mensen met een verstandelijke beperking zijn vaak dol op Nederlandstalige muziek. Dat is een stereotiep ja. En bij Merette klopt het, ik beken…

Wij hebben Merette er bepaald niet specifiek mee opgevoed. Haar zussen kunnen een groot deel van de Nederlandstalige muziek best waarderen, maar hebben toch overwegend een andere smaak. Het zijn enthousiaste festivalgangers, ze doen niet liever dan naar Lowlands, Pinkpop of Rock Werchter gaan. Een ritje naar Slowakije, naar een mij volstrekt onbekend festival kan ook zo maar op het programma staan. En dan de concerten, van Prince tot Coldplay, van Muse tot Racoon. In alle grote concertarena’s zijn ze geweest en natuurlijk ook met grote regelmaat in ons onvolprezen Burgerweeshuis.
Merette heeft daar heel veel van meegekregen. Zet Radio 2 of 3 aan en ze zingt (nou ja, op haar manier dan) bijna alle nummers mee. Herkent heel veel bands en artiesten. Als ze naar The Voice (o.i.d.) kijkt, is de meeste muziek haar vertrouwd.

Maar feit blijft... Nederlandstalig is haar favoriet. Mijn eerste keer Frans Bauer (in de Deventer Schouwburg, waar zij als eerste op het podium stond en dus de volgende morgen groot op de voorpagina van de krant, mét Frans Bauer) was een overwinning (voor mij), maar wat heb ik een leuke avond gehad! Om haar. Met haar. Ze stond helemaal te stuiteren toen we aan het eind van de avond buiten kwam: met Frans op de foto, een handtekening en een geweldig concert. Wat wil je nog meer?

Soms gaat ze met haar huisgenoten mee naar een optreden van de een of ander. Of komt er bij Zozijn (de zorginstelling waar ze woont en werkt) een artiest. Bij de opening van de Special Olympics komt ook altijd wel een Nederlandse artiest. Het is een feestje om dan te zien hoe dicht bij (of op) het podium ze dan weet te komen. Ook daar kan ik – omdat zij zo geniet – heel erg van genieten, maar het leukste vind ik het toch als ze gewoon lekker met ons meegaat.
 
 
Waarom vindt ze Nederlandstalig zo leuk? Omdat ze het kan verstaan. Zo simpel is het. Ze kijkt heel graag naar Nederlandstalige programma’s op tv. Naar GTST en The Voice, maar zeker ook naar mooie Nederlandse films (favoriet op dit moment: Nova Zembla) en series. Ze kan niet lezen (cognitief niveau van een 5-jarige) en begrijpt dus weinig tot niets van Engels gesproken muziek en TV. Maar ze verheugt zich nu al op Bombardement, de film waarin Jan Smit een hoofdrol speelt. Niet in de laatste plaats vanwege de hoodrolspeler en zijn titelsong. Ze weet precies wanneer hij in de bioscoop komt, en reken maar dat ze ons tegen die tijd helpt herinneren.
Het nummer Skyfall van Adele vindt ze ook mooi, maar ze hoeft niet naar de film, want die kan ze toch niet verstaan….


Gelukkig gaan haar zussen ook graag met haar mee naar een van de Nederlandstalige optredens. Afgelopen weekend zijn we met z’n drieën naar Jan Smit geweest: met de trein naar Rotterdam, superleuke middag (waarbij ze enorm veel plezier heeft met de mensen om haar heen, en zij met haar)  en geëindigd in ons favoriete sushirestaurant in Deventer.
 
 

Waarschijnlijk was ik zonder haar niet bij Jan Smit terecht gekomen (maar wel degelijk bij BlØf, Doe Maar, Marco Borsato, Acda & De Munnik enz. want ik houd heel erg van bepaalde Nederlandstalige muziek) en zeker niet bij Frans Bauer,  Jannes of Gerard Joling. Maar samen met haar, heb ik al heel wat heerlijke avonden gehad. Want met Merette naar Frans Bauer of Jan Smit, dat is een feestje!
 
 
 

zondag 14 oktober 2012

Daar zit muziek in



Klik hier voor het filmpje.

Dit verhaal begint ergens in juni. Renate wordt benaderd door Anneke van Brakel, eigenaresse van Flavours een bekend adres in Jinja voor prima koffie, geweldige broodjes (met echt lekker brood!) en heerlijke maaltijden. Een wekelijkse filmavond in de tuin waar het gezellig zitten is aan de picknicktafels en ... wifi! Een adresje dus waar Renate graag komt (en niet alleen voor de koffie en de broodjes) en wij ook.
Anneke vertelt dat een Bekende Nederlander geld heeft gekregen voor zijn verjaardag en voor dat geld graag muziekinstrumenten wil doneren aan een ‘goed doel’ in Oeganda. Aan Anneke heeft hij gevraagd een paar projecten in kaart te brengen. Ze vraagt Renate om een om een presentatie te maken van Bulungi. Daar maken we natuurlijk wel even werk van, want we weten als geen ander dat muziek en kinderen met een beperking altijd een heerlijke combinatie is. Die instrumenten zijn dan ook heel erg welkom!
Wie de BN’er is krijgen we nog niet te horen. Lastig hoor voor een paar nieuwsgierige dames als Renate en ik!

Na een paar spannende weken horen we dat Bulungi de gelukkige is en de instrumenten krijgt. En ja, we horen ook van wie ze komen. Maar dat blijft een geheim, omdat de gulle gever graag anoniem wil blijven. Dat respecteren we natuurlijk, al vinden we het ook wel jammer dat we het niet aan de grote klok mogen hangen…
Op een ochtend – als wij ook in Jinja zijn - worden de instrumenten door Anneke en echtgenoot Sjoerd afgeleverd bij het Nursery & Care Home. Anneke regelt een aantal lokale artiesten en een groot deel van het team van Flavours komt mee om te dansen. Want muziek zonder dansen is in Oeganda een onmogelijkheid.


De instrumenten (een complete set lokale instrumenten: harpen, fluiten, drums, duimpiano’s) worden uitgeladen onder grote belangstelling van de kinderen en zo gauw de eerste tonen klinken staat geen kind meer stil. Het dansen en gevoel voor ritme is ze werkelijk aangeboren, wat een prachtig gezicht al die bewegende lijfjes! En natuurlijk laten ook de volwassenen zich niet onbetuigd.


Ook onze eigen Bulungikinderen genieten. Emma is niet helemaal fit, maar zit heerlijk te luisteren en laat zich door iedereen oppakken die dat wil doen. Stella schrikt in eerste instantie van het lawaai en huilt dikke tranen. Maar als ze op een afstandje even heeft kunnen wennen, wil ze wel weer dichterbij en kan ze gelukkig ook weer lachen! Reagan banjert als zijn gewone zelf vrolijk door alle drukte heen. Aan dansen doet hij niet.


Josephine vindt het geweldig: ze lacht, klapt in haar handen en beweegt mee op de maat van de muziek. Fahad wordt door Annet in een officieel pak gehesen (want hij moet er wel ‘smart’ uitzien) en ligt te stralen op zijn matrasje.
 


En Federes? Ze moet heel even over haar verlegenheid heen, maar dan laat ze zien dat ze, op een been, geweldig kan dansen!
 
 
De ochtend wordt afgesloten met overheerlijke cakejes (gebakken bij Flavours) en limonade voor de kids.

 
Dank Anneke en Sjoerd dat jullie aan Bulungi hebben gedacht en dank lieve BN’er voor dit mooie cadeau! De kinderen van AASU en Bulungi zijn er dolgelukkig mee!
 
 
 
 
Meer foto's

zaterdag 6 oktober 2012

AASU en Bulungikindjes


Verhalen komen nog, maar ik kan het niet laten om de ‘portretfoto’s' van de kinderen van Arise And Shine Uganda en Bulungi even met jullie te delen.
 





 

Gemaakt in augustus in het Nursery & Care Home, vandaag uitgezocht en bewerkt en wat zijn ze leuk!!

Hier vind je de rest van de foto's.

vrijdag 28 september 2012

Desmond Tutu Dinner


Vrijdagavond kijk ik met heel veel plezier naar de College Tour, waar Desmond Tutu – onder leiding van Twan Huys –  vanuit de Burgerzaal in het Deventer Stadhuis, de studenten als belangrijkste boodschap meegeeft: ‘Durf te dromen! Laat je idealen niet verdwijnen door de cynische oudjes, maar maak je dromen waar!’ Zijn vrolijke giechel maakt dat je om hem moet lachen.
Ik geniet daarna nog even na van de viering van die middag die door DRTV wordt uitgezonden.


Een keer zap ik langs een nieuwsuitzending en zie verontrustende berichten uit het dorpje Haren. Ik zap door; vandaag wil ik het even niet weten!

Zaterdag is dan de dag van het diner. Er is een kledingvoorschrift: Tenue de Ville. Ik ben nog even bang geweest dat ik in gala zou moeten (waar haal ik op zo’n korte termijn in ’s hemelsnaam galakleding vandaan in mijn maat???), maar gelukkig: Tenue de Ville kan ik aan: letterlijk en figuurlijk!
 
 
Op de uitnodiging staat dat we uiterlijk om kwart voor zeven in de Bergkerk moeten gaan, daarna gaan de deuren dicht.
Dat betekent dus dat ik inderdaad niet naar de Brink kan waar Desmond Tutu honderden toegestroomde mensen toespreekt en bloemen legt bij het monument van Albert Schweitzer. Ik hoor (en zie later op DRTV) dat hij een prachtige toespraak houdt. Belangrijkste boodschap: deel wat je hebt: als je dood ben en je meldt bij Petrus aan de hemelpoort met alles wat je in je leven aan materiele zaken hebt verzameld pas je simpelweg niet door de poort. Dus: Share, share, share!

Ik kan me daar zó in vinden: heb ik niet net in Oeganda nog weer gezien hoe hard onze hulp nodig is? Wij hebben het zo ongelooflijk goed in Nederland (en heus ik weet wel dat dat niet voor iedereen geldt, maar echt, de meeste mensen hebben niks te klagen…), daar kunnen we echt van delen!
In mijn Tenue de Ville laat ik met naar de Bergkerk brengen. Gelukkig zijn er al meer mensen van de ‘Gemeentetafel’. De tafels zijn prachtig gedekt.

 
Barbara Gwanmesia zingt opnieuw ‘How great thy art’ en het klinkt in de Bergkerk net zo mooi als gisteren in de Lebuinus.


Kort na zeven uur komt Desmond Tutu binnen, als altijd krijgt hij een staande ovatie. Barbara zingt Nkosi Sikelele; het Zuid-Afrikaanse volkslied. Alweer een kippenvelmoment.

Het is aan onze tafel, met drie wethouders, de burgemeester en zes vertegenwoordigers van organisaties die in Deventer actief zijn op het gebied van de Millenniumdoelen buitengewoon gezellig. We genieten van het heerlijke eten, prima wijn en natuurlijk het programma. Ik voel me heel bevoorrecht om hier te mogen zijn.
Twan Huys gaat in gesprek met Harold Robles, de oprichter van het Medical Knowledge Institute, een organisatie die ‘onze westerse kennis over gezondheid en hygiëne wil delen met hen die deze kennis niet hebben’. (Da’s toch wat we bij Bulungi ook een beetje doen? )
Robles is een groot bewonderaar van Albert Schweitzer en heeft er voor gezorgd dat zijn beeld in Deventer staat. Maar bovenal is hij degene die zijn vriend Desmond Tutu naar Deventer heeft gehaald.

Tutu krijgt uit handen van Commissaris van de koningin Ank Bijleveld-Schouten de koninklijke onderscheiding van Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. ‘Baie, baie dankie’, is zijn reactie.
 
 
Om een uur half tien is zijn energie op en verlaat hij onder een staande ovatie de Bergkerk.

 
Nee, ik heb geen foto van ons samen, ik heb hem ook niet de hand geschud. Maar wat was het bijzonder om hem van zo dichtbij mee te mogen maken. Hij zit in mijn hart: deze grote, kleine man!
 

dinsdag 25 september 2012

Prayer for justice, joy and peace


 
Vrijdag 21 september. Gewapend met de poster van Bulungi  en een paar  zonnebloemen (want er is gevraagd of iedereen een bloem mee wil nemen) sta ik om 11 uur bij de Lebuinuskerk voor de viering met Desmond Tutu.  Als de poster hangt zoek ik een plekje in de kerk. Gelukkig is het nog niet heel druk zodat Roosmarijn bij me kan zitten. Het is - nu het nog ruim meer dan een uur duurt voor de viering begint - gezellig in de kerk: er zijn veel bekenden.

Om kwart voor 12 zit de zijbeuk nog niet vol: zouden de berichten dat er heel veel belangstelling is voor de viering mensen zo hebben afgeschrikt dat velen ervan hebben afgezien om te komen?
Gelukkig is dat niet zo: een half uur later is de kerk afgeladen. Zo hoort het.

Het is bijna half een; de fotografen staan op een kluitje klaar om een eerste plaatje van de aartsbisschop te schieten. Dat is ze vast niet gelukt; hij komt binnen te midden van een grote groep mensen en is zo klein, dat je hem bijna over het hoofd ziet!

 
Het altaar is vol: met vertegenwoordigers van de Katholieke kerk, de Protestantse kerk, de Islam, het Jodendom en de Humanistische stroming. En niet te vergeten natuurlijk de man waar het vandaag allemaal omdraait: aartsbisschop Desmond Tutu. Zijn openingsgebed zegt alles wat hij uitstraalt: met al onze verschillen is er zo veel om te delen en te vieren!
 
 
Here, in this house,
we have come
with all our differences,
seeking
common ground.
Let us take time
for each other,
for there is so much
to share and celebrate!

De Kameroense Barbara Gwanmesia zingt ‘How great thy art’. Wát een stem en wát een expressie. Dat kan alleen een Afrikaanse!

 
De vertegenwoordigers van de vier grote religies en het humanisme zingen over en verhalen van gerechtigheid, vreugde en vrede. Vier geloofsovertuigingen, vier windstreken: Desmond Tutu brengt ze samen.

 
Waarom kunnen wij dat hier in de kerk met 1200 mensen wel in grote eensgezindheid en kunnen we dat niet overal op de wereld?
 

zondag 23 september 2012

Desmond Tutu komt naar Deventer


Het is een paar weken geleden als ik hoor dat Aartsbisschop Desmond Tutu naar Deventer komt. De man die ik, net als Nelson Mandela, mateloos bewonder. Om zijn liefde voor mensen, maar vooral ook om zijn moed in de (niet altijd vreedzame) strijd tegen Apartheid.

Ik heb nooit begrepen hoe het kan dat mensen elkaar minder(waardig) vinden vanwege hun huidskleur. Ik wil het ook niet begrijpen; of je nu blank, zwart, bruin, geel of rood bent (of iets er tussen in); je bent een mens.

Net zomin als ik begrijp (of wil begrijpen) dat mensen elkaar veroordelen vanwege een religie; van mij mag iedereen geloven (of niet) wat hij wil en wat bij hem of haar past.

Daarmee sluit ik niet mijn ogen voor verschil in cultuur: geen mens hoeft mij te vertellen hoe ik mij moet kleden, ik vind dat man en vrouw samen (als ze samen zijn) tot een taakverdeling moeten komen waarbij ze zich goed voelen en nee, ik heb geen goed woord over voor mannen die hun seksuele ‘rechten’ opeisen zonder respect voor de vrouw en zonder na te denken over de gevolgen.

Ik sluit ook mijn ogen niet voor het gevaar van fundamentalisme: iedereen die uit naam van het geloof meent te kunnen onderdrukken, martelen en moorden of probeert andere mensen te dwingen een geloof aan te nemen heeft iets niet goed begrepen: in Koran, Bijbel en Thora worden  liefde en verdraagzaamheid gepreekt en ook de andere religies en het humanisme willen niet anders.

Desmond Tutu is (emeritus-) Anglicaans aartsbisschop (en dus ‘gewoon’ getrouwd, vader en opa, moeten ze in de katholieke kerk ook weer eens invoeren) en heeft zich als priester jarenlang ingezet voor de strijd tegen Apartheid in de tijd dat Mandela en zijn kameraden dat niet konden doen omdat ze gevangen zaten. De Zuid-Afrikaanse regering durfde dat met priesters niet aan, hoewel het hem ook niet gemakkelijk werd gemaakt. Terecht krijgt hij voor zijn verdiensten de Nobelprijs voor de Vrede. Na het officiële eind van de Apartheid weet hij met zijn Waarheids- en Verzoeningscommissie een burgeroorlog te voorkomen.

Nog steeds laat hij zijn stem horen: hij protesteert tegen de ongelijke verdeling van welvaart in de wereld, pleit voor de instandhouding van fondsen voor ontwikkelingssamenwerking en maakt zich hard voor goede gezondheidszorg in Zuidelijk Afrika via zijn banden met het Medical Knowledge Institute en onder het motto: Preventie door Educatie.

De Desmond and Leah Tutu Legacy Foundation deelt zijn denk- en levenswijze en bewaart zijn boodschap voor de generaties na ons.

Voor mij is zijn komst naar Deventer een niet te missen gelegenheid om hem ‘in het echt’ te zien. Desmond Tutu zal namelijk vrijdag 21 september een viering bijwonen in de Lebuinuskerk. Bulungi krijgt de vraag om een poster op te hangen in de Lebuinuskerk; Deventer wil graag de grote betrokkenheid van inwoners bij projecten over de hele wereld laten zien aan de bezoekers van de viering. Dat betekent dat ik in elk geval verzekerd ben van een plekje in de ongetwijfeld volle kerk!
 

Zaterdag de 22e legt hij bloemen bij het beeld van Albert Schweitzer op de Brink. Nog een mogelijkheid om hem te zien. Heel stiekem droom ik ervan hem de hand te kunnen schudden (graag met een fotograaf in de buurt…)

Een paar dagen voordat het bezoek plaatsvindt krijg ik een telefoontje van het stadhuis. Burgemeester Andries Heidema belt met de vraag of ik al plannen heb voor zaterdag? Jawel, naar de Brink dus. ‘Nou’, zegt hij, ‘misschien moet je dat maar skippen. Want ik wil je graag uitnodigen om aan de tafel van de Gemeente Deventer te komen zitten bij het diner in de Bergkerk ter ere van Desmond Tutu…’

Whow…ik weet even niet wat ik zeggen moet. Maar JA, ik ruil de Brink graag in om daar aanwezig te zijn! Nog nooit ben ik met een uitnodiging zo blij geweest!
 
 
 

 

 

zondag 16 september 2012

Korfbal


Sinds de zomer van 2011 kunnen sporters met een verstandelijke beperking ook korfballen in Deventer. Devinco is – samen met Special Heroes en de Deventer Sportploeg – begonnen met het geven van trainingen.
Daar moeten foto’s van komen op de website van de Deventer Sportploeg en dus bezoeken we een training. Ik neem Merette mee. Ze zit al jaren op gymnastiek, maar is er een beetje op uitgekeken. Ik wil wel graag dat ze twee sporten blijft doen. Maar een balsport? Ik weet het niet… Motorisch is de jongedame niet heel erg handig. Aan de andere kant: het is wel g-sport. En een teamsport. Vooral dat laatste spreekt me aan.
Dus gaat ze mee. In trainingspak en op sportschoenen (altijd een probleem, omdat geen enkele schoen haar goed past en goed zit, ze heeft natuurlijk niet voor niets speciaal voor haar gemaakte, orthopedische schoenen).
Er worden leuke spelletjes gedaan met de bal, en tot mijn verbazing komt ze daarbij heel goed mee. Tot mijn nog veel grotere verbazing ziet ze kans om drie keer de bal in de korf te gooien. Een keer kan toeval zijn, twee keer heel veel mazzel, maar bij drie keer mag ik toch denken dat ze het gewoon kan?

 
 
 
Om een lang verhaal kort te maken: ze vindt het leuk! En dus gaat ze elke week; van ongeveer april t/m september buiten op het veld, de rest van het jaar in de zaal. De eerste trainingen zijn nog op een avond dat er verder niemand op het veld is, maar in de zomer van 2012 trainen ze tegelijk met de andere korfballers van Devinco. Dat maakt het precies tot wat we bij de Deventer Sportploeg zo graag willen: sporters met een beperking die sporten tussen de ‘gewone’ sporters, bij een ‘gewone’ sportvereniging. Iedereen is enthousiast en als Devinco zijn jaarlijkse ‘Hennie Ebelerdag’ organiseert met allerlei activiteiten voor de leden zijn de g-sporters van harte welkom. Ze hebben een superleuke dag.

De Special Olympics 2012 komen te vroeg om een team af te vaardigen, maar we hopen natuurlijk in 2014 wel mee te doen. (Dat wordt nog een lastige voor Merette, want je mag – en kan – maar aan een sport mee doen…)

Op zaterdag 15 september heeft Devinco opnieuw een feestelijke dag: er worden nieuwe kunstgrasvelden in gebruik genomen. Dat wordt gevierd met een Open Dag, veel leuke activiteiten, wedstrijden en.. . de eerste wedstrijd voor het g-team.
Ze spelen tegen Atalanta uit Apeldoorn. Devinco komt een speler te kort, maar dat is geen probleem, er doet gewoon iemand van de tegenstander mee.
Allemaal zijn we een tikje nerveus: zouden ze er iets van maken? Atalanta lijkt veel meer ervaring te hebben. Gelukkig mag er gecoacht worden in het veld. Dat is handig, want zo kan je nog eens iemand zeggen waar hij moet gaan staan, of juist dat-ie moet gaan lopen.








Twee keer 25 minuten moeten ze spelen. En de eerste helft gaat prima. Tot mijn verbazing zie ik Merette verdedigen, af en toe een bal vangen en ook weer afspelen. Lopen zal ze nooit te veel, dat blijft lastig met haar slechte enkels. Maar ze doet heel erg haar best, net als haar teamgenoten. De eerste helft blijft het 0-0.
Dan komt de tweede helft. En is ineens te zien dat ze niet heel veel ervaring hebben. En een tikje te conditie te kort komen: ze zijn moe!! Atalanta profiteert door vijf keer te scoren.
Na de wedstrijd geven ze elkaar allemaal een hand en roepen dingen als: ‘Dankjewel’,  ‘Leuk gespeeld’, en ‘Het ging goed hoor!’ Om vervolgens met de beide teams gezellig op de foto te gaan.

 
Dan wil Merette wel naar huis. Ze is echt moe en valt in de auto in slaap.
En dan moet ze van mij ook nog zwemmen vanmiddag…

Meer foto's van de wedstrijd.

maandag 3 september 2012

‘Dames en heren, we hebben een klein technisch probleem…’


Het is 2 augustus en we staan op het vliegveld van Kigali (Rwanda) onze tussenstop op weg naar Entebbe als deze mededeling door het vliegtuig klinkt.

Meteen heb ik een déja vu gevoel. Mijn gedachten gaan terug naar 22 oktober 2005, de eerste keer sinds jaren dat we met zijn tweetjes op vakantie zijn. Merette woont net een paar maanden in haar eigen huis en is er niet blij mee dat papa en mama zonder haar weg gaan. Maar we beloven dat we zondag de 22e terug zijn en dat we dan meteen bij haar op bezoek komen.

Het loopt totaal anders, want als we in het vliegtuig zitten klinkt daar de boodschap: ‘Dames en heren, we hebben een klein technisch probleem…’

Het is het begin van een vertraging van 50 uur. Na 3,5 uur in het vliegtuig te hebben gezeten worden we naar een hotel gebracht. En vervolgens is er… niets. Geen informatie, niemand van de KLM te bereiken en zelfs in Amsterdam weten ze van niks.

Van een schadevergoeding wil de KLM niet weten (ze noemen het overmacht)  en als eindelijk de Europese Verordening die recht geeft op schadevergoeding (want een technische storing valt niet onder overmacht) er door is, is het voor ons te laat.

In Kigali probeer ik me nog even voor te houden dat het ons vast geen twee keer overkomt, maar helaas… het scenario dat zich ontrolt lijkt verdacht veel op dat van zeven jaar geleden. Na ongeveer een half uur wordt de mededeling herhaald: er is contact opgenomen met Amsterdam en alles wordt in het werk gesteld om het probleem te verhelpen en binnen een half uur horen we meer. Na een half uur dezelfde boodschap, en na een volgend half uur weer.

Uiteindelijk zitten we drie uur in een bloedheet vliegtuig en blijkt het technisch probleem niet op te lossen. De bedoeling is het vliegtuig te repareren en het de volgende avond na de reguliere KLM-vlucht van die dag naar Entebbe te laten vliegen.
Leg Merette maar eens uit dat er vandaag niets meer komt van een ontmoeting met haar zussen…

We bellen (er zijn al de nodige sms’jes heen en weer gegaan) naar Renate en Roos dat we echt niet komen. Ze staan met een grote auto (voor zes grote koffers en tassen en onze handbagage) al uren op het vliegtuig te wachten. De chauffeur maakt zich zorgen om zijn geld, maar dat hoeft niet; hij kan er niks aan doen en als we morgen komen betalen we hem  gewoon nog een keer. Rekening moet dan maar naar de KLM…

We moeten het vliegtuig verlaten, visa regelen en worden – met al die bagage  – in een busje naar een hotel gebracht. Daar vragen we om een drie persoonskamer omdat Merette wel bij ons moet slapen. In eerste instantie lijkt dat lastig, maar uiteindelijk beloven ze ons kamers met een tussendeur. Met alle spullen gaan we naar boven. En dan… rollen we van de ene verbazing in de andere. We hebben inderdaad een tussendeur. Maar de ene kamer blijkt een suite. Een zitkamer met een enorm bankstel, een schrijf/eettafel en een enorme flatscreen TV. Via een hal met een hoeveelheid kasten waar – als we alles zouden uitpakken – onze totale bagage niet terug te vinden zou zijn, komen we in een enorme slaapkamer.

Via een tussendeur in de zitkamer komen we in een ‘gewone’ tweepersoonskamer voor Merette (die overigens eigenlijk vindt dat zij wel in dat enorme bed in de suite mag slapen). Een ding is zeker: zo’n kamer krijgen we nooit meer!
 





 

Maar 100 keer liever hadden we nu in Jinja in het huis bij Renate en Roosmarijn gezeten. Dat laten we maar niet te veel merken om het voor Merette niet al te ingewikkeld te maken. Tegen een uur of drie liggen we in bed.

De volgende dag zal er om een uur of tien iemand komen van de KLM. Maar… (goh, ook al zo bekend) er komt niemand. Er wordt veel heen en weer gebeld door een aantal reizigers en uiteindelijk komt er iemand van de KLM in het hotel vertellen dat hij niets te vertellen heeft.  Misschien kunnen we ’s middags vliegen met Rwanda Air, maar misschien ook niet. Mogelijk ’s avonds met het ‘eigen’ toestel (na de reguliere vlucht van die dag), maar mogelijk ook niet. Ja, we komen die dag wel naar Entebbe. Is dat zeker? Nou nee, eigenlijk niet….
 
Ik zeg tegen Merette dat ze wel even mag zwemmen. Dat wil ze niet. Daaruit kan ik afleiden hoe moeilijk de situatie voor haar is: als ze niet wil zwemmen, is er iets echt niet in orde. Toch houdt ze zich nog steeds heel stoer.
  

 

Uiteindelijk wordt gezegd dat we voor half drie meer weten. Ongeveer elk half uur wandel ik naar de receptie, maar telkens  valt er niets te melden. Als ik er tegen half drie (minder dan een half uur nadat ik er voor het laatst ben geweest) weer kom staan er ineens mensen uit te checken. Want we gaan vliegen! Waarom heeft niemand me gewaarschuwd?

Hals over kop sleuren we alle bagage weer naar beneden (niet heel handig hoor, want aan Merette heb je in dit geval niet veel). Als we beneden komen zit  bijna iedereen al in de bus. Er staat een flinke rij mensen bij de balie om de extra kosten (van bijvoorbeeld een glaasje wijn) af te rekenen en het schiet voor geen meter op. Ik sluit aan, terwijl René probeert de bagage veilig in de bus te krijgen. Als dat er in zit, gaat de bus weg. Wat nu? Ik besluit de sleutel van de kamer dan maar achter te laten op de balie en mee te gaan. Vervelend dat ik nu mijn rekening niet kan betalen, maar ik wil toch echt mee naar het vliegveld!

Na een warm en hectisch uurtje is alle bagage weer ingecheckt en kunnen we naar een vliegtuig van Rwanda Air. Vanwege de Ebola uitbraak in Oeganda dragen alle bemanningsleden handschoenen…
 
 
Om een uur of vijf bellen we Renate en Roos; we zitten in het vliegtuig en het lijkt er op dat we nu toch echt gaan vliegen. Zij vertrekken met de auto vanuit Jinja naar Entebbe.

Om een uur of zeven komen we aan op Entebbe. Als we een visum hebben geregeld en met alle bagage door de douane zijn kijken we reikhalzend uit naar de meiden. Die zijn er niet… Ze zitten muurvast in het drukke vrijdagverkeer in Kampala en staan twee uur stil. Het duurt dus nog ruim anderhalf uur voor Merette eindelijk haar zussen in de armen kan sluiten…