woensdag 10 september 2008

Desa

We hebben al prachtige dingen gezien van Java, maar willen ook zo heel graag ‘gewoon’ wat van het platteland- en stadsleven zien. René en ik hebben in Bandung en Yogyakarta wel even rondgewandeld, en dat was leuk, maar smaakte wel naar meer. Albert heeft het in zijn oren geknoopt: als we de tempeldag achter de rug hebben vraagt hij of we belangstelling hebben om met de andung (paard en wagen) de volgende dag een desa te bezoeken. Die ligt in de buurt van de Borobudur en daar kunnen we heen als we onze bagage in het hotel hebben afgeleverd. Dat hebben we en vooral Merette is bij voorbaat al helemaal gelukkig als ze hoort dat we met paard en wagen op stap gaan!


Dus rijden we na de Wajangpoppenlunch meteen door naar Manohara. We hebben alle bagage in een kleine koffer of tas gestopt omdat de bus niet heel dicht bij de kamers van het complex kan komen. En sjouwen met je bagage? Dat doe je niet.
Het is een laagbouwcomplex. De kamers liggen verspreid over een groot terrein aan de voet van de Borobudur. Heel simpel, dat wel (Hoewel we later horen dat de andere helft van de familie in een verbouwde en dus luxere vleugel zit. Wat niet wegneemt dat in alle kamers de koelkast niet werkt, er weinig wam water is en ook niet alle lampjes doen wat ze moeten doen. Dat hebben we nog niet gehad sinds we hier zijn aangekomen.)
We rijden met de bus naar Balai Desa Candirejo Bersatu. Volgens onze gids is het een eco desa. Ze zijn bijna helemaal selfsupporting, en de bewoners vormen een hechte gemeenschap.
Voor onze ogen ontrolt zich een landschap dat past in de tijd dat mijn vader hier woonde. De desa ligt hoog boven een rivier. Als we op het randje van de heuvel staan om in de diepe de rivier te zien beneemt het uitzicht je de adem. Zó mooi!
Met de paarden en wagens rijden we door het dorp. Alle kinderen (en dat zijn er heel erg veel) zwaaien uitbundig.



Ook de volwassenen zijn buitengewoon vriendelijk. We kijken in een tapioca kroepoek fabriekje (lees: een schuurtje met een paar potten en pannen). De kroepoek voor vandaag is al klaar, maar we mogen nog wel proeven. Heerlijk, we bestellen meteen een paar zakken voor onderweg.
We zien hoe mensen rondom hun huisjes bezig zijn: ze ruimen wat op, halen kinderen binnen (het loopt tegen de avond), staan gezellig te kletsen en maken al met al een zeer relaxte indruk.
We krijgen de gemeenschapsruimte te zien; er staan gamelaninstrumenten en onder begeleiding van de gids mag de hele familie een liedje spelen (het bord met cijfertjes dat al klaar staat doet vermoeden dat we niet de enige toeristen zijn die hier een kijkje nemen). Een paar dorpsbewoners die het deuntje kennen begeleiden de Sluiseman-Nieuwenhuis Gamelan Orchestra en dan klinkt het nog heel aardig.

We zien buiten wat er allemaal groeit (bananen natuurlijk, maar ook jack fruit, papaya’s, kokosnoten, doerians en zelfs een rode ananas). Hier geldt: gooi een pit op de grond en volgend jaar is het een boom.
We eindigen in een andere gemeenschapsruimte: met thee, lumpur, pisang lontong, kwee lapis en meer lekkers. Fijn dat Albert inmiddels precies weet wat glutenvrij is.
Als het gaat schemeren rijden we terug, uitbundig nagezwaaid door de vrolijke kindjes.
Een idyllisch plekje, ver van alle stress, drukte en gejacht van onze moderne wereld. We vragen ons af: zouden we er willen wonen? Eigenlijk denk ik niet dat we er zouden kunnen aarden… Maar het was prachtig om te zien!


Meer foto's van de desa

Geen opmerkingen: