woensdag 3 september 2008

Kraton, waterpaleis en jawel…een tempel

We hebben nog een halve dag in Yogyakarta te goed voor we langzamerhand richting de Borobudur gaan.
Dat geeft ons in elk geval de gelegenheid de Kraton en het Waterpaleis te bezoeken. We beginnen met z’n vijven, de rest van de familie slaapt uit.
Het Kraton Ngayogyakarta Hadiningrat is het paleis van de sultan. We zijn er amper binnen of Renate en Roosmarijn zijn omringd door Javaanse toeristen die met ze op de foto willen. Op een gegeven moment moeten we er zo ongeveer vandoor rennen om nog tijd over te houden om het paleis nog te kunnen bezoeken. We hebben een gids die Nederlands spreekt. Nou ja, spreekt. Ze heeft een keurig verhaaltje van buiten geleerd en dat lepelt ze op. Wordt ze daarin gestoord dan begint ze simpelweg overnieuw. Het is wel heel grappig om te horen.
Duidelijk wordt meteen dat de negende sultan (Allah hebbe zijn ziel) mateloos populair is geweest. In een supertempo worden we langs zijn kinderfoto’s, zijn scoutinguniform, zijn kookgerei, zijn fotoapparatuur en talloze foto’s en onderscheidingen van de beste man gesleept.


Het paleis is een prachtig voorbeeld van 18e eeuwse architectuur en wordt nog steeds gebruikt voor officiële ontvangsten. De tiende sultan heeft er nog een woonverblijf. (Hij was niet thuis, de buitenlampen brandden niet...)

Na ruim een uur hebben we alle gebouwen van de Kraton gezien. We zoeken de bus op en rijden naar de Taman Sari, het Waterpaleis. Ooit een enorm complex in een kunstmatig meer. Het meer is verdwenen. Er zijn nog een paar delen van over o.a. het leuke zwembad van de sultan. Hij liet er zijn harem lekker badderen, zocht een dame uit die hem die dag wel beviel en zij mocht dan in zijn eigen zwembadje komen, uit het zicht van de andere dames en de kinderen.
We treffen een man die vraagt of we de onderwatermoskee willen zien. En dat willen we natuurlijk wel. Het is een onderdeel van het oorspronkelijke waterpaleis en heeft ook altijd – deels - onder het meer gelegen. De Samur Gumuling (ronde put) is oorspronkelijk waarschijnlijk geen moskee geweest.
Het is een sober geheel van gangen en trappen, mooi om te zien. We leren een nieuwe Indonesische uitdrukking: hati hati (voorzichtig) kepala (hoofd) = pas op je hoofd. Want de gangen en poorten zijn niet echt berekend op onze lengte. De gids brengt ons keurig terug naar waar wij het Waterpaleis zijn binnengegaan. Gelukkig maar, want zelf waren we de weg al lang kwijtgeraakt.

Tijd voor de lunch. En oh, wat is het toch fijn om een goede gids bij je te hebben. Albert brengt ons naar een restaurant waar een Wajang Kulit voorstelling aan de gang is. Een spannend ontvoeringsverhaal (denken wij) begeleid door echte Gamelanmuziek. Leuk om te zien hoe zo’n voorstelling in zijn werk gaat. Merette snapt nu ook waar de Wajangpoppen voor zijn!

Na de lunch gaan we naar een… tempel! Ik ben de naam even kwijt, maar het is een tempel met een enorm Boeddhabeeld erin. In plaats van een kaarsje steken we hier een wierookstokje aan en gaan er maar van uit dat de rest van het ritueel wel ongeveer hetzelfde zal zijn. De boeddha is erg mooi.

Buiten staat een enorme boom. Zijn wortels hangen in de lucht. Een echte Tarzanboom dus. En dat moeten we even uitproberen…

Dan rijden we door naar Manohora, een dorpje aan de voet van de Borobudur. Daar overnachten we zodat we de volgende ochtend om half vijf naar de bovenste verdieping van deze enorme tempel (jawel) kunnen klimmen om de zon te zien opgaan.

Meer foto’s van de Kraton, het waterpaleis en de rest van deze dag

Geen opmerkingen: