Nee, dit zijn geen nieuwe verhalen… Maar onze belevenissen in Oeganda van afgelopen jaar.
Voor iedereen die het nog leuk vindt om ze te lezen en wat van de foto’s te zien!
Kampala, we zijn er
tijdens onze vorige bezoeken aan Oeganda doorheen gereden. Een keer in een van
de winkelcentra geweest en een laatste avond doorgebracht bij de Casia Lodge.
We hebben gezien hoe druk
het er kan zijn, je staat er vaak en veel in de file en het krioelt er van de
mensen. Dat is niet heel gek, er wonen meer dan een miljoen mensen.
Dit jaar verblijven we er
een paar dagen, een mooie gelegenheid dus om er eens wat meer rond te kijken.
We ontmoeten Julius, onze
gids, voor de dagen in Kampala, maar vooral voor de rondreis die we daarna gaan
maken. De dagen in Kampala kunnen we met hem overal naar toe.
We beginnen met een
‘rondje’ Kampala. René en ik zijn een beetje gewend aan de drukte, maar Gerda
en Gerard kijken hun ogen uit. Wat een gekrioel van mensen.
Van alles wordt er
meegesleept op boda boda’s en de fietsen, en er is van alles te koop.
Er is een
meubelboulevard, een straat met alleen maar autospullen en straten met winkels
waar werkelijk van alles verkocht wordt. En natuurlijk de Kabalagala, de straat
die nooit slaapt en waar het uitgaansleven 24/7 doorgaat.
Ook wij komen ogen (en
oren) te kort. Het blijft een feest om in deze stad rond te rijden (vooral met chauffeur).
Taxipark
Een van de leukste plekken om te bekijken is het Taxipark. In een enorme kuil staan werkelijk duizenden matatu’s (taxibusjes) bij elkaar. Er is – volgens onze westerse begrippen – plaats voor acht passagiers. In Oeganda vindt men dat er zeker 14 personen in passen. Dat staat op de buitenkant. In de praktijk gaat een matatu niet rijden als er niet minstens 20 mensen in zitten. En dan rekenen we kippen, geiten, matrassen en trossen matokebananen niet mee.
Een van de leukste plekken om te bekijken is het Taxipark. In een enorme kuil staan werkelijk duizenden matatu’s (taxibusjes) bij elkaar. Er is – volgens onze westerse begrippen – plaats voor acht passagiers. In Oeganda vindt men dat er zeker 14 personen in passen. Dat staat op de buitenkant. In de praktijk gaat een matatu niet rijden als er niet minstens 20 mensen in zitten. En dan rekenen we kippen, geiten, matrassen en trossen matokebananen niet mee.
Er lijkt geen enkele
logica te zitten in het park, maar schijn bedriegt, iedereen weet er prima de
matatu te vinden naar de juiste bestemming.
Kasubi Tombs
Oeganda heeft weinig
cultuur. Althans, in stenen en gebouwen. Voor mooie tempels moet je hier niet
zijn.
Maar in Kampala staan de
Kasubi Tombes. Nou ja, eigenlijk staan ze er niet, want in 2010 is de grote
tombe grotendeels afgebrand. In 22 minuten, zo vertelt ons de gids, was er
niets meer van over. Dat is op zich niet verwonderlijk aangezien ze helemaal
bestaan uit de traditionele bouw, een houten skelet, dichtgesmeerd met klei en
koeienpoep en een enorm dak van gedroogd gras. Dat wil wel branden!.
Vermoedelijk is de brand aangestoken door een Al-Shabaab aanhanger, maar er is
nooit een dader opgepakt.
In de grote tombe liggen
wel nog steeds vier koningen van het koninkrijk Boeganda, kabaka’s, begraven.
En de tombes zijn in 2001 opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Daar
moeten we dus wel heen!
Julius rijdt ons naar de
berg Kasubi, waar de tombes liggen. We kopen een kaartje en lopen via het Guard
House naar binnen. Het Guard House en nog een paar andere huizen (waaronder het
Royal Drum House) zijn gelukkig wel bewaard gebleven. Nog steeds bewaken
familieleden van de koningen de ingang van het complex.
Met een gids beginnen we
de rondleiding in een hut met enorme portretten van de vier koningen die in de
tombe begraven liggen. Daar krijgen we een presentatie over het leven van de
koningen: met keurig gelamineerde foto’s!
De grote tombe - Muzibu Azaala Mpanga - is 1881 gebouwd als paleis voor de koning, maar al een paar jaar later in gebruik genomen als begraafplaats. Er rusten vier koningen: Mukaabya Mutesa I Kayiira, Mwanga II Basammula-Ekkere, Daudi Cwa II en Sir Edward Mutesa II.
Voor de Boeganda zijn de
tombes een spiritueel, politiek en sociaal symbool van hun koninkrijk. Het is
een belangrijke religieuze plaats waar de kabaka's en andere vooraanstaanden
regelmatig eeuwenoude rituelen uitvoeren.
Midden op het terrein
ligt de Fire Place, waarin altijd een
vuurtje brandend wordt gehouden. Er is ook een hut voor tweelingen, die door de
Boeganda als heel speciaal worden beschouwd.
Rondom de grote open plek
liggen allemaal huisjes en hutten. Vroeger woonden daar de vrouwen van de
koning, nu wonen er nog steeds – volgens de gids – familieleden van de koning.
Want hoewel Oeganda een president heeft, zijn er nog steeds koningen in Oeganda.
Officieel hebben ze politiek niets in te brengen, in de praktijk hebben ze nog
steeds veel invloed.
Volgens onze gids is de
huidige koning van Boeganda een weldoener voor de bevolking en geven ze heel
veel geld aan goede doelen.
Het hoofdgebouw wordt
inmiddels herbouwd. Met hulp van de Oegandese staat, zoals beloofd door
president Yoweri Museveni. Er wordt hard gewerkt aan de wederopbouw en als
alles goed gaat moet het gebouw in 2014 weer in zijn oude luister zijn
hersteld.
Jammer genoeg zijn er wel
veel voorwerpen verloren gegaan bij de brand. In een fototentoonstelling op het
terrein is een overzicht van de schade na de brand en een aantal van de
voorwerpen.
We wandelen tot slot nog
even in de omgeving van het complex, waar zich het Oegandese villageleven voor
ons ontrolt: een bijzondere gewaarwording dat dat in Kampala te vinden is!
Gezellig in Kampala
We logeren in het
Orchidea Guesthous in Kampala. Simpel, maar schoon, netjes en heel ruim.
Ontbijt wordt ’s morgens geserveerd in Café Roma, het Italiaanse restaurant dat
op hetzelfde terrein ligt.
Prima voor elkaar dus!
En natuurlijk gaan we
elke avond leuk (en lekker) uit eten.
De eerste avond
vertrekken we naar The Bay, een restaurant dat aan het Victoriameer ligt. Zo
gauw het een beetje donker wordt, zitten we heerlijk met een drankje bij het
kampvuur.
De tweede avond eten we bij de Khana Khazana, een Indiaas restaurant. We hebben er al veel over gehoord en het is dan ook zoals we verwachten: verrukkelijk! Allemaal een apart gerecht, zodat we zeven verschillende gerechten kunnen proeven. Het is te veel, maar gelukkig is het in Kampala heel gewoon om de restjes in te laten pakken en mee te nemen. Daar doen we Martin een groot plezier mee!
Vrijdag, onze derde dag in Kampala, nemen we een kijkje in het kantoor van Matoke Tours. Leuk om kennis te maken met de collega’s van Renate en haar werkomgeving.
Daarna brengt Julius ons
naar Speke Resort, een conferentiehotel met een enorm zwembad. De laatste dag
in Kampala kunnen we hier lekker uitrusten voor onze safari begint.
Speke is een buitengewoon
luxe complex. Het is heerlijk, maar voelt ook altijd nog een beetje raar om in
zo’n luxe omgeving te verblijven in een land dat nog zo veel armoede kent.
We liggen heerlijk aan
het 50 meter bad (dat voor ‘jeweetmaarnooit’ een reddingsboot op de kant heeft
liggen). Beetje zwemmen, beetje lezen, lekker drankje, dit is wat je noemt
vakantie!
Inmiddels zijn we
erachter gekomen dat we ook zaterdag nog in Kampala zijn, we hebben ons een dag
vergist. Dat betekent een extra avond om een lekker restaurant op te zoeken en
een dag extra relaxen.
We drinken wat in de
MishMash, een van de uitgaansgelegenheden waar Renate veel komt (en die Roos
ook goed kent, van haar bezoekjes in Kampala) en gaan dan naar Jazz Ville, een
restaurant met live muziek.
Als we het gevonden
hebben blijkt er weinig parkeerplek te zijn. Maar dat geeft niet, Julius
parkeert de bus ‘gewoon’ ergens op een soort stoep, precies tussen twee poorten
in. Op zijn Oegandees.
De avond is een
cadeautje! We moeten 10.000 shilling betalen om binnen te komen, want ja, een
band kost geld. We vinden een lege tafel en bestellen een drankje. De muziek
begint om 9 uur. Als het over is blijkt dat we op een prachtige plek zitten om
over het Oegandese publiek – dat echt voor de muziek is gekomen – heen op het
podium te kunnen kijken. De Code9Band begint met een paar heerlijke rocknummers
en jaren zestigmuziek. Het kan de Oegandezen nog niet zo bekoren, maar wij
wagen er een dansje aan! Tot grote vreugde van de Oegandezen, die het
buitengewoon kunnen waarderen dat die mzungu’s willen dansen.
Als de klanken van
Shakira’s Waka Waka de zaal in geslingerd worden komen ook de Oegandezen in
beweging. En tja, dan leggen wij het toch echt af: wat kunnen die Afrikanen
swingen!
Natuurlijk gaat Merette
met een van de zangers op de foto. Die traditie moet je in Oeganda gewoon
voortzetten!
Al met al: een avond om in te lijsten!
Dan breekt wel de laatste
dag aan in Kampala. En omdat Renate en Martin (en collega Caroline) vrij zijn
(zaterdag) gaan we lekker nog een dagje naar dat heerlijke zwembad.
We eten ’s avonds bij
Café Roma, dat op hetzelfde terrein ligt als ons guesthouse (we zijn er niet
achter of het ook echt één bedrijf is). Merette gaat met Martin en Renate mee
naar huis, en wij zijn klaar om met z’n vieren aan de rondreis te beginnen!Meer Kampalafoto's.
Meer Kasubifoto's.
Gezellige foto's...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten