Vrijdagavond kijk ik met heel veel plezier naar de College
Tour, waar Desmond Tutu – onder leiding van Twan Huys – vanuit de Burgerzaal in het Deventer
Stadhuis, de studenten als belangrijkste boodschap meegeeft: ‘Durf te dromen!
Laat je idealen niet verdwijnen door de cynische oudjes, maar maak je dromen
waar!’ Zijn vrolijke giechel maakt dat je om hem moet lachen.
Ik geniet daarna nog even na van de viering van die middag
die door DRTV wordt uitgezonden.Een keer zap ik langs een nieuwsuitzending en zie verontrustende berichten uit het dorpje Haren. Ik zap door; vandaag wil ik het even niet weten!
Zaterdag is dan de dag van het diner. Er is een
kledingvoorschrift: Tenue de Ville. Ik ben nog even bang geweest dat ik in gala
zou moeten (waar haal ik op zo’n korte termijn in ’s hemelsnaam galakleding
vandaan in mijn maat???), maar gelukkig: Tenue de Ville kan ik aan: letterlijk
en figuurlijk!
Op de uitnodiging staat dat we uiterlijk om kwart voor zeven
in de Bergkerk moeten gaan, daarna gaan de deuren dicht.
Dat betekent dus dat ik inderdaad niet naar de Brink kan
waar Desmond Tutu honderden toegestroomde mensen toespreekt en bloemen legt bij
het monument van Albert Schweitzer. Ik hoor (en zie later op DRTV) dat hij een
prachtige toespraak houdt. Belangrijkste boodschap: deel wat je hebt: als je
dood ben en je meldt bij Petrus aan de hemelpoort met alles wat je in je leven
aan materiele zaken hebt verzameld pas je simpelweg niet door de poort. Dus:
Share, share, share!
Ik kan me daar zó in vinden: heb ik niet net in Oeganda nog
weer gezien hoe hard onze hulp nodig is? Wij hebben het zo ongelooflijk goed in
Nederland (en heus ik weet wel dat dat niet voor iedereen geldt, maar echt, de
meeste mensen hebben niks te klagen…), daar kunnen we echt van delen!
In mijn Tenue de Ville laat ik met naar de Bergkerk brengen.
Gelukkig zijn er al meer mensen van de ‘Gemeentetafel’. De tafels zijn prachtig
gedekt.
Barbara
Gwanmesia zingt opnieuw ‘How great thy art’ en het klinkt in de Bergkerk net zo
mooi als gisteren in de Lebuinus.
Kort na zeven uur komt Desmond Tutu binnen, als altijd krijgt hij een staande ovatie. Barbara zingt Nkosi Sikelele; het Zuid-Afrikaanse volkslied. Alweer een kippenvelmoment.
Het is aan onze tafel, met drie wethouders, de burgemeester
en zes vertegenwoordigers van organisaties die in Deventer actief zijn op het
gebied van de Millenniumdoelen buitengewoon gezellig. We genieten van het
heerlijke eten, prima wijn en natuurlijk het programma. Ik voel me heel bevoorrecht om hier te mogen zijn.
Twan Huys gaat in gesprek met Harold Robles, de oprichter van het Medical Knowledge Institute, een organisatie die ‘onze westerse kennis over gezondheid en hygiëne wil delen met hen die deze kennis niet hebben’. (Da’s toch wat we bij Bulungi ook een beetje doen? )
Robles is een groot bewonderaar van Albert Schweitzer en
heeft er voor gezorgd dat zijn beeld in Deventer staat. Maar bovenal is hij
degene die zijn vriend Desmond Tutu naar Deventer heeft gehaald.Twan Huys gaat in gesprek met Harold Robles, de oprichter van het Medical Knowledge Institute, een organisatie die ‘onze westerse kennis over gezondheid en hygiëne wil delen met hen die deze kennis niet hebben’. (Da’s toch wat we bij Bulungi ook een beetje doen? )
Tutu krijgt uit handen van Commissaris van de koningin Ank
Bijleveld-Schouten de koninklijke onderscheiding van Commandeur in de Orde van
Oranje Nassau. ‘Baie, baie dankie’, is zijn reactie.
Om een uur half tien is zijn energie op en verlaat hij onder
een staande ovatie de Bergkerk.
Nee, ik heb geen foto van ons samen, ik heb hem ook niet de
hand geschud. Maar wat was het bijzonder om hem van zo dichtbij mee te mogen
maken. Hij zit in mijn hart: deze grote, kleine man!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten