Eluana is vermoord. Dat vindt Berlusconi, premier van Italië. Een jonge vrouw, die na een ernstig auto-ongeluk zeventien jaar in coma ligt.
‘Ze leeft!’, zeggen Berlusconi en zijn rechtse aanhang. ‘Wij mogen het leven niet beëindigen, dat is in Gods hand’, vindt het Vaticaan. Ze leeft, want ze heeft een slaap-waakritme en ze ademt. Meer niet. Oh ja, toch wel, ze menstrueert. Ze zou dus nog kinderen kunnen krijgen. Dat zal vooral voor het Vaticaan een belangrijk item zijn. Gaat heen (oh, nou dat kan even niet) en vermenigvuldigt u. Of je nou in coma ligt, hiv-besmet bent of geen rooie cent hebt om (nog) een kind te voeden: dat maakt niet uit, vermenigvuldigen moeten we.
Ik zie een wanhopige vader aan het bed van zijn dochter. Zeventien jaar in coma. Zeventien jaar geleden de schrik, het verdriet, de wanhoop en de angst om je kind te verliezen. Dan langzamerhand het besef: dit komt nooit meer goed. De hoop die hij had dat ze beter zou worden, wordt hoop dat ze sterft. Niemand weet of zij lijdt. Ik hoop van niet; ik hoop dat ze in al die 17 jaar niets heeft meegekregen van haar omgeving. Maar haar familie en vrienden lijden wel.
Ze leeft, ja, maar dit leven is mensonwaardig, niet waard om geleefd te worden. Het is een kunstmatig leven: als ze geen voedsel krijgt toegediend, gaat ze dood, want zelf eten kan ze niet.
Daar denkt meneer Berlusconi anders over: alle leven is de moeite waard om geleefd te worden en stoppen met de kunstmatige voeding is moord.
In de jaren tachtig lieten hij en zijn vrouw een zwangerschap afbreken. Zijn vrouw was toen al zes maanden zwanger. Reden: het kindje was gehandicapt. Blijkbaar golden toen al zijn hypocriete regeltjes even niet: het hemd is immers nader dan de rok.
Eluana is dood. Gestorven aan de gevolgen van een auto-ongeluk zeventien jaar geleden. Ik heb bewondering voor haar vader, die tot het laatst gevochten heeft voor zijn dochter en uit liefde voor haar koos voor haar dood. Ik hoop dat de Italiaanse regering hem met rust laat...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten