Het is weer
tijd voor de jaarlijkse lintjesregen. Een flink aantal Nederlanders (meestal zo
rond de 3500) krijgt net voor de troonswisseling te horen dat het ‘Hare
Majesteit heeft behaagd’ een onderscheiding uit te reiken.
De meest
voorkomende onderscheiding is die van Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Om
daarvoor in aanmerking te komen word je geacht bijzondere verdiensten voor de
samenleving te hebben ontwikkeld. Voor 1996 was dat nog een tikje anders. Toen kregen veel mensen nog ‘automatisch’ een koninklijke onderscheiding. Alleen omdat ze ergens een bepaald aantal jaren in dienst waren of een bepaalde functie hadden vervuld. Of dat goed of slecht hadden gedaan, was geen criterium, het simpele feit dát was voldoende.
Niet gek dat dat nogal wat weerstand opriep bij ‘gewone’ Nederlanders die niet het geluk hadden een dergelijke functie te bekleden.
Dat is ook
in Den Haag doorgedrongen en 1996 is besloten dat er (veel) meer ruimte moet
komen voor onderscheidingen voor mensen die iets bijzonders betekenen voor de
samenleving.
Nog steeds
kan iemand die 40 jaar bij een en dezelfde baas heeft gewerkt een lintje
krijgen, en ook bijvoorbeeld een brandweerman (of – vrouw) of politieagent die
met pensioen gaat. Maar dan moet hij of zij wél iets bijzonders hebben gedaan
in die functie. De onderscheiding komt niet meer vanzelf, maar moet worden
aangevraagd.
Ook ik heb
jarenlang een wat ambivalente houding gehad ten opzichte van de lintjesregen.
Tot ik de afgelopen jaren een paar keer heb meegewerkt aan de aanvraag voor een
lintje van mensen die hen echt verdienden.
Mensen die
ik ken, omdat ze zich vrijwillig inzetten in het netwerk waarin ik dat ook doe.
Elke persoon
die vindt dat iemand een lintje verdient, kan dat aanvragen. In Deventer neem
je daarvoor contact op met de kabinetsmedewerker. Zij (het is een zij in
Deventer) heeft alle benodigde formulieren, maar kan je ook vertellen of de
aanvraag enig kans van slagen heeft.
Als dat zo
is, ga je op zoek naar meerdere mensen die een aanbevelingsbrief willen
schrijven. Dat heb ik een aantal keren gedaan. Met veel plezier, want ineens
gaat het dan om mensen die je kent en waarvan je weet hoe betrokken en actief
ze zijn in Deventer. Dan blijkt dat ze vaak ook nog veel meer doen dan dat ik
van ze weet.Vervolgens wordt de aanvraag beoordeeld door de burgemeester. Is hij akkoord, dan gaat de aanvraag naar Den Haag. Daar wordt de aanvraag opnieuw beoordeeld, maar wordt vooral ook gekeken of er geen sprake is van een strafblad. Om in aanmerking te komen voor een Koninklijke Onderscheiding moet je immers van onbesproken gedrag zijn.
Een paar
weken voor de uitreiking komt het verlossende woord (meestal). Aan familie en
vrienden de schone taak om het feestvarken – liefst toch wel strak in pak –
onder valse voorwendselen naar de plaats te loodsen waar hij of zijn dan te
horen krijgt welke eer hem (of haar) ten deel is gevallen.
Want reken
maar dat iedereen die het overkomt het een eer vindt! En dat mag: het is een
waardering van mensen in je omgeving. Mensen die je kennen en als geen ander
weten hoe jij je hebt ingezet voor anderen, meestal geheel belangeloos en in
elk geval altijd met heel veel passie voor en betrokkenheid bij diegene of
datgene waarvoor je dat doet. Die waardering voor wat je doet, gecombineerd met
een oude, koninklijke traditie: daar mag elke lintjesdrager terecht trots op
zijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten