zondag 19 oktober 2008

Probolinggo

Probolinggo. Al vanaf ik me kan herinneren kan ik de naam zonder haperen uitspreken. ‘Mijn vader is geboren in Probolinggo. Dat is in Nederlands Indië.’ (Voor mijn vader is Indië nooit veranderd in Indonesië.)
Hij is er geboren in een huis op het terrein van de suikerfabriek. Geen idee waarom dat huis daar stond en wat mijn grootouders er deden (opa had niets met plantages, hij was docent wiskunde), maar ze woonden ‘op de suikerfabriek’.
Na het bezoek aan de Bromo rijden we naar Probolinggo. Als we er in de buurt komen zien we smalle spoorlijntjes die het landschap doorkruisen. Daarover reden in vroeger tijden de wagons met suikerriet van de plantages naar de suikerfabriek. En hoe dichter we de stad naderen hoe meer vrachtwagens we zien rijden die volgeladen zijn met suikerriet. Een van de wagens slaat linksaf en daar is de suikerfabriek.
Albert gaat informeren of we er even rond mogen kijken. Dat mag als we het voor Java astronomische bedrag van vierhonderdduizend roepia’s (€ 28) betalen. En er moet iemand van de fabriek met ons meelopen.
Deze man zet er meteen flink de pas in. Tot min verbazing klauteren we over rijen wagonnetjes (de ongebruikt op de rails staan), dalen trapjes af en lopen voor mijn gevoel een paar kilometer over het terrein. We eindigen bij een oude vervallen loods met daarin: treintjes… Blijkt dat Remco gezegd had dat – als er nog oude treintjes waren – hij die wel graag wilde zien. Nou ze waren er dus…


Dan lopen we naar een soortoverdekte begraafplaats met een paar enorme grafmonumenten. Hier liggen leden van de familie Etty begraven, ooit de eigenaren van de fabriek.
Als laatste lopen we door de fabriek. Er hangt een enorm zoete, weeïge lucht. Erg schoon ziet het er in mijn ogen allemaal niet uit, maar het is wel boeiend om te zien. De gebouwen van de fabriek lijken nog oud, weinig veranderd sinds de jaren dertig. De apparatuur is wel een stukje moderner. De werknemers in de fabriek vinden het wel leuk dat we er zijn en we trekken veel bekijks. Ze willen graag op de foto.
We eindigen weer bij de ingang van de fabriek. Daar halen de meiden het cadeau te voorschijn dat ze voor oma hebben gekocht. Het is een batik schilderij, gemaakt door een studente die in Nederland is geweest. Ze was erg onder de indruk geraakt van de glas in lood ramen én van alle fietsen. Daardoor geïnspireerd heeft ze een batikdoek gemaakt waarop fietsen en becaks afgebeeld staan als in een glas in lood ramen. Renate en Roos vonden het in Yogyakarta en vinden dat het precies bij opa en oma past: een stukje Nederland en een stukje Indië, gebatikt in glas in lood…


Mijn vader is elf jaar geleden overleden. Achtervolgd door zijn kampverleden is hij bang, verdrietig en boos gestorven. Van hem heb ik geen as. Maar hetzelfde urntje waar de as in zat van tante Jeanne zit nog in mijn tas. Met een klein beetje aarde dat ik bij zijn graf heb weggehaald. Dat strooi ik in iets wat op een soort van tuintje lijkt. En uit datzelfde tuintje neem ik beetje aarde mee. Aarde van Java, van Problolinggo. Als ik terug ben zal ik dat naar zijn graf brengen. Een klein beetje bewaar ik. In dat urntje. Voor mezelf. Is ook deze cirkel rond….

Meer foto's van de suikerfabriek.



1 opmerking:

kacokijk zei

Hoi Monica,

Je hebt er een mooie blog van gemaakt. Helaas weet ik vaak niet zo snel hoe ik op moet reageren op zulke bijzondere, maar ook persoonlijke verhalen.
Ook de foto's zijn erg mooi, zoals de serie in deze blog over de suikerfabriek. Is het misschien een ideetje om ze in een slideshow te zetten? (via http://www.slide.com/) Dan krijgen je foto's veel meer de aandacht die ze verdienen.