Om 9 uur fietsen we naar de stad. Het waait behoorlijk, maar het is droog en de zon doet zijn best. Dat belooft wat voor vandaag.
De fietsenstalling achter de HEMA is open, dus we kunnen onze fietsen met een gerust hart stallen.
Voor de officiële opening (half tien) staan we op de Brink. Waar van uit alle kramen al volop wordt verkocht, want er is nog nooit een jaar geweest dat iemand zich aan de officiële tijd heeft gehouden. Sterker nog: als je echt op iets bijzonders uit bent moet je om zes uur op jacht. Het heel bijzondere boek over Deventer uit 1714 was vanmorgen rond die tijd al verkocht.
Het is gezellig druk en we lopen veel bekenden tegen het lijf. Onder andere een verslaggever van DRTV die op zoek is naar Gerrit Komrij. Ze vinden elkaar voor de Waag en de reportage over het weekend van Komrij in Deventer is vast een aanrader.
Het is een feest om tussen de kramen te dwalen: er staat een meneer midden op de Brink iets heel belangrijks te vertellen in zijn telefoon (en in een ruime cirkel om hem heen kan iedereen ‘meegenieten’ en ik verzeker u: het gaat niet over boeken!), maar de meeste mensen zijn heerlijk aan het snuffelen.
Een aantal zoekt met hele schriften vol titels die ze bij de hand houden. Af en toe kan er een item worden doorgestreept. Een gelukzalige lach volgt! Check!
Ergens staat een chique mevrouw, met een Erik de Noorman in haar hand. Ze twijfelt en belt: ‘Zág, hoor eens, ik heb hier een Erik de Noorman. Veur tíen euro! Maar eh, is er ook verschil tussen een Vlaamse en een Nederlandse versie? Oh dat weet je niet? Nou, dan moet je zelf maar even komen kijken. Aan de Welle ja, daar ben ik nu.’ Ze noemt het nummer van de kraam, legt het boek terug en wandelt met een zucht weg. ‘Er is helemaal geen Vlaamse serie’, mompelt de verkoper. ‘Maar ja, tien euro zal wel te veel zijn voor mevroj.’
Koffie op het Wellepad. Drie mensen dalen het trapje af. ‘Heeft u wel Rivella?’ tettert een mevrouw over het pad. Dat weten ze niet helemaal zeker bij de Tobbe. ‘Nou, maar hij drinkt alleen maar Rivella, dan zal ik toch maar even bellen!’ Ze pakt haar telefoon. ‘Waar zijn jullie nou? Ja, wij willen koffie, maar ik weet niet of ze hier Rivella hebben! Nou, kom maar hier heen dan.’ Ze draait zich om naar de andere twee. ‘Hij denkt dat ze het wel hebben, dus ze komen hier heen.’
We drinken nog een kopje koffie en in die tijd horen we het woord Rivella toch zeker nog een keer of tien. Als wij weg gaan, stommelt een lawaaiig groepje het trapje af. ‘Hébben jullie nou Rivella?’ schettert de dame nogmaals. Ik kan het niet laten als we naar boven lopen en vraag de ober zachtjes: ‘Weet je nou al of je Rivella hebt?’ Hij kan er gelukkig nog om lachen.
Voor wie zou dit brood bestemd zijn? |
Het loopt tegen twaalven en is nu echt heel druk op de Welle en langs de andere kraampjes. We kunnen natuurlijk niet met lege handen naar huis en kopen een paar spannende boeken. Hebben wij tenminste ook een NS-tas, want zonder kan je je eigenlijk niet vertonen op de Boekenmarkt.
We halen de fietsen op en fietsen de Wilhelminabrug op. Een fantastisch uitzicht op de overvolle Welle. Er zijn donkere wolken, maar de zon wint.Op de Worp staat het vol met auto’s en hoe dichter je bij het pontje komt, hoe meer fietsen er ook staan. Heel even moeten we schuilen onder een boom, als het toch een paar minuten regent. Gelukkig duurt het niet lang.
Over de spoorbrug terug en dan zien we het einde van de kramenrij aan de Welle. Mensen pakken hele koffers vol met boeken en gaan dan toch nog weer even terug. Wie weet is er nog iets leuks te vinden. Immers… van boeken heb je nooit genoeg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten