dinsdag 14 oktober 2008

Tosari

De dag nadat we in Sumberglagah zijn geweest brengen we ’s morgens nog door in het heerlijke Tugu hotel. Na de lunch vertrekken we naar Tosari, een dorpje dat vlak bij de Bromo ligt.
Ook hier moeten we het laatste stuk weer met een klein busje. De bagage voor een nacht is apart ingepakt en de rest blijft in de grote bus. De chauffeurs slapen in die bus, dus we hoeven ons geen zorgen te maken of we alles de volgende dag wel weer aantreffen.
Het gaat steil omhoog. We komen aan bij de Bromo Cottages, ons hotel. De receptie ligt op de top van de Penanjakan en de kamers zijn tegen de flank aan gebouwd. Het is duidelijk waarom je hier niet te veel bagage mee naar toe moet nemen; het is behoorlijk afdalen naar de kamer om van de klim naar boven maar te zwijgen.
De kamers zijn simpel. Gaten in het beddengoed, lampjes die het niet doen en een douche waarbij het de vraag is of daar water uit gaat komen. Wel even wat anders na de luxe van de andere hotel.
We gaan flink in de weer met de Deet, want we moeten straks alle trappen weer op naar de eetzaal. Het uitzicht is prachtig, in de diepte liggen huisjes, akkers en bosgebieden rustig in de zon.



Renate en Roos gaan vast boven een biertje halen, wij volgen iets later. Dan blijkt dat er bijna alleen Nederlanders in dit hotel verblijven. Jan Smit heeft al door de eetzaal geklonken en als een Javaanse zangeres een poging doet tot een dans op een klein podium staat er al snel een dikbuikige man mee te kronkelen. Oef, dit is wel een ernstig campinggevoel. (En nee, dan niet een mooie camping ergens in Europa, maar zo’n camping waar je ’s morgens om elf uur al ‘Buurman, biertje?’ kunt horen.)
Snel eten dan maar. We schuiven met Albert aan een ronde tafel. Een mevrouw uit een van de reisgezelschappen komt met een welgemeende waarschuwing: ‘Je moet hier pizza of spaghetti bestellen hoor, geen Indisch, dat kennen ze hier niet…Dan ben je straks allemaal hartstikke ziek!’ Onze immer gelijkmoedige Albert wordt er boos van. Wel ‘duizend keer’ heeft hij hier gegeten en nog nooit is er iemand ziek geworden.
We gaan dan ook lekker aan de nasi en de bami goreng. Het eten is naar Javaanse begrippen vrij prijzig en we hebben ook wel eens lekkerder gegeten, maar het kan er best mee door. Frans Bauer en Jan Smit blijven ons bespaard en om een uur of acht zijn we weer beneden in onze kamers. In een soort winkeltje in het hotel hebben we een jas gehuurd voor René (het vest dat hij mee zou nemen ligt thuis op de bank) want het schijnt morgenvroeg echt koud te zijn.

Dat is het nu trouwens ook al, je kunt goed merken dat het op deze hoogte fris is. Morgenochtend om half vier gaat de wekker…

Geen opmerkingen: