maandag 12 juli 2010

Voetbalfinale in Kampala

Voor de wedstrijd van zondagavond 12 juli hebben we nog contact met Renate en Roosmarijn (en Tim en Martijn) in de Iguana bar in Kampala. ‘De vlieger’ van André Hazes wordt goed meegezongen en 300 in het Oranje gehulde Nederlanders verheugen zich op de wedstrijd. Nu nog even winnen…

Dan is het ongeveer kwart voor 12. Nederland heeft een uur geleden de finale van het WK-voetbal tegen Spanje verloren. Een sms’je uit Kampala: ‘Ik weet niet of jullie iets gaan meekrijgen, maar er is wat gedoe in Kampala. We zijn alle vier veilig in het guesthouse. Xx’
Ik sms in eerste instantie braaf terug: ‘Fijn om te horen dat jullie in het guesthouse zijn, hebben hier nog niks gehoord.’

Maar dan realiseer ik me dat het helemaal niet normaal is dat ze zo snel na de wedstrijd in het guesthouse zijn, want waar de Nederlanders hier in Nederland meteen naar huis gingen na de wedstrijd, blijven Nederlanders in het buitenland toch nog wel even gezellig bij elkaar hangen, drinken nog wat en gaan echt niet meteen terug naar hotels e.d. Bovendien is het wel even rijden naar het guesthouse. Wat is er aan de hand?
Toch maar even bellen… 
Alle vier zitten ze gezond en wel op het dakterras van het guesthouse, maar ze hebben bepaald een spannend uur achter de rug.  Tijdens de tweede helft van de wedstrijd komen de eerste sms’jes binnen in de club waar ze kijken. Ergens rondom de goal van Spanje gaan mensen rennen, de club uit. Renate, Roos, Tim en Martijn gaan met Sander, de eigenaar, snel mee de bus in en terug naar het guesthouse. Mensen van de ambassade geven aan dat de club zo snel mogelijk leeg moet i.v.m. bomaanslagen vlak in de buurt.
De aanslagen zijn vlakbij de club gepleegd waar ze waren, terwijl honderden mensen voetbal zaten te kijken. De eerste berichten op nu.nl zijn dat er 24 doden zijn (inmiddels weten we dat het er meer dan 70 zijn).
Ze zijn erg geschrokken (Roosmarijn zegt: 'Als ze over 30 jaar aan me vragen: “waar was jij tijdens de finale Spanje-Nederland, dan weet ik dat nog precies: rennen naar een busje omdat we hals over kop die club uit moesten”'), maar voelen zich veilig in het guesthouse dat in een compound ligt. Niemand heeft het nog over voetbal.

De planning is dat ze maandagnacht om een uur of vijf vertrekken naar het Bwindipark, in het Zuid-Westen van Oeganda, in het grensgebied met Congo en Rwanda. Renate, Tim en Roos hebben permits voor de gorilla’s voor dinsdag 13 juli. De permits zijn drie maanden geleden al geboekt en betaald en alleen geldig op die dag.
De guesthouse-eigenaar heeft de ambassade ingelicht dat hij vier Nederlanders heeft die diezelfde nacht nog weg willen uit Kampala. Is dat verantwoord? De ambassade belooft contact te houden.
Ze beloven niet te gaan als de ambassade het afraadt: ze willen heel graag naar de gorilla’s, maar niet als niet veilig is.
Om een uur of zes in de ochtend weer een sms: ‘We zitten in de auto en zijn al een eind onderweg. Kampala is weer rustig, maar we zijn wel blij dat we er weg zijn.’ Ze hebben niet meer geslapen die nacht (ik ook niet echt trouwens), maar konden gelukkig wel veilig vertrekken.

Inmiddels worden de berichten over de aanslagen iets gerichter. Er zijn veel slachtoffers en de (zelfmoord)aanslagen worden opgeëist door de radicaalislamitische Somalische groepering al-Shabaab. De aanslagen zijn min of meer aangekondigd: Oeganda maakt deel uit van een soort vredesleger in Somalië dat door deze groep – gelieerd aan Al Qaida – niet gewaardeerd wordt. Bovendien vinden deze fundamentalisten voetbal een kwaadaardig gebeuren en in strijd met de Islam. In Somalië kijk je alleen voetbal in je eigen huis als niemand het weet, want anders kun je er zomaar om vermoord worden.
Het lijkt er dus op dat ook het kijken naar voetbal met de aanslagen te maken heeft. Ik realiseer me dat twee van mijn dochters (en twee lieve vrienden) gisteravond wel heel erg dicht bij terreur in de buurt zijn geweest: stel dat de zelfmoordenaars bedacht hadden dat ze wel eens de supporters van de finalisten konden opzoeken…
Het kan mij ineens niets meer schelen dat ‘we’ verloren hebben; mijn kinderen zijn veilig.

PS: En ja… het hemd is nader dan de rok, zo zit een mens in elkaar. Ik ben blij dat mijn Oegandagangers veilig zijn, maar mijn hart doet pijn als ik aan de slachtoffers denk….

zondag 4 juli 2010

If they can, we can!

T-shirts voor het Sportgala van BEHOD

BEHOD – het project van Renate in Jinja, Oeganda - houdt elk jaar in juni een sportgala. Speciaal voor sporters met een beperking wordt er dan een hele dag vol sport georganiseerd.
Dan krijg ik van Renate een berichtje: speciaal ter ere van onze komst wordt het gala uitgesteld! Iedereen vindt het heel erg leuk als we daar bij kunnen zijn en dus wordt het gehouden in juli. We voelen ons zeer vereerd.

Maar… daar moeten we natuurlijk iets mee. Want sporters met een beperking: dan ben je bij ons aan het goede adres. Niet voor niets zijn we al jaren betrokken bij de Deventer Sportploeg!
Ik zie meteen een link: we moeten toch iets doen met ‘onze’ sporters hier en de sporters daar in Jinja.
Voor alle sporters, supporters en vrijwilligers van de Deventer Sportploeg hadden we dit jaar een prachtig fanpakket, natuurlijk in onze eigen kleuren limegroen en donkerpaars. Ik zie het voor me: heel veel prachtige, zwarte mensen in zo’n groen shirt…

Ik vraag aan Renate hoeveel mensen er mee doen. Nou, zeker 100. En als ik dan shirts meeneem, wil ik er ook wat voor de kinderen, want die vinden dat natuurlijk ook leuk.
We mogen ieder 46 kilo bagage meenemen (en nog 12,5 kilo handbagage). Als Roos vast veel shampoo, zonnebrand en nieuwe kleren voor Renate meeneemt (‘Ik kan hier alleen tweedehands ondergoed kopen mam, willen jullie alsjeblieft wat meebrengen?’) moeten wij toch 30 kilo aan T-shirts kunnen verstouwen?

Ik doe nog een poging om erachter te komen of ik wel 150 shirts mag invoeren, maar ik krijg het niet helder. ‘Gewoon verdelen in die tassen’, adviseert een KLM-mevrouw. ‘En zeggen dat ze al gebruikt zijn, je hebt ze toch opgevouwen? Dan zijn ze niet meer nieuw’, adviseert iemand anders.

Jan Machiela, vaste vormgever en erelid van de Deventer Sportploeg vraag ik om een leuk ontwerp te maken: van het logo van de Deventer Sportploeg en BEHOD en de kreet die ze in Jinja bedacht hebben: ‘If they can, we can!’ En binnen de kortste keren krijg ik van Robin, een van zijn stagiaires de eerste leuke ontwerpen toegestuurd! Robin en Jan, dankjewel! Altijd als ik een beroep op Jan doe, komt hij met iets waar ik helemaal blij van word en dat is dit keer niet anders!




Bij Goal Promotions vraag ik een prijsopgave: per shirt gaat het me € 4,05 kosten. En ja, ze zijn op tijd klaar. En ze willen er ook nog wel iets leuks bij doen: pennen en kleurboekjes en zo. Omdat het zo’n leuk idee is!

Al met al kost het dus ruim € 600. De Deventer Sportploeg sponsort zo’n 35 shirts. Er is nog geld van de Richard Krajicek Foundation Award die we in 2008 hebben gewonnen. Daarvan kan het worden betaald, want geld van onze eigen sponsoren gebruiken we natuurlijk voor onze sporters! Maar het moet toch een geweldig idee zijn voor de sporters in Oeganda dat er hier sporters zijn met een beperking die aan hun sportgenootjes in dat verre land denken?

Voor de andere shirtjes doe ik een beroep op mijn netwerk…Op alle lezers van mijn blog, Hyves, Facebook en e-mail. Natuurlijk betaal ik er zelf ook een aantal, maar het zou fijn zijn als ik niet het hele restant hoef te betalen en we in Jinja kunnen zeggen dat er heel veel mensen zijn die de sporters daar een geweldige dag toewensen en dat laten zien door een of meer shirtjes te sponsoren.

Dus… wie doet er mee? Koop één (of een paar shirts) voor de sporters van BEHOD. Ik beloof als tegenprestatie een foto van 150 sporters met dit prachtige shirt aan!
Maak € 4,05 of een veelvoud ervan over op bankrekening 93 54 96 084 (t.n.v. M. Sluiseman, Deventer) en vermeld erbij dat het om de T-shirts gaat.

Enne… mocht er meer geld binnenkomen dan de T-shirts kosten, dan kijk ik samen met Renate voor welk doel bij haar project ze dat geld het beste kan gebruiken. Want geloof me…er is nog veel werk te verzetten. Maar daarover meer als wij straks weer terug zijn!