maandag 29 maart 2010

Uitvoering

Het is altijd weer een feestje voor de Deventer Sportploeg: de uitvoering van SVOD. Afgelopen zaterdag mochten ze weer. Hartstikke zenuwachtig, want stel je nou toch eens voor dat het mis gaat.
Natuurlijk gaat het niet mis. Het publiek klapt het dak van de Scheg eraf als de gymnasiasten met een verstandelijke beperking hun kunsten vertonen op de muziek van K3.
Zo’n twintig volwassenen die op ‘Feest’ en ‘Papapa’ met de bal, de evenwichtsbalk, hoepelringen en een springplank zó verschrikkelijk hun best doen; die verdienen dat applaus toch ook?
Het enthousiasme en de blijdschap, het zwaaien naar het publiek, ik kan er niet een jaar met droge ogen naar kijken; het ontroert me altijd weer…

vrijdag 26 maart 2010

Verrekte mongol

Cool Cat verkoopt T-shirts met dit opschrift. Het komt uit een televisieserie die New Kids on The Block heet en de belevenissen van een groep Brabantse hangjongeren laat zien.
Ik heb er wel eens een stukje van voorbij zien komen en het enige wat me bijgebleven is, is het stuitende taalgebruik.
Maar de serie schijnt heel populair te zijn onder jongeren. Tja, je zal maar niet beter weten.

Een van de meest populaire uitdrukkingen is ‘verrekte mongol’. Die is zó leuk dat Cool Cat er nu een T-shirt van heeft gemaakt.
Editie NL besteedt aandacht aan het item, het staat – natuurlijk – in de Telegraaf en de tendens is: eigenlijk kan het niet, maar het is toch wel fijn nieuws.

Ik denk terug aan zo’n 14 jaar geleden. Haagse Harry was mateloos populair en had een T-shirt waarop stond: ‘Valt eâh watte kèke, achteâhrlèke mongoâl?’
Ik heb hem gekocht, en Merette heeft hem heel lang gedragen als nachthemd. Gewoon thuis, dat wel. Hoewel? Een keer heb ik hem meegegeven naar het Logeerhuis. Niks gezegd, gewoon in haar koffer gedaan. De begeleiding heeft in een deuk gelegen. Daar kan het huidige T-shirt niet tegen op!

Overigens heb ik nog steeds spijt dat ik het T-shirt niet heb gekocht met de onvolprezen tekst: ‘Ik ben zo geboren en wat is jouw excuus?’ Zal ik vragen of ze dat bij Cool Cat nog eens willen maken?

donderdag 4 maart 2010

Einde aan een politieke carrière…

Een aantal jaren heb ik in de fractie van GroenLinks meegedraaid als opvolger. Ik heb gezien hoe hard er wordt gewerkt door raadsleden en hoeveel tijd het kost om raadslid/opvolger te zijn. Soms krijg je wel drie of vier uitnodigingen voor dezelfde dag. Dan lukt het simpelweg niet om overal aanwezig te zijn, zeker als je weet dat bijna alle raadsleden – naast het raadslidmaatschap – ook een baan hebben. Dat is goed, want dat betekent dat raadsleden in de maatschappij staan, maar het beperkt wel in de mogelijkheden om op alle uitnodigingen in te gaan. Kom bij mij dus niet klagen over het feit dat ‘de politiek’ zich nooit laat zien en niet weet wat er in de samenleving gebeurt.
De politici denken er mogelijk anders over dan jij, maar het gros werkt heel hard en veel om te bereiken wat zij belangrijk vinden voor de stad.

Als blijkt dat mijn vrijwilligerswerk en het werken voor mijn tekstbureau niet kan worden gecombineerd met het opvolgerschap (ik kom altijd tijd te kort voor een aantal zaken) stop ik ermee. Ik blijf – heel zijdelings – betrokken bij de fractie, maar ben niet heel actief want ik wil vooral vrijwilligersactiviteiten niet inruilen voor mijn opvolgerschap en ik vind dat ook het opvolgerschap voldoende tijd en aandacht verdient.

Toch sta ik in 2010 weer op de lijst. Ditmaal op een verkiesbare plek. Ik ben ingegaan op een verzoek van de kandidatencommissie om te komen praten, praten kan immers altijd. Over de vraag of ik mij kandidaat wil stellen heb ik zorgvuldig nagedacht. Want als ik er voor ga, wil ik dat ook voor de volle 100% doen. Dat verdient Deventer, en zo zit ik ook in elkaar. Dat betekent dat – als ik in de gemeenteraad kom - mijn vrijwilligerswerk op een zeer laag pitje moet worden gezet, maar ook dat ik in de raad kan opkomen voor alles wat – als GroenLinkser – belangrijk vind voor onze prachtige gemeente.
Uiteindelijk en na rijp beraad is mijn antwoord een volmondig en van harte ‘ja’ geweest.
Ik wil heel erg graag de komende vier jaren in de gemeenteraad van Deventer mijn steentje bijdragen aan een sociaal en duurzaam Deventer. Ik wil een schakel zijn tussen de inwoners van Deventer en de politiek, met oog voor een duurzaam en economisch sterk Deventer. Tot mijn verrassing krijg ik van de kandidatencommissie plek twee toegewezen; een hele eer en waardering voor mijn kwaliteiten. De Algemene Ledenvergadering maakt een andere keuze wil een mensen hoger op de lijst als dank voor het werk dat ze de afgelopen jaren hebben verzet. Het is maar net welke keuze je maakt. Het wordt plek vier. Een kwetsbare plek, want na mij komen nog meer kandidaten die altijd veel voorkeurstemmen trekken.
Vol goede moed gaan we de verkiezingen in. We hebben zes zetels, als we die houden is er weer een behoorlijke fractie neer te zetten. Ik schrijf mee aan folders en begeleid het drukkersproces, ik verdiep me in de website zodat ik er teksten op kan zetten en voer campagne. Het zijn drukke weken die samenvallen met het vertrek van Renate naar Oeganda.
Woensdag 3 maart: vanwege de val van het zoveelste kabinet Balkenende is nauwelijks meer aandacht voor de lokale politiek; er gaat ongetwijfeld veel gestemd worden op landelijke thema’s. En een flink stuk rechtser dan de vorige keer.
Dat klopt. GroenLinks verliest in Deventer twee zetels (overigens tegen de landelijke trend in, maar dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat GL in 2004 ver boven het landelijk gemiddelde heeft gescoord en in de coalitierol zich duidelijk minder heeft geprofileerd).
Vier zetels is niet genoeg, want twee kandidaten na mij hebben veel voorkeurstemmen en de twee op de plaatsen een en twee hebben er vanzelfsprekend ook genoeg. Jammer dat het geen vijf of zes zetels zijn, dan had ik kunnen laten zien dat ik een waardevolle aanvulling ben voor de Deventer politiek. Ik was de uitdaging graag aangegaan!
Tja, soms lopen dingen anders. Gelukkig maar dat ik me niet hoef te vervelen…

woensdag 3 maart 2010

Daar gaat ze...

En dan is het zomaar 2 maart. Nou ja… zomaar. Er zijn drukke dagen aan vooraf gegaan. Een afscheidsfeestje voor vrienden en bekenden, afscheid van Cambio, afscheid van de kamer waar ze zes jaar geeft gewoond.
Veel – dure - inentingen. Hopen dat de verzekering er een deel van vergoedt. Verzekeringen regelen, andere bank, creditkaart, dollars voor het visum dat in Entebbe moet worden aangeschaft. Belastingpapieren invullen (van de afgelopen vier jaar!) en goede doelen opzeggen. Inschrijven voor een (antikraak)woning voor november. Afscheid van de oma’s (met boerenkool).
Inpakken. Wat kan er mee, en vooral wat niet. Zesenveertig kilo mag ze meenemen. Een dure vlucht heeft zo zijn voordelen en voor acht maanden is een grote rugzak en een koffer vol niet eens zo heel veel.

Maandagavond is het dan allemaal klaar. Kamer is leeg (met dank aan collega’s die nog even het laatste grofvuil hebben opgehaald), koffer en rugzak gepakt. Ze slaapt bij ons. Merette en Roos ook, dus we hebben het huis weer even vol.

Vier uur ’s ochtends loopt de wekker af. Om kwart over vijf zitten we allemaal in de auto. René en Renate rijden met bagage naar Schiphol, Roos, Merette en ik naar het station om van daaruit met de trein verder te gaan. Dat wordt een duur ritje, want we kopen een kaartje met korting (Roos heeft immers een OV-kaart). Door alle drukte er helemaal niet aan gedacht dat dat pas na 9 uur geldig is. Of ik maar even € 52,50 extra neer wil tellen, meldt de conducteur. Hij heeft gelijk (Hoewel? Ik heb ook al voor het kortingskaartje betaald, wat inhoudt dat ik nu duurder uit ben dat een bewuste zwartrijder), maar ik vind het wel heel zuur…

Op Schiphol regelt Renate haar boardingpas en checkt haar bagage in. Koffer is te zwaar, maar de rugzak compenseert. Koffie. Met klompjes, want die moeten natuurlijk mee. Om kwart over negen nemen we echt afscheid. Een dikke knuffel, en nog een. Een paar tranen. En dan stapt ze de zone in waar wij – zonder boardingpas – niet meer mogen komen. We zwaaien zo lang we haar oranje (!) jas zien en staan dan even wat verloren op die grote luchthaven.
Maar het leven gaat door. Roos koopt nog zo maar even een paar bloemetjesschoenen en neemt de trein naar Enschede. Wij zoeken de auto op en rijden richting huis. Om kwart voor tien een sms’je dat ze in het vliegtuig zit.
Daar gaat ze… Op weg naar een avontuur dat acht maanden zal duren in een ver en – voor ons – onbekend Oeganda.
Ik kan alleen maar hopen dat ze er de tijd van haar leven heeft!