vrijdag 17 oktober 2008

De Semeru en de Bromo

Om half vier gaat de wekker. We klauteren in het donker en in de kou naar boven en drinken daar een kopje thee. Het is echt heel koud!
Met een klein busje gaan we op pad. Eerst deze berg weer af en dan bij een volgende weer omhoog. Zo mogelijk nog steiler dan de eerste berg. We schudden en hobbelen dat het een lieve lust is, maar Merette valt toch in slaap.
Na een uurtje rijden parkeert de bus langs de kant van de weg. We zijn duidelijk niet de eerste mensen hier. De rest moeten we lopen en dat is nog een hele klim. Naarmate we dichter bij het plateau komen verschijnen de winkeltjes met kaarten en koffie langs de weg. Hier kan je overal ook jassen huren, maar ik begrijp nu waarom Albert adviseerde dat in het hotel te doen: ze zien er uit alsof ze de laatste zes jaar niet gewassen zijn.
Vanaf het plateau heb je zicht op de caldera van het Tenggermassief (als het licht is, nu zien we nog niks). Als het straks wel licht is moeten we onder andere de Semeru en de Bromo kunnen zien, twee vulkanen.
Hadden wij de illusie dat we op een rustig plekje de zonsopgang zouden bekijken: dat is niet zo. Er staan al zeker een paar honderd mensen op het plateau. Het is nog pikdonker als we er aankomen.


Hoewel het druk is op het plateau, is het er rustig. Iedereen wacht op wat komen gaat, camera’s in de aanslag.
Heel langzaam begint de lucht links van ons te kleuren. Het lijkt er op dat het dit keer een zonsopgang wordt zonder wolken.
Wat er in het uur erna gebeurt is eigenlijk niet met pen te beschrijven. In het oosten komt de zon op, een prachtige zonsopgang.

Bijna recht voor ons verschijnt heel langzaam een aantal machtige bergen. De hoogste ervan is de Semeru, een werkende vulkaan. Hij is 3676 meter hoog en daarmee de hoogste berg op Java. Sinds 1818 is de Semeru 55 keer uitgebarsten. De meest recente uitbarsting begon in 1967 en gaat tot op heden (2007) door. Elke vijf minuten braakt deze vulkaan een indrukwekkende rookwolk uit, die langzaam vervaagt in de lucht en oplost in de omgeving.
De Bromo (2392 meter hoog), de meest bekende vulkaan van Java, is niet te zien. Hij verborgen onder een mysterieus tapijt van mist, dat letterlijk net onder de toppen van de hoogste bergen in de caldera doorrolt. Als je goed kijkt kan je er door heen nog de diepte eronder zien .
Al met al een beeld van buitenaardse schoonheid waar iedereen behoorlijk van onder de indruk is. Wat fijn dat er camera’s zijn om het vast te leggen.


Langs een ongelooflijk steil weggetje rijden we vervolgens de diepte in, naar de bodem van de caldera. Daar moeten we beslissen of we de Bromo op willen. Volgens Albert is het zicht niet mooier dan dat op de Tangkuban Prahu. Het kost vrij veel tijd en het is de bedoeling dat we die avond ook nog een plantage bekijken. Dat halen we niet als we de Bromo beklimmen. De volgende dag is er heel weinig tijd voor de plantage, omdat we dan op tijd de boot naar Bali moeten halen. Remco en Elsbeth vliegen immers naar huis en een vliegtuig wacht niet…
We besluiten om niet onhoog te gaan, maar Merette maakt wel even een ritje op een paard in een omgeving die nog het meest weg heeft van een maanlandschap.

Dan klimmen we weer in het busje en gaan dezelfde, steile weg omhoog. Merette valt meteen in slaap, half vier op is toch wel heel vroeg!
Voor een paar echte wilde apen onderweg maken we haar toch maar even wakker… En gelukkig is ze daar wel blij mee!

Meer foto's van de Bromo en de Semeru

Geen opmerkingen: