Het is 4 mei. Vanavond ‘herdenken
we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of
waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de
Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties’ aldus het
Memorandum 2010 van het Comité 4 en 5 mei.
Vanavond zijn we twee minuten stil.
Helaas was dat de afgelopen dagen wel anders. Tot mijn
verbijstering wordt er enorm geruzied over wie er nu eigenlijk het meest
herdacht moet worden. De Joden, vinden dat de Joden te weinig aandacht krijgen.
De Roma en de Sinti vinden hetzelfde van hun omgekomen volksgenoten. De mensen
uit het verzet willen een eigen plekje tijdens de herdenking.
Ze worden allemaal niet apart genoemd op de Dam en dat zou
wel zo moeten zijn. Het Memorandum zegt daarover: ‘Met allen wordt aangegeven dat niet alleen militairen en verzetsmensen
maar ook nadrukkelijk burgers worden herdacht die omgekomen of vermoord zijn.’ Volgens mij is het niet mooier onder woorden te brengen; je vergeet niemand én je geeft geen groepen meer aandacht dan andere. Volgens mij is ieder slachtoffer het waard om vanavond te worden herdacht.
Erger vind ik dat er mensen zijn die groepen willen
uitsluiten: we ‘mogen’ alleen oorlogsslachtoffers herdenken die tijdens de
Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, niet daarna. Niet de militairen die na die
vreselijke oorlog missies hebben uitgevoerd om onze vrijheid en veiligheid en
die van anderen te bewaken en niet de burgers die in dergelijke conflicten zijn
omgekomen. Waarom niet? Zijn die minder dood? Is dat minder erg? Niet alle
missies waren onomstreden, wordt er dan gezegd. Dat zal best, maar zal elke
militair, burger of verzetsstrijder zich in de Tweede Wereldoorlog onomstreden
gedragen hebben? Daar steek ik mijn hand niet voor in het vuur. In het algemeen
haalt oorlog het slechtste in een mens naar boven, niet het beste.
Natuurlijk is er ook discussie over het herdenken van
buitenlandse (lees: Duitse)
slachtoffers. In Vorden wil de burgemeester langs de graven van (vaak
heel jong) gesneuvelde Duitse soldaten lopen. Van de rechter mocht dat vorig
jaar niet. Dit jaar wel. Maar nu toch weer niet.
Ik vind dat een lastige. Mijn gevoel wil ook heel graag die
slachtoffers herdenken. Want ook in Duitsland (en alle andere landen in de
wereld) hebben oorlogen (en in dit geval de Tweede Wereldoorlog) heel veel
onschuldige slachtoffers gemaakt. Kinderen, jongeren, mensen die ook geen
oorlog wilden. Veel jonge Duitse mannen hadden geen keuze: zij moesten het leger
in, of ze wilden of niet. Nederlandse (dienstplichtige) militairen hebben
meegedaan aan de politionele acties in Nederlands-Indië. Achteraf weten we dat
daar ook dingen zijn gebeurd die je onder oorlogsmisdaden kunt scharen. Maar we
herdenken ze vanavond wel (gelukkig).Toch begrijp ik dat het voor de mensen die de oorlog aan den lijve hebben ondervonden een stap te ver is. Die gevoelens wil ik respecteren. Maar ik vind het ook fijn dat er op sommige plaatsen wel (met) Duitsers word(t)en herdacht. En ik hoop dat er een tijd komt dat we iedereen die is omgekomen in een oorlogssituatie, aan welke kant dan ook, samen kunnen herdenken. Dat is voor mij een teken van vrijheid.
Ik ben vanavond op het Grote Kerkhof. Ga eerst naar de
herdenking bij het Indisch monument. Sta daar stil bij de oorlog van mijn
vader. Daarna ben ik bij het Verzetsmonument. Sta stil bij de oorlog van mijn
moeder. Beide oorlogen (en het was toch echt de Tweede Wereldoorlog) hebben
impact gehad op mijn leven.
Ik denk aan alle slachtoffers in welke oorlog dan ook, waar
dan ook, wie dan ook. Ook aan die jonge Duitse soldaat die door het naziregime
de oorlog in gedwongen werd, aan andere slachtoffers die zijn gevallen onder
een fout regime. Omdat zij geen keus hadden, toevallig geboren zijn op die – op
dat moment verkeerde - plek. Niemand kan me dat beletten, want mijn gedachten
zijn – net als ons land is sinds de Tweede Wereldoorlog, mede dankzij de inzet
van militairen en verzetsstrijders – vrij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten