Tijdens de Olympische Spelen van 2008 en 2012 was ik (in elk geval voor
een deel) in het buitenland. Weinig tot niets van gezien dus, want ik had wel
andere dingen om te zien. Maar dit jaar ben ik gewoon thuis. Lekker veel kijken
dus, want ik mag graag naar sport kijken.
En ‘we’ gaan heel veel medailles winnen volgens de mensen die het weten
kunnen. Bij judo, handboogschieten, zwemmen, wielrennen en atletiek is een
groot aantal gouden plakken een zekerheidje. En daar komt vast nog wel het een
en ander bij. Het worden er in elk geval meer dan in Londen en misschien wel
meer dan in Sydney, waar we blijkbaar heel goed gescoord hebben (ik moet
eerlijk zeggen, dat was in het jaar 2000, ik heb het niet meer volledig op mijn
netvlies…).
We beginnen op zaterdag met wielrennen op de weg. Voor de mannen. Geen
medaille. Maar de tijdrit komt nog, dus geen paniek. Paniek is er wel op zondag
tijdens de wegwedstrijd voor vrouwen. En terecht, want Annemiek van Vleuten, op
koers voor goud, valt in de afdaling en blijft in een akelige houding liggen.
Anna van Breggen wint de eerste gouden plak voor Nederland op dit onderdeel en
mag er gelukkig ook ‘gewoon’ blij mee zijn: haar TeamNL-genote blijkt er
redelijk goed vanaf gekomen en zal in elk geval volledig herstellen.
Dan volgt tennis, judo, zwemmen… Elke ochtend hoor ik op de radio dat er
die dag toch echt heel veel kans is op goud. En ook elke dag hoor ik vervolgens:
‘dat we er toch iets meer van verwacht hadden’. Want zo heel veel medailles
halen we - zeker die eerste week - niet. Wel een paar, maar óf ze zijn volkomen
onverwacht, óf het is niet de kleur (goud) waar we min of meer op gerekend
hebben.
Ondertussen volg ik de prestaties van de Nederlanders. Overdag via de
radio, vanaf een uur of zes op tv (haakt zo heerlijk weg) en ’s nachts… Nee, ik
zet geen wekker. Er moet immers wel gewoon gewerkt worden. Maar ik kan het niet
laten om af en toe wel mijn oordopjes in te doen, even te luisteren en dan weer
in slaap te vallen.
We winnen geheel onverwachte medailles. Op de Keirin. Fantastisch goud voor Elis Ligtlee en
zilver voor Matthijs Büchli. Ik moet de namen opzoeken als ik dit tik, maar wat
waren ze goed! Twee medailles voor tien kilometer zwemmen in heel vies water.
Goud voor een prachtig meisje dat wonderlijke dingen doet op een
evenwichtsbalk. Geen goud voor de Lord of the Rings, want die zit al weer
thuis, en nee, ook niet voor Epke. Of voor Dafne of Churandy. De laatste
krijgt overigens van mij goud voor zijn optimisme en ik hoop met heel mijn hart dat hij een
sponsor vindt en nog door mag voor Tokyo.Het haakt zo lekker weg... |
Hoe komt het toch dat ‘we’ denken dat we zo vreselijk goed zijn dat we alles kunnen winnen? Want geloof me: die duizenden sporters uit andere landen staan er ook niet voor niks. Die kunnen ook wel iets. Ook zij hebben jaren getraind, afgezien en geknokt om in Rio te komen!
Het allerleukst om naar te kijken vind ik persoonlijk de team(bal)sporten. Ook daar valt maar één medaille te vieren. ‘Slechts’ zilver voor de hockeyvrouwen. En oh ja, brons voor de beachvolleyballers, da’s ook een team en die doen het ook met een bal. Maar wat was het een feest om naar te kijken! En wat is er geknokt voor elk punt!
We eindigen met 19 medailles. Ik doe het er voor. Want het is wel mooi het hoogste aantal medailles per inwoner op de hele wereld. Zo. Als je dat maar weet.
Penny kijkt mee |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten