zondag 26 januari 2014

Vandaag is ze 30


Zaterdag 28 januari 1984. Om ongeveer kwart voor drie ’s middags, na een bevalling van 31 uur (waarvan 17 uur met weeën om de minuut, mag ik met terugwerkende kracht nog even zuchten?) wordt Renate geboren. De allergrootste verandering in mijn leven. Met de geboorte van je eerste kind word je definitief ouder. Renate maakt als eerste kleinkind onze ouders voor het eerst opa en oma, onze broer en zus oom en tante. Hoe bijzonder de kinderen ook zijn die erna geboren worden; dit eerste kind verandert alle verhoudingen in een familie.

Het is een lastige zwangerschap, ik ben negen maanden misselijk (dat ben  ik overigens bij de andere twee ook, zwanger zijn is niet echt mijn kopje thee. Na die tijd heb ik – als alles goed is gegaan – energie voor tien!), maar dat kleine meisje in dat glazen bedje in het ziekenhuis maakt alles goed. ‘Kijken jullie niet al het moois eraf?’ maant een verpleegkundige, maar wij kunnen niet ophouden met kijken. En ter geruststelling: het is niet gelukt om al het moois eraf te kijken.
 

Het is wel rustig: opa’s en oma’s zijn komen kijken, maar verder niemand. Er is geen mobiele telefoon, dus de rest van de vrienden en familie kan pas worden gebeld als papa thuis is, bij de vaste telefoon. Van internet, Facebook en What’s app hebben we nog helemaal geen weet, dat moet allemaal nog worden uitgevonden. Foto’s maken we met een analoge camera en een filmrolletje. Niet te veel, want de afdrukken zijn duur en je weet ook niet zeker of ze zijn gelukt.
  

Die eerste nacht slaap ik als een roos. Zo vast, dat niemand het aandurft om me wakker te maken voor een voeding. De volgende dag, als we allebei aangekleed wachten tot de trotse papa ons komt halen, pakt een verpleegkundige mijn grondig ingepakte (er ligt sneeuw en het is hartstikke koud) meisje onder haar oksels en laat haar loopbewegingen maken op de grond. ‘Kijk, ze kan het nog!’. Ik ben op slag mijn angst om haar te beschadigen kwijt; als ze dat kan hebben, hoef ik ook niet zo bang te zijn dat ik niet voorzichtig genoeg ben.
Ze gaat mee naar huis in de kinderwagenbak, op de achterbank van de auto. Levensgevaarlijk, zeggen zij die het weten kunnen nu, maar ja, de MaxiCosi is er ook nog niet!

Renate is een modelbaby. De borstvoeding gaat probleemloos, ze vindt binnen drie weken haar duim en slaapt dan ook meteen hele nachten door en op het consultatiebureau blijkt ze met alles wat ze volgens de geldende normen moet kunnen twee weken voor te lopen.
Een test om te kijken of ze Cystic Fibrosis heeft (waar twee zusjes en een broertje van René aan zijn overleden) is negatief: positief voor ons dus!

Ze groeit op in Blauwenoord, tussen veel buur(t)kinderen, waarmee ze tot op de dag van vandaag  nog contacten heeft. De komst van haar twee zusjes verloopt bepaald niet vlekkeloos, maar dankzij lieve vrienden en familie is er ruimte genoeg voor leuke dingen en veel aandacht.

Natuurlijk zijn er de ‘gewone’ dingen. De jongedame vindt school niet echt interessant (maar heeft inmiddels een HBO-diploma HR en een master Sociologie (MSc) op haar naam staan), ze kan behoorlijk koppig en dwars zijn, heeft een totaal eigen kledingsmaak en trekt zich niks aan wat haar omgeving daarvan vindt en is razend als wij vinden dat ze op haar 17e nog niet naar Afrika mag om daar vrijwilligerswerk te doen. Haar kamer is standaard een enorme puinhoop en ze zit het liefst in de woonkamer op de piano te tingelen met de radio én de tv aan en als het even kan ook nog geluid van de computer.

Op haar 25e is ze afgestudeerd, heeft een leuke baan en kan een huisje krijgen in de stad. Maar Afrika dan? Ik zeg: ‘Als je nog wilt gaan, moet je het nu doen. Geen man, geen kind, geen hypotheek, nu kan het nog.’
Ze gaat naar Oeganda. Ze is nog steeds in Oeganda. Tussendoor een klein jaar thuis om wat geld te verdienen. Inmiddels een stichting rijker, een baan (die niets, maar dan ook helemaal niets te maken heeft met haar studies), een huisje in Kampala en een Oegandese vriend.

 

Vandaag is ze 30. Dat is heerlijk jong; de wereld ligt nog aan haar voeten en de toekomst is helemaal open.
Ik ben niet meer jong. Dat kan niet met een dochter van 30. Zeggen ze. Maar ik voel me wel jong. Ik bekijk haar eerste foto. En de eerste foto van haar en mij. Daarop ben ik pas jong. Onervaren. Bleu. Onzeker. Blij, dát wel!
Wat heb ik veel geleerd de afgelopen 30 jaar. Veel meegemaakt. Diepe dalen, hoge pieken. Zoals het hoort te gaan in een leven. Ik moet het wel geloven, ík ben niet meer jong!

 
Vandaag is ze 30. Ik ben trots: trots op wie ze geworden is. Een vrouw die niet altijd over de gebaande paden gaat, die oog heeft voor kinderen en mensen in de wereld die het slechter hebben dan zij. En daar dan ook iets voor doet.

Vandaag is ze 30. En ik mis haar. Want ik kan haar niet zoenen; ze is 7000 kilometer bij me vandaan. Ze volgt daar haar hart, en ik weet dat dan niet altijd even makkelijk is. Heel soms, als ik haar heel erg mis, vraag ik me af hoe de situatie nu zou zijn als ik op haar 25e niet had gezegd dat ze vooral moest gaan…
 
Vandaag is ze 30….
 
 

 

2 opmerkingen:

Anita zei

Ontroerend!!

Anoniem zei

Mooi Monica, een natte ogen verhaal, maar dat zal de leeftijd wel zijn.