woensdag 6 mei 2009

Hand van God?

Ik zit – op Bevrijdingsdag – lekker te werken achter mijn eigen pc. Kopje koffie erbij, radio op mijn favoriete zender (Radio 1) en schrijven maar. Radio 1 om half elf in de ochtend betekent de EO met ‘Dit is de dag’. Er zit een moeder die – met haar vier kinderen – vlak achter De Naald heeft gestaan op Koninginnedag. Ze vertelt van de schrik en het ongeloof bij het drama dat zich daar afspeelde. De dankbaarheid dat de naald – waar ze met haar gezin vlak achter stond – de auto in zijn dodelijke vaart stuitte en daardoor niet nog meer slachtoffers maakte.
Behalve moeder is ze ook kindertherapeute en gezinscoach en ze legt uit hoeveel impact een gebeurtenis als deze kan hebben op het gevoel van veiligheid van kinderen, ook als deze kinderen te jong zijn om zich te realiseren wat er op dat moment gebeurt. Ze geeft aan dat het belangrijk is om goed op kinderen te letten die vlak bij de plek des onheils zijn geweest of die het hebben gezien op tv.

Dan reageert een andere moeder via de telefoon. Ook zij stond met haar kinderen achter de naald. Ook haar gezin bleef erger bespaard doordat de auto op het monument botste. Zij heeft haar kinderen verteld dat ze God heel dankbaar moeten zijn dat ze zijn gespaard. Dat God wel heel erg veel van hen moet houden omdat hij ervoor zorgde dat de auto net op tijd stopte.
Weer ben ik verbijsterd. En boos, Heel erg boos! De auto stopte zeven mensenlevens en vele (zwaar)gewonden te laat. Hield God dan niet van die mensen? Van hun familie? Hoe kan je als ouder in vredesnaam je kinderen uitleggen dat de ene mens voor jouw God blijkbaar belangrijker is dan de andere? Dat jij gespaard bent omdat God van jou houdt? Dat God boven met een vinger aanwijst: die wel en die niet?
Als God bestaat – en helaas heeft het leven mij daaraan steeds meer doen twijfelen – dan heeft hij alle mensen lief: niet de een meer dan de ander. Die God beslist niet met een vingertje vanaf zijn (haar?) wolk: die wel en die niet.
Die God huilt in zijn hart om wat mensen elkaar aandoen of om wat mensen overkomt.
Nee, dit was niet de hand God. Dit was een heel trieste actie van een wanhopige, gestoorde mens. Met afschuwelijke gevolgen. Niet meer, niet minder.
Met de kinderen van die mevrouw heb ik medelijden. Want als het leven hen ooit tegenzit – en dat gaat onherroepelijk ook hen overkomen – dan hebben zij geleerd om te denken dat dat veroorzaakt wordt door de hand van een God die niet meer van hen houdt…